De Gids. Jaargang 76(1912)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 561] [p. 561] Gouden regen. Fijn-gouden lipjes, luchtig saamgeregen, Benglen als duizend klokjes aan de losse, Wiegende twijgen, waar de jonge mosschen Op spelemeien in fluweel bewegen. Zoo straalt gij, zon-doorvonkte gouden regen, Aan een festoen gelijk van dartle trossen, Uw toppen wimpelend als vederbossen, In glinsterspel van geluw licht mij tegen. Maar ach, reeds kruimen bleek verflenste vlagjes In 't wachtend gras, als uitgebloeide lachjes... Dra zal die blij gewiekte pracht vergaan. Ai toèf nu Lente, vièr nog Uw victorie, En laat dat rank festijn van goud en glorie, Een wijle als Uw trofee in 't zonlicht staan! Jan Veth. Vorige Volgende