Forum der Letteren. Jaargang 1980
(1980)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vrije indirecte rede Theorie en ontwikkeling Julia van Gunsteren-ViersenSamenvatting | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. IntroductieRomanschrijvers hebben al eeuwenlang pogingen gedaan om de gedachten, gevoelens en het innerlijke leven van hun personages in hun tekst weer te geven en hebben hiervoor directe en indirecte middelen gebruikt. Het verschijnsel van de vrije indirecte redeGa naar voetnoot1. is niet altijd makkelijk te herkennen, toch is het voor de lezer, in het algemeen, zeer belangrijk om deze redevorm te kunnen onderscheiden.Ga naar voetnoot2. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De VIR - als voorbeeld van een literaire verteltechniek - wordt gebruikt om de gedachtenwereld van de personages levendiger naar voren te brengen en wordt vaak toegepast om hun argumenten weer te geven. Het is een plezierige variant op de directe redevorm (DR), die vaak te lang en te breedvoerig wordt en daarom onhandig in het verhaal kan worden ingepast. Als variant op de indirecte rede (IR), die zo gemakkelijk langdradig wordt, biedt de VIR in feite de mogelijkheid om met behulp van de verteller de gedachten van het personage weer te geven. De moderne literaire kritiek heeft terecht veel aandacht besteed aan de relatie tussen verteller en personage, aangezien aan- of afwezigheid van verteller bepalend is voor de structuur, de betekenis en interpretatie van het gehele verhaal. De VIR postuleert een relatie tussen verteller en personage. Het tweeledige karakter van deze relatie fluctueert vaak, enerzijds door overheersing van de verteller in de auctoriale VIR of door het personage in de personale VIR. Alvorens echter de ontwikkeling van een auctoriale naar een personale variant van de VIR te schetsen, zal eerst het verschijnsel van deze redevorm, de verschillende aspecten ervan, de historische ontwikkeling en de relatie met de z.g. ‘stream-of-consciousness’ techniek worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Hoe kan men de VIR definiëren?Not that, as she read aloud the story of the Fisherman's Wife, she knew precisely what it came from; nor did she let herself put into words her dissatisfaction when she realized, at the turn of the page when she stopped and heard dully, ominously, a wave fall, how it came this: she did not like even for a second, to feel finer than her husband: and further, could not bear not being entirely sure, when she spoke to him, of the truth of what she said. De hierbovenstaande tekst is gekozen uit To the Lighthouse van Virginia Woolf, geschreven gedurende de eerste decennia van een literaire periode die we tegenwoordig het Modernisme noemen. Het bewustzijn van het personage, van Mrs. Ramsay, wordt in deze tekst weergegeven op een wijze die al zo gewoon is geworden in de moderne romankunst, dat de stilistische bijzonderheden ervan misschien ongemerkt aan de lezer voorbijgaan. Het weglaten van het rapporterende werkwoord geeft aan dat de verteller | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich met zijn personage identificeert (interferentieGa naar voetnoot4.), het gebruik van het imperfektum, de keuze van de voornaamwoorden, die horen bij de IR, geven aan dat de verteller zijn eigen onafhankelijke positie wenst te behouden. Het middel van de IR is vaak te analytisch en te log. De DR kan wel iemands taaluiting uitstekend weergeven, maar kan niet tegelijkertijd een mentale en emotionele sfeer oproepen waaruit die taaluiting voortvloeit. Als we de tekst iets beter bekijken, zien we dat het de derde persoon is die de taaluiting weergeeft en wel in het episch preteritum. Maar tegelijkertijd is de syntactische structuur en de samenhang van het denkwerk van Mrs. Ramsay weergegeven in de DR, in het ritme van de gesproken taalGa naar voetnoot5., bij voorbeeld door het maar lukraak te berde brengen van allerlei gedachten in een conversatieGa naar voetnoot6. in een emotieve en empatische taaluitdrukking en een bijwoord dat twijfel uitdruktGa naar voetnoot7. en tenslotte de omzetting van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.Ga naar voetnoot8. De onderstreepte zinnen in de tekst kunnen niet een bewering van de verteller alleen zijn, maar moeten wel het gezichtspunt van het personage weergeven. Deze stijlvorm kan nu als volgt worden omschreven: de VIR is een redevorm die de gedachten of woorden van een personage in zijn eigen idioom weergeeft, terwijl de 3e persoon in de vertelling wordt gehandhaafd. Het is duidelijk dat, door het handhaven van de persoonsvorm en de tijdsvorm van het werkwoord in de VIR-tekst, de verteller in staat gesteld wordt om de ‘stille’ gedachten van het personage op te sommen, zonder dat de draad van het verhaal onderbroken wordt. Door het gebruik van de VIR kan de tekst zich binnen en buiten de gedachten van het personage heen en weer bewegen, kan ongemerkt van verteller op personage - en weer terug - overgestapt worden, zonder waarneembare overgangen.Ga naar voetnoot9. De lezer evenwel kan nu deze overgang signaleren en er een passende interpretatie aan verlenen, i.e. de invoeging van de één of andere nieuwe stem of de samenspraak met de verteller herkennen. Deze tekstinterferentie betekent semantische polivalentie, dus dubbelzinnigheid. De lezer wordt nu geactiveerd, hij moet gaan beslissen wie aan het woord is. Omdat zijn waarneming wordt bemoeilijkt, wordt zijn aandacht niet alleen gericht op de betekenis, maar ook op de opbouw van deze betekenis. Hoe kunnen nu deze andere stemmen in de tekst worden onderscheiden? Welke kenmerken dwingen de lezer om een bepaalde zin of taaluiting als een voorbeeld van de VIR op te vatten? Behalve de fundamentele grammatikale kenmerken van de VIR zoals bv. de afwezigheid van het rapporterende werkwoord van zeggen en denken (soms voelen), het wegvallen van voegwoorden, het terugschuiven van de tijdsvormen, de conversie van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden, blijken er nog veel meer kenmerken te zijn.Ga naar voetnoot10. