Hans Michel Goedbloed zingt de voornaamste en nieuwste liederen
(1805)–Anoniem Hans Michel Goedbloed zingt de voornaamste en nieuwste liederen. Nooit te voren gedrukt.– AuteursrechtvrijOp een Aangenaame Vois.1.
Als Annet haar zoete klagen,
Lestmaal aan haar Moeder deê,
Hoe zy met Colyn de nagten,
Doorbragt in de minnen vreê,
| |
[pagina 69]
| |
De Moeder kwaam aan haar te vraagen,
Annet hoe hebt gy dat bestaan,
Gy zyt in het bloeijen van uwe dagen
Kintjen kintjen lief wat hebt gy gedaan.
2.
Moeder hy kwam myn te toonen,
Zyne pijn en minnen lust,
Door driften die by hem woonen
Heeft hy myn minzaam gekust,
De Moeder kwam aan haar te vraagen,
Stak hy nergens handen aan,
Ach schoon Annet ik moet u beklaagen,
Kintjen kintjen lieft wat hebt gy gedaan.
3.
Zy sprak Moeder in zyn armen,
Kusten ik den gantschen nagt,
Hy kwam myn teer hart verwarmen,
Ik smaakte vreugde onverwagt,
De Moeder kwam aan haar te vraagen,
Annet is zoo die nagt vergaan,
Ik zal ’t wel zien de volgende daagen
Kintjen kintjen lief wat hebt gy gedaan.
4.
Voor ’t laast Moeder laats ons leven,
Want ons herten zy verknogt,
‘k Heb aan hem myn min gegeeven,
Hier door heeft hy myn iets gebrogt,
De Moeder kwam aan haar te vraagen,
Annet heeft hy uw lust voldaan,
Leef dan in vreede volgende dagen,
Kintjen kintjen lief ik heb het ook gedaan.
|
|