En de twee nieuwe elementen zijn in beide opzichten van gewicht.
Het Argon komt voor in de lucht, niet weinig, naar schatting 40.000 bilioen Ko. Het is er zeker wel altijd in geweest; ieder had dus evenveel kans het te ontdekken. Toch hebben gansche generatiën van scheikundigen er in geleefd zonder het te bespeuren; dan alleen een, voor bijna honderd jaar, Cavendish, die het gezien heeft als een kleine gasbel die vreemd deed. En het Helium is vermoed in de zon, o.a. door Frankland en Crookes, weer op grond van dat spectraal-onderzoek van Bunsen.
Het is dus een echt Engelsche vondst, want Argon is teruggezien door Lord Rayleigh (Jan. 1895) en Helium door Ramsay (Maart 1895).
Dat het zoo ontsnappen kan, het Argon in de lucht, is wel begrijpelijk; bovenstaande 40.000 bilioen Ko zijn nog niet 1 pCt. - en vooral (want het reeds lang in lucht gevonden koolzuur bedraagt slechts 1/30 pCt.) door de eigenschappen stelde het zich zoo op den achtergrond:
Burgerlijk gesproken, men merkt van de luchtbestanddeelen het meest de vochtigheid (Waterdamp) en dan de Zuurstof, bij brand; maar de Stikstof doet, chemisch, al zoo weinig en het Argon, voorloopig, doet niets.
Hoe het dan gevonden is? - jarenlang heeft Lord Rayleigh, arme Rayleigh, stikstof gewogen: stikstof uit ureum, stikstof uit ammoniumnitriet, en ook stikstof uit lucht. Regelmatig bleek die laatste zwaarder: 1,2572 tegen 1,2505 Gr. per Liter, luchtstikstof en andere stikstof.
Die stikstof uit lucht is dus wat anders of er is iets bij - en van die laatste opvatting uitgaand heeft Ramsay de luchtstikstof blootgesteld aan al wat gewone stikstof onttrekt, b.v. aan verhit magnesium - en over bleef de vreemde gasbel van Cavendish: argon, kleurloos, reukeloos, smakeloos.
Toen heeft dat argon ondergaan het lot, dat zoo ongeveer te beurt valt aan elke nieuwe stof, die in scheikundige handen komt:
Het is verhit tot aan de hoogste temperaturen toe, elektrisch verhit, en toen is het begonnen te gloeien rood, en zond uit