Colloquium Neerlandicum 15 (2003)
(2003)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum– Auteursrechtelijk beschermdNeerlandistiek de grenzen voorbij. Handelingen Vijftiende Colloquium Neerlandicum
[pagina 11]
| ||||||||||||||
Grenzen, confronterende tendensen | ||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||
Neerlandistiek zonder grenzen. Over het nut van crossculturele taalanalysesGa naar voetnoot1
| ||||||||||||||
2. Interculturele competentieWe kunnen ons om te beginnen de vraag stellen of het de taak is van de neerlandistiek om studenten intercultureel competent te maken. Moeten we ons niet beperken tot het onderwijs van taal, literatuur en kennis van land en volk? In onze tijd van globalisering en open grenzen binnen Europa kunnen we niet langer talen op zichzelf, in isolatie, bestuderen. Ik ben van mening dat onze studenten als intermediairs tussen hun eigen taal en cultuur en andere talen en culturen moeten kunnen optreden. Hierbij vat ik cultuur op in antropologische zin: de normen en waarden, religie, symbolen en artefacten die samen een cultuur uitmaken.Ga naar voetnoot2 | ||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||
Wat wij in de studie Nederlands aanbieden, is behalve een basis-kennis van taal, literatuur en Landeskunde, toch voornamelijk een instrumentarium waarmee studenten hun eigen weg kunnen volgen. Een instrumentarium dat bestaat uit kennis van naslagwerken en primaire literatuur, van grammatica's en woordenboeken, van onderzoeksmethoden en -technieken en van vaardigheden en strategieën om zich in het Nederlands uit te kunnen drukken. Aan dit instrumentarium moet nu de component van interculturele competentie worden toegevoegd. Wie intercultureel competent is, is zich bewust van zijn eigen culturele identiteit. Daarnaast heeft men een culturele gevoeligheid ontwikkeld voor het andere en de ander. Wie intercultureel competent is, is zich bewust van de culturele bepaaldheid van het taalgebruik. Dat wat anders is in de vreemde taal, wordt niet meteen beoordeeld naar de eigen maatstaven, maar wordt waargenomen, aanvaard en in het beste geval begrepen. Zo'n attitude speelt een positieve rol in interculturele communicatie. Nu moeten we deze extra dimensie van interculturele competentie in het onderwijs niet al te hoogdravend opvatten. De interculturele component moet en kan volgens mij op een natuurlijke manier geïntegreerd worden in alle vakken, van taalverwerving op een beginnersniveau tot specialisatie-werkgroepen letterkunde en taalkunde op een niveau voor gevorderden. Omdat cultuur en taal zo nauw met elkaar zijn verweven, ben ik er geen voorstander van om interculturele communicatie als een zelfstandig vak te onderwijzen. Juist het taalonderwijs biedt ons de kans achterliggende culturele patronen zichtbaar te maken. | ||||||||||||||
3. Crossculturele taalanalysesWie in de buitenlandse neerlandistiek werkt, is gewend het Nederlands in contrast met de taal van het land te onderwijzen. Deze contrastieve benadering, die al zo oud is als de weg naar Rome, breiden we nu uit met een crossculturele benadering. Het uitgangspunt is steeds de doeltaal, het Nederlands, want dat is de taal die bestudeerd wordt. Om bepaalde taalverschijnselen en hun achterliggende culturele patronen scherper in het vizier te krijgen, contrasteren we ze niet alleen met de moedertaal van de studenten, maar met verschillende talen. Het is als het gebruiken van verschillende contrastvloeistoffen die allemaal hun eigen, specifieke werking en kleur hebben, waardoor we híer opeens wat overlap ontdekken | ||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||
