Het harders-stafje
(1717)–Anoniem Het harders-stafje– AuteursrechtvrijStem: Ik drink de nieuwe Most.MYn Kalkoop, myn pop,
Za lustig, haal ens op,
En zing met my, by ’t glaasje en de fles,
’t Verjaren van myn vrind, kom Zangeres,
‘k Heb nu een’ lugte bui:
Monsieur Apol, met uw gemuize-brui,
Sta by en helpt me nu verjaren, ’t mag ‘er nu op staan;
Laat stem en snaaren gaan.
God Bachus, volg dees Rel,
En zoete melody;
Verleen aan Fluit, Viool en bas en stem,
Op dit verjaren eens de kragt en klem:
’t Verjaren als men weet,
Is, zonder uwe tranen een beet,
| |
[pagina 48]
| |
Wat geest doet ons, met vreugd gedenken, dat wy Iarig zijn,
Als de Ed’le klare wijn;
Za lustig Vrienden! kom
Drinkt eens een glaasje om,
Dat is voor, dog so’t een weinig stuit,
Verhaal u eens! gelijk en zuiver uit:
Dat ’s helder met een veeg,
Op zijn lang leven en gesontheid leeg.
Nu eens gedamt, vulkaan ter eere, dat ’s by ’t Druyve-sap:
Den zwier en de eygenschap.
Dus Offeren wy uw Feest,
Verheugd en bly van geest,
En vieren, op het vreugdig Dank Altaar,
Uw Iaargety, van twee en twintig Iaar,
Hebt nimmermeer gebrek,
En leeft so lang als Hanneke de Gek,
En is ‘er u tog iets te wenschen; ‘k wensch uw jeugdig lyf,
Een Rijk en Deugdig Wyf.
Maar, ô! de drommel haal,
’t Is ligt de laaste maal,
De tyd loop haren snellen gang, misschien,
Dat wy u nimmer hier weer Iarig zien.
Daar wel mijn groote maat,
Maar hoor voor ’t laast een woordje, eer datje gaet,
Wy zullen u altyd gedenken, doet tot Overzee,
Aan ons het zelfde mee.
|
|