De Geldersche nachtegaal(1870)–Anoniem Geldersche nachtegaal, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] De Vlaamsche Meid. Liefhebbers! hoort hoe een Vlaamsche meid Voor Napoleon zijn Majesteit Haar bloed ging wagen; Zij sprak: ik heb ook wel moed, Het geweer te dragen Met een kokarde op haar hoed. Haar minnaar die viel in de klas, Vermits hij achtien jaren was, Met 't hart vol lijde, Sprak zij: Zoetlief! wees niet ontsteld, Wij moeten scheiden, Ik ga mee naar het oorlogsveld. Zoo als haar minnaar was weggegaan, Trok zij terstond manskleeren aan, Zonder mankeeren Volgt zij haar minnaar naar de stad Gend, Heeft haar aangegeven Als een kadet onbekend. Zij diende als jager omtrent drie jaar, Heel onbekend bij haar minnaar, Zij moest marcheeren, Met de armeé naar Duitschland gaan, Haar diffendeeren, Het meisje dat hield haar konstant. Zij heeft menig veldslag bijgewoond, En haar kloekmoedigheid getoond, Als een leeuwinne, Riep zij: moet ik op het slagveld Mee helpen winnen, Want ik ben een groote held. [pagina 31] [p. 31] Voor Austerlitz dien vermaarden slag, Werd zij gekwetst teruggebragt, Men ging haar wonden Verbinden en het zelfde pas, Daar werd bevonden Dat het een eerbre dochter was. Haar minnaar sprak wat mag dit zijn? Is dat de liefste niet van mijn, Die ik zie sterven? - Neen sprak zij: het heeft geen nood Mogt ik verwerven Uw hart vóór mijn dood. Het werd bekend gemaakt aan den Generaal, Elk prees haar kloekheid al te maal Hoe het kan wezen Dat een vrouw haar moed betoont, Spreekt, wilt niet vreeze Opdat men uwen moed beloont, Mijn Generaal, 'k heb nu drie jaar Gediend uit liefde voor mijn minnaar, Dorst ik u vragen, Om de paspoort van mijn minnaar; Ik was dan vrij van plagen, Wierden zij zamen een paar. De Generaal die sprak: lief kind! Omdat gij hem opregt bemint, Ik zal accordeeren: Leeft dan gelukkig als zijn bruid, En u vereeren Een bruiloftsfeest tot besluit. Vorige Volgende