en dáar een groter verschil dan we altijd vermoed hadden. Het gaat er niet om dat u met uw studenten op deze manier bijvoorbeeld het hele lexicon te lijf gaat. Het doel van de crossculturele benadering is de culturele gevoeligheid te vergroten. Het is een gereedschap waarmee wij op een bepaalde manier naar taal kunnen kijken. En het is onze taak studenten vertrouwd te maken met dit gereedschap. In de eerste plaats maken we gebruik van de talen die de studenten zelf beheersen. In Wenen verrijken de uitwisselingsstudenten uit Hongarije, Polen, Tsjechië, Slowakije, Roemenië en Bulgarije de colleges altijd met een schat aan informatie over hun talen en culturen. Persoonlijke ervaringen zijn het vertrekpunt, maar daar mag het niet bij blijven. Het gevaar van oppervlakkigheid en anekdotische illustraties ligt hierbij op de loer. Om te zorgen dat crosscultureel taalonderwijs diepgang krijgt, kunt u taalkundige studies gebruiken, en ook bij andere disciplines te rade gaan, zoals culturele antropologie, geschiedenis en cultuurstudies. Ook primaire literatuur en vertalingen bieden een rijke bron waaruit men kan putten voor crossculturele taalanalyses. In de crossculturele benadering van het taalonderwijs ligt de nadruk zoals gezegd op het bestuderen van de taal in contrast met meerdere talen. Talen hebben veelal geen één op één-relatie als het om vertaalequivalenten gaat. De ene vriend is de andere niet, om het bij wijze van illustratie te zeggen. Zou u in het Engels allemaal mijn friend zijn, in het Nederlands duurt het iets langer voordat ik u een vriend zou noemen, en in het Duits bereiken we het stadium van Freund en Freundschaft misschien wel nooit, maar blijven we tot onze laatste snik Kollegen en blijft het bij een Bekanntschaft. Hoewel alle drie de talen een woord voor vriend hebben (friend, vriend, Freund), die bovendien etymologisch nauw verwant zijn, kennen ze verschillende betekenissen in het gebruik. En deze betekenis is gegroeid en bepaald binnen verschillende culturele contexten. In de aanpak van crossculturele taalanalyses die ik voorsta, heb ik me laten inspireren door de crossculturele semantiek van Anna Wierzbicka. Samen met Cliff Goddard en andere taalkundigen ontwikkelde zij deze semantiek, waarin de betekenis van woorden wordt beschreven met behulp van een metataal, de Natuurlijke Semantische Metataal (NSM) genoemd. In de crossculturele semantiek wordt betekenis met behulp van deze metataal geparafraseerd in een zogenaamde ‘explicatie’. Woorden, syntactische constructies en gegrammaticaliseerde lexicale elementen zoals partikels, worden crosscultureel met andere talen vergeleken, door explicaties in | ||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||
verschillende talen naast elkaar te leggen. Zo kun je de overeenkomsten en verschillen in betekenis analyseren. Vanzelfsprekend doen zich hierbij problemen voor. Over het nut van de NSM als wetenschappelijk instrument valt te twisten. Dit neemt echter niet weg dat de NSM als didactisch instrument bruikbaar is. Er zijn namelijk groepen woorden die tamelijk goed in explicaties zijn weer te geven. We doelen enerzijds op woorden die emoties uitdrukken, zoals gelukkig, blij, droevig, heimwee, medelijden, en anderzijds op zogenaamde culturele sleutelwoorden zoals gezellig. | ||||||||||||||
3.1 Culturele sleutelwoordenElke taal heeft een aantal cultuurspecifieke woorden, of culturele sleutelwoorden. Dat zijn woorden die bijzonder belangrijk of inzichtelijk zijn voor een bepaalde cultuur. Een Nederlands cultureel sleutelwoord is het woord gezellig. In Nederland is gezellig in de zin van taalsocialisatie, waar we eerder bij stilgestaan hebben, hét socialisatiewoord bij uitstek. Een veelgehoord dreigement in de opvoeding is: ‘als je niet gezellig kan doen, ga je maar naar je kamer’. Gij zult gezellig zijn, is welhaast het elfde gebod in de Nederlandse samenleving. | ||||||||||||||
Gezellig/gemütlich/ujút Ga naar voetnoot3Van gezellig wordt zo vaak beweerd dat het onvertaalbaar zou zijn, dat niemand nog de moed heeft deze bewering nu eens kritisch te onderzoeken. Het is waar dat het brede bereik van gezellig ervoor zorgt dat er in andere talen geen equivalent te vinden is dat de hele lading dekt. We wijzen er echter op dat voor veel woorden en hun vertaalequivalenten exact hetzelfde geldt. Bepaalde aspecten van de betekenis van gezellig zijn wel goed met verschillende equivalenten weer te geven. Deze werkwijze stelt ons in staat scherper in het vizier te krijgen hoe die verschillende deelaspecten van de betekenis er nu eigenlijk uitzien. Daarvoor is het nodig om de grenzen van de betekenis af te tasten. | ||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||
