Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende II. Stem: Laet de trompetten slaen. DEn Hemel open stond, als Jesus opgetogen Tot aen Godts Vaders throon sat in sijn hoog vermogen, Daer al de Cherubins, en al de Seraphinen Hem songen eer en lof met d'Engels die Godt dienden. Dus quam Godt Heylig Geest op d'Aerd' oock nederdalen, En met gedruys van wind verspreyd sijn helder stralen, [pagina 72] [p. 72] Gelijck als tongen vyers, en vlammen op de hoofden Van Christi nieuwe Kerck, en die in hem geloofden. Een yder voelde kracht der Godtheyt in hem wercken, Die sinnen en verstand begonde te verstercken, En roerde hare tong om met nieuw' vremde talen, De wonderheden Godts en wercken te verhalen. De Joden, Joods-genoots, Romeynen, Elamijten, De Meden, Arabiers, die quamen tot haer vlieten, Om yder in sijn tael (noyt sulcks geschied te vooren) Door Mannen ongeleert, Godts wijsheyt aen te hooren. O Goddelijcke kracht! wat kondy al bestieren, Als uwen Geest in ons ontsteeckt sijn Minne-vieren? Deelt ons uw gaven mêe, en roert ons hert en tongen Dat heel de werelt door uw goedheyt werd gesongen. Vorige Volgende