4 J. Greshoff aan Frans Coenen, 7 september 1935
Hierbij de aangekondigde brief met desiderata. De aanvang is wat vreemd. Ik begon namelijk dadelijk na mijn thuiskomst te schrijven en liet het stuk toen weer liggen, omdat er allerlei ander dringend werk te doen viel. Ook aarzelde ik nog. Ik ben namelijk doodsbang voor misverstand, omdat ik daar in mijn leven al zoo veel narigheid van gezien heb. Ik hoop nu maar dat je deze brief op de juiste wijze zult opvatten: ik ben aan de eene kant bang onbescheiden te zijn en aan de andere kant hindert de situate mij zoo, dat ik ze onmogelijk prolongeeren kan. Ik stel mij voor, dat het je mogelijk moet [+zijn] je daarin te denken. Zou jij er veel voor voelen het vijfde rad aan een wagen te zijn? Daar zie ik je niet voor aan!
Overweeg alles rustig en zonder vooroordeel en laat mij spoedig je beslissingen weten.