Etymologisch gezien zit zowel het aspect van samenzijn als het aspect van een ruimte, van een woning in gezellig besloten. We spreken immers van ‘een gezellige kamer’, ‘het gezellig maken’ en ‘een gezellig tafelkleed’. Deze aspecten van samenzijn, van een ruimte en van de aankleding van die ruimte blijken overeenkomstige aspecten te zijn als we naar equivalenten in andere talen kijken. Het Duitse gemütlich - in het Oostenrijks-Duits en in Beieren een cultureel sleutelwoord - betekent ook intiem samenzijn met anderen, maar je kunt het ook gemütlich hebben als je alleen bent. Gemütlich hangt samen met Gemüt, waarmee het gevoelsleven wordt aangeduid, zowel emoties als de zintuigen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat gemütlich vooral behaaglijkheid, knusheid en een lichamelijk welbevinden uitdrukt. ‘Ich habe es mir so richtig gemütlich gemacht’, kan ik zeggen als ik mezelf op een koude winteravond heb geïstalleerd op de sofa, tussen de kussens, plaid over mijn benen, glas wijn binnen handbereik, met een Krimi, en Puccini's La Bohème op de achtergrond.Ga naar voetnoot4 Het Russisch heeft een vergelijkbaar equivalent van gemütlich, ujút, dat knusheid en daarbij een sterke geborgenheid uitdrukt. Ook ujút is een cultureel sleutelwoord.Ga naar voetnoot5 In het Russisch kan deze knusheid zich alleen maar in een kleine ruimte afspelen, die de persoon helemaal omgeeft. Het licht is zacht en warm. Het is vergelijkbaar met een cosy corner in het Engels. In het Russisch ligt daarbij echter sterk de nadruk op veiligheid: niets slechts kan mij gebeuren, in mijn ujútna kómnata, mijn ‘gezellige kamer’. In het Russisch zit ik dan vooral alleen in mijn ujútna kómnata en niet met andere mensen. Het overeenkomstige betekeniselement van de drie culturele sleutelwoorden gezellig, gemütlich en ujút is dat het om een ruimte gaat die knusheid en geborgenheid biedt. Hierbij ligt het accent in gemütlich op lichamelijk welbevinden en in ujút op geborgenheid en veiligheid. We | ||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||
hebben het ook gemütlich en we ervaren een kamer als ujútna als we alleen zijn. In het Nederlands zullen we niet zeggen dat het gezellig is als we de avond alleen doorbrengen, maar we kunnen het voor onszelf, evenals in het Duits, wel gezellig maken. Dat duidt dan op een aangename en ontspannen sfeer die we om ons heen scheppen, met kaarsjes, muziek, een glas wijn. Overeenkomstig gemütlich duiden we daar dus een emotioneel en zintuiglijk welbevinden mee aan. Tot zover de overeenkomsten, maar er zijn ook verschillen. Na het bekijken van de aflevering Wij Nederlanders en ... gezellig, valt het volgende over gezellig te zeggen.Ga naar voetnoot6 In je eentje is het niet gezellig, er is sprake van een activiteit of een gebeurtenis in het hier en nu. Er zijn meerdere mensen bij betrokken en deze mensen hoef je niet per se te kennen. Deze film is door Nederlanders gemaakt en we krijgen dan ook het Nederlandse gebruik van gezellig te zien. In Vlaanderen wordt gezellig vooral in de betekenis van ‘knus’ en ‘aangenaam’ gebruikt: een gezellig café, een gezellige kamer, een gezellig mens. De verklaring die Herman Pleij (1998) in Hollands welbehagen geeft voor gezellig, is dat Nederlanders voortdurend gezinssituaties zouden creëren, waarbij de eensgezindheid voorop zou staan. ‘Gezellig’ zou juist in de Nederlanden geannexeerd zijn door het gezin. Het concept ‘gezin’ (vader, moeder en twee kindjes) correspondeert op zichzelf met een cultureel sleutelwoord in het Nederlands en zou in aanmerking komen voor een crossculturele taalanalyse. Gezellig wordt zeker geassocieerd met de intimiteit die bij deze kleine familievorm past, met het genoeglijk samenzijn met mensen die ons zeer nabij zijn. Het is echter niet exclusief voor het gezin gereserveerd. ‘Gezellig met elkaar’ sluit niet-gezinsleden niet uit. De grenzen van het concept ‘gezellig’ in Nederland lijken in de film gevormd te worden door enerzijds ‘het gezellige tafelkleed’, dat knusheid op de vierkante centimeter uitdrukt, en anderzijds door massale bijeenkomsten als een popconcert, waarbij het samenzijn als gezellig wordt beoordeeld, en een SM-spel, dat door het stel in de film als gezellig wordt aangeduid. De combinatie van het onschuldig en knus aandoende woordje gezellig met massabijeenkomsten lijkt uiterst merkwaardig, evenals gezellig in combinatie met een vorm van seks die ons eerder aan wreedheid dan aan warmte en intimiteit doet denken. Gezien de etymologie van gezellig zijn deze combinaties toch niet zo vreemd. De verschillende elementen die de | ||||||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||||||
