Grooten Hollandschen nachtegaal(na 1815)–Anoniem Groote Hollandschen nachtegaal– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Een nieuw lied. Op een aangename Wijs. Dat vrij een vrek zijn schijven teld, Ik gun hem die zotternij, Dat hem die dwaze gouddorst kwelt, Ik leef toch gerust en blij, Ik denk aan den dag van morgen niet, Maar drink mijn glaasjen uit, Terwijl ik hartzeer zorg verdriet. En grillen buiten sluit, Ik dans en spring, En juich en zing, Wat blijdschap voor de jeugd, Voor de wijn en de lieve meisjes, Daar woont de ware vreugd, Een schipper naar de eere kroon, Door kunst of wetenschap, Vaak is na rustloos werk zijn loon, Der zotten wil gesnap, [pagina 3] [p. 3] Ik wil daarom geen geleerden zijn, Wat bruid mijn Theorie, Mijn prosa is een glaasje wijn, Der kunst mijn profecie, Ik dans en spring, enz. Bespot men mij uit nijdigheid, Ik trek mij dit geenzins aan, Maar ga daar mij het vermaak verblijd En laat elk stil begaan, Een lieve Meid een goed glas wijn, Zijn mijn vermaak mijn lust, Daar mee verdrijf ik boezem pijn, En slaap altijd gerust, Ik dans en spring, enz. Schoon ik veel van een lief meisje hou, Ik zucht niet om haar o neen, Eer zij mij treurig maken zou, Ga ik veel liever heen, Het is ongegrond verliefd te zijn, Het maakt bedorven bloed, Maar bij de vrijheid en de wijn, Leef ik steeds wel gemoed, Ik dans en spring, enz. Ik acht de regten van den mensch, En het 's ligchaams medicijn, Ik doe aan hem hetgeen ik wensch, Van hem gedaan te zijn, [pagina 4] [p. 4] Die droefheid en het volk waardeert, Verdiend zijn eer en pracht, En die zijn naaste niet begeerd, Voor heil en broedschap, Ik dans en spring, enz. Vorige Volgende