Den groten zee-held Paul Jonas
(1785)–Anoniem Groten zee-held Paul Jonas, Den– AuteursrechtvrijStem: Wie heeft ooit groter gek gezien.
1.
Naer boord, na boord wy moeten heen,
Ja, Kameraats,
Hier helpt geen praets:
Men moet zijn dienst besteen,
Tot welzijn van het Vaderland;
Daar voor te Vegten is geen schand,
Maar eer, als ’t Vuur des Oorlogs-brand,
Wel-aan, wel-aan, wel...aan;
De Tyd wil dat wy gaan.
2.
Had men maar op zijn Hollandsch vol,
Dan kan men noch,
Den Britschen Doch:
Doen kruipen in zijn hol,
Of Nest, met ingetrokken staart,
Een Leeuw is voor geen hond vervaart,
Wat is een Engelschman ons waard?
Geen duit, geen duit, geen du... it,
Maar Kogels, Vuur en Kruit.
3.
Een laffen Rover vreest men niet,
| |
[pagina 24]
| |
Een kort beraat,
Van onsen Staat:
Hergeeft maar, ’s Zee-gebied,
So men maer, zonder twist of Nyd,
Eendragtig, moedig gaet ten stryd;
Tot aller Brid-gesinden spyt:
Dan word, dan word, dan wo...rd,
Ons hell hersteld in ’t kort.
4.
So ieder Vaderlandsche Stad,
Die voorsorg nam,
Als Amsterdam?
Dan had geen trouloos Engels-man,
Ook kunnen doen, dat hy thans kan,
Men heeft daer geen bewysen van;
Zyn quaet, zyn quaet, zyn qua... et,
Van Turken zelfs gehaat.
5.
Och mocht men al de Bastaardy!
Die ’t Britsch gespuis,
Ons voerden in huis;
Eens stellen aan een zy:
Dan zag men ’t ware Burger nut,
Door Burger vaderen trouw beschut,
Met Vryheids waren roem gestut,
En elk gaf dan de ha...nd,
Aan ’t hell van ’t Vaderland.
6.
Maer laet noit wyken wat’er wil,
De Stad aan ’t Y,
Sal haar waardy;
Doen draaijen op de Spil,
Van magt, hoe sterk zy word gestuit,
| |
[pagina 25]
| |
Op dat zy haar gesag niet uit,
Maer zelfs haer aensien raekt ten buit;
Dan sulks sal noit geschi...en,
Men sal ’t haast anders zien.
7.
Komt Amsterdamse knapen, komt
Naar boord, naar boord;
Wy moeten voort;
Wien is ’t, voor wien gy schroomt?
Vecht eindlijk voor u eigen Stad,
Die veele brave Vaderen had,
Dan thans, hoe seer met Nyd beklad,
Door Nyd, die eer men ’t ru...ikt,
Zijn macht sal zien gesnuikt.
|
|