betekenis uitmaken, zijn namelijk allemaal aanwezig. Er zijn meerdere mensen bij betrokken en er wordt gezamenlijk iets gedaan in een gemeen schappelijke ruimte. De focus ligt op het samen, met elkaar, iets doen. Dit roept bovendien een positieve emotie op. Dat hierbij geen gezinssituaties gecreëerd worden, is duidelijk. Het woord gezellig roept vooral een positieve emotie op. Er is echter ook een andere kant aan gezellig. Het gebod om gezellig te zijn, is een krachtige socialisatietechniek, schreef ik hierboven. Wie gezellig is, conformeert zich aan de spelregels van de groep waarin hij of zij verkeert. Wie zich hieraan probeert te onttrekken en bijvoorbeeld te horen krijgt ‘doe niet zo ongezellig’, wordt als spelbreker gezien. Of wie zegt liever iets alleen te ondernemen dan met anderen, kan een ironisch gezellig, hoor! te horen krijgen, waarbij de intonatie geen twijfel over het oordeel laat bestaan. Wie niet meedoet met de groep, is niet sociaal en is een spelbreker. De sociale gezelligheidsdwang is geen sinecure, hoewel Nederlanders dat over het algemeen zo niet zullen ervaren. ‘Vrijheid, blijheid’ wordt met overtuiging beleden - ook vrijheid is een cultureel sleutelwoord - terwijl tegelijkertijd hele generaties met het conformistische elfde gebod Gij zult gezellig zijn gesocialiseerd worden. Vrijheid en gezelligheid zijn mooie voorbeelden van waarden die in culturen op gespannen voet met elkaar kunnen staan, en toch gelijktijdig geleefd en beleden worden. De grenzen van het Nederlandse gezellig kunnen nog wat scherper afgebakend worden. Hoe gevarieerd de gebruiksmogelijkheden van gezellig ook mogen zijn, het is in alle gevallen een positief oordeel over mensen of over een situatie. Het gaat bovendien om een positief oordeel over mensen die tot de in-group behoren, ook al zijn de grenzen van de groep vaag. Zo vertelde een van mijn Vlaamse collega's mij dat Antwerpenaren er niets op tegen hebben als ze elkaar gezellig noemen, maar ze worden niet graag door Nederlanders gezellig genoemd. Dat wordt als een denigrerend oordeel ervaren, want ‘de gezellige Vlaming’ roept het negatieve beeld op van een bekrompen en kneuterige Vlaming. Ook het Russische ujút heeft een vergelijkbare negatieve connotatie in bakoj ujút, dat bekrompenheid betekent. Een nog sterkere negatieve connotatie heeft gemütlich in het Oostenrijks-Duits. De volgende uitspraak van Nestroy illustreert dit: ‘Alleen een bekrompen mens neemt het kwaad niet waar, dat overal door | ||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||
onze doorzichtige Gemütlichkeit schijnt’ (vertaling van de auteur).Ga naar voetnoot7 In de jaren zestig werd Herr Karl gecreëerd, door Carl Merz en Helmut Qualtinger. Herr Karl is een sterk uitvergrote en ironische incarnatie van alles wat een gemütliche Oostenrijker maakt: een winkelbediende die de cognacflessen van zijn baas leegdrinkt, de hele dag alleen maar doet alsof hij werkt, die vertelt hoe hij het nationaal-socialisme beleefde en hoe gemütlich het was om te zien hoe de joden met tandenborstels de wegen schoonmaakten. In deze sterke overdrijving ligt enerzijds de zelfspot van de Oostenrijkers besloten, maar anderzijds legt het trefzeker de vinger op de negatieve connotatie die gemütlich heeft.Ga naar voetnoot8 Een foto uit profil, een Oostenrijks opinieblad, van 21 juli 2003, illustreert dit demonische aspect van gemütlichkeit uit de wereld van Herr Karl. Op de foto is te zien hoe joodse burgers door de nazi's worden gedwongen de straten te boenen. De toeschouwers, de ‘wegkijkende’ Oostenrijkers, staan - in de cynische woorden van Herr Karl - naar dit gemütliche schouwspel te kijken. Dit demonische betekenisaspect van gemütlich, heeft het Nederlandse gezellig niet.
