Het hofken der geestelycker liedekens(1577)–Anoniem Hofken der geestelycker liedekens, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een gheestelyck liedeken Heer Iesus een ionghe maghet ontboot Oft sij wou leeren steruen Oft sij wou steruen den bitteren doot Der werelt ghenuchte deruen. O Heere seet sij heere mijn Ick ben noch ionck en vrome Als mijn ionghe daghen leden sijn Dan sal ick tot v comen. Maer als v ionghe daghen leden sijn Comdi mij dan te spade [pagina c] [p. c] Soo suldy lyden die eewighe pijn En deruen mijn ghenade. Die maghet woude ter scholen gaen Steruen soo soude sij leeren Wie vantse in haren weghe staen Iesus van Nazareene. Hij nam die maghet bijder hant Hij leydese alsoo schoone Hij leydense van daer int hemels lant Daer gaf hij haer een croone. Och heere seet sij ootmoedelijck Wat loffelijcke croone Ick wil v louen eewelijck Voor desen grooten loone. Vorige Volgende