Samenvattend kunnen we zeggen dat we een ruimte gezellig noemen die knusheid en geborgenheid uitstraalt. Daarnaast wordt gezellig gebruikt als positief oordeel over andere mensen of over activiteiten. Bij deze activiteiten, die van zeer uiteenlopende aard kunnen zijn, zijn altijd meer mensen betrokken, die je niet per se hoeft te kennen. Het met elkaar iets doen, schept een bepaalde verbondenheid en roept een positieve emotie op. Alleen al het vooruitzicht van een gezamenlijke activiteit kan de reactie ‘ja gezellig!’ ontlokken. Sterk negatieve connotaties heeft gezellig niet, hoewel het met kneuterigheid en bekrompenheid geassocieerd kan worden. Aan gezellig ligt een conformistische gedragscode ten grondslag, die soms eerder op een sociale dwangbuis lijkt dan op een ontspannen samenzijn met anderen. We kunnen nu de volgende explicatie van gezellig opstellen.Ga naar voetnoot9 | ||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||
Gezellig hier! Deze explicatie is uiteraard voor verbetering vatbaar. ‘De gezellige kamer’ wordt bijvoorbeeld niet verantwoord. De focus ligt op het tweede gebruik, op het samenzijn met anderen. Daar ligt immers een onderscheid tussen het gebruik van het woord gezellig en de equivalenten in het Duits en in het Russisch. | ||||||||||||||
3.2 Modewoorden: Terror/terror/terreurHet nut van crossculturele taalanalyses wil ik ten slotte demonstreren aan het gebruik van modewoorden. Het bijschrift bij de foto in profil van 21 juli 2003, die ik noemde in verband met het demonische aspect van gemütlich, luidt: ‘Terror in Wien 1938’. De opmaker van profil heeft zich voor het bijschrift bij de foto laten inspireren door hét modewoord voor het kwaad sinds 11 september 2001: terror, terror, terreur. De manier waarop wij ons van onze taal bedienen, zegt iets over de manier waarop wij de wereld waarnemen. Onder invloed van de Amerikaanse berichtgeving en het woordgebruik van president George Bush wordt er in de media de laatste jaren meer en meer over terror gesproken, niet alleen in het Engels, maar onder meer ook in het Nederlands, Duits en Frans. Het woord terreur lijkt steeds vaker de woorden terrorisme en terroristische aanslagen te vervangen. Daarmee wordt de focus verlegt van de daders naar de angst die terrorisme tot gevolg heeft en dus naar de slachtoffers. Ook het betekenisbereik van het woord terreur dijde uit. Terreur is woorden als agressie en zelfs overlast gaan vervangen. Zo vonden we ‘kleine terreur jegens moslims’ in de betekenis van ‘agressie jegens moslims’, ‘regen van klachten over SMS-terreur’, over het ongevraagd | ||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||
ontvangen van commerciële sms'jes, en ‘terreur studenten VU tegen personeel’.Ga naar voetnoot10
In het taalonderwijs moeten studenten gevoelig gemaakt worden voor dit soort gekleurd taalgebruik en de perceptie die dat tot gevolg heeft. Dat het zinnig is om over de grenzen van de taal heen te kijken, behoeft in het geval van terror/Terror/terreur weinig toelichting. Op 19 juli jl. werd er in het Rotterdams Dagblad een artikel aan deze kwestie gewijd. Een wereldwijde definitie van ‘terrorisme’ ontbreekt, omdat elke groep haar eigen perspectief kiest. Ik citeer uit het artikel: Zo noemen Israeliërs militante Palestijnen terroristen en omgekeerd betitelen Palestijnen Israëlische (wraak)acties als terroristische daden. Maar hoe noem je de menselijke bommen die zich in Israël opblazen dan wél, vroeg onlangs ook de Franse krant Le Monde zich af. Wat terroristen zijn voor de Israëliers en kamikazes voor de westerse pers, zijn verzetstrijders in de ogen van hun volksgenoten en zelfs ‘martelaars’ voor de radicaalsten onder hen. Intercultureel competente mensen wisten dit allang. Die hadden het Rotterdams Dagblad niet nodig om ze hier opmerkzaam op te maken. Intercultureel competente mensen begonnen al snel na 11 september 2001 aan te voelen dat er iets niet in de haak is met het gebruik van het woord terror/Terror/terreur. | ||||||||||||||
4. Tot besluitIk heb u in dit artikel willen laten zien dat interculturele competentie een onontbeerlijke dimensie is in de moderne studie Nederlands. Interculturele competentie kan op verschillende manieren worden bevorderd. Eén manier heb ik hier aan de orde gesteld: het vergroten van de culturele gevoeligheid door crossculturele taalanalyses. Crossculturele taalanalyses nuanceren | ||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||
betekenisverschillen. Tegelijkertijd doen ze het contrast tussen betekenissen duidelijker uitkomen, waardoor we ons scherper bewust worden van verschillen in waarneming van de werkelijkheid en van verschillende achterliggende culturele patronen. | ||||||||||||||
Bibliografie
|
|