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Formeel zijn er ook nog de aanwijzingen in de nabije kontekst zoals de werkwoorden van zeggen en denken, uitingen in de DR en IR en wat betreft idioom en stemregister. in het algemeen, de opvallende alledaagse taaluitingen zoals uitroepen en evaluatieve uitdrukkingen. Om hier volledig te kunnen zijn blijken er feitelijk te veel verschillende indicaties in alle mogelijke contexten te bestaan. De aanwijzingen wat betreft grammatica, een dubbele intonatie, de nabije context, het stemregister, de inhoud van de tekst en het gevoel dat de gehele verbale activiteit van de verteller neerkomt op het bij elkaar voegen van ‘woorden van een ander’ en ‘woorden die van anderen schijnen te zijn’ zijn de meest overtuigende en duidelijkste indicaties van een taaluiting in de VIR. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Historische ontwikkeling van de VIRIn Duitsland en Frankrijk is de VIR steeds onderwerp geweest van kritische discussie, sedert het verschijnsel voor het eerst aan het begin van deze eeuw werd beschreven. Veel van de eerste studies werden in het Germanisch-Romanisch Monatschrift van vóór de le wereldoorlog gepubliceerd.Ga naar voetnoot11. In Franse stilistische studies over de VIR wordt de VIR aangeduid met de Style Indirect Libre, een minder exacte term dan het Duitse Erlebte Rede. De eerste publicisten over de VIR waren grammatici en linguisten, maar weldra werd het verschijnsel in wijdere literaire kringen besproken: Spitzer, Walzel, Thibaudet en recentelijk Hamburger, Stanzel, Schmidt, Bronzwaer, Pascal en McHale. Opvallend hierbij is wel het achterwege blijven van studies over de VIR in de AngloAmerikaanse literaire kritiek. Studies over fictionele technieken schijnen hier tot nu toe een marginaal bestaan te hebben. Tot voor kort werd nl. de VIR in de Engelse literaire kritiek òf als een equivalent van de ‘stream-of-consciousness’ techniek òf als een te verwaarlozen fenomeen beschouwd. Wayne C. Booth, auteur van The Rhetoric of Fiction lijkt de VIR, in 1961, als overbodig te beschouwen. Desalniettemin blijkt Booth één van de zeldzame Ameri- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kaanse critici te zijn, die op de hoogte is van de term ‘Erlebte Rede’.Ga naar voetnoot12. Percy Lubbock, hoewel onbekend met het verschijnsel, geeft een beschrijving van de vertelsituatie waarin de VIR gewoonlijk wordt gebruikt.Ga naar voetnoot13. Onlangs is de belangstelling voor het verschijnsel weer toegenomen en vele critici en studenten kennen nu de term. In de Anglo-Amerikaanse literaire kritiek zijn het vooral de studies over het gebruik van de VIR bij Jane Austen en enkele kortere commentaren over G. Eliots Middlemarch, die opvallen.Ga naar voetnoot14. In de eerste Amerikaanse studies over de ‘stream-of-consciousness’-techniek werd de discussie overheerst door de strijd over definities en terminologie. Allen erkenden dat ‘stream-of-consciousness’ en ‘interior monologue’ lastige etiketten waren en vaak inaccuraat opgeplakt werden. Robert Humphrey, Melvin Friedman en Wayne Booth impliceren of formuleren dat ‘stream-of-consciousness’ een literair genre zou moeten betekenen, dat ‘interior monologue’ èn verschillende andere technieken omvat. Inderdaad lijkt dit de algemene erkende opvatting te worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Stream-of-Consciousness en de VIRWilliam James krijgt de eer de term ‘stream-of-consciousness’ te hebben geformuleerd in zijn Principles of Psychology.Ga naar voetnoot15. James wilde hiermee nadruk leggen op het verwarde karakter van de omzwervingen in gesprekken, de willekeur van het door elkaar haspelen van plotseling opkomende gedachten en indrukken. De term omschrijft tegelijkertijd een onderwerp en een bijzondere stijl en de naam bleef bij critici in gebruik, evenals de Franse term ‘monologue intérieur’. Maar de twee termen worden door Engelse critici door elkaar gebruikt. In Frankrijk wordt Edouard Dujardin de ‘vader’ van de term ‘monologue intérieur’. Dujardin schreef in 1887 Les Lauriers sont coupés, waarin hij de term opeist. Ruim veertig jaar later gaf Dujardin een monografie uit met de lange academische titel Le monologue intérieur, son apparition, ses origines, sa place dans l'oeuvre de James Joyce (1931). Dujardins definitie van de term blijkt vaag en lijkt meer gebaseerd te zijn op de praktijk van Joyce's ‘intérieur monologue’ dan op zijn eigen gebruik ervan in Les Lauriers sont coupés. Bovendien blijkt Dujardins definitie tegenstrijdig. Het vage commentaar van Dujardin is door vele critici weerlegd. Lawrence Bowling betoogt dat ‘stream-of-consciousness’ een buitengewone techniek is, die anders is dan ‘intérieur monologue’. Bowling biedt een vrij sluitende definitie van ‘stream-of-consciousness’, te weten elke bewuste mentale activiteit, waaronder hij ook non-verbale verschijnselen (beelden en gevoelens) verstaat.Ga naar voetnoot16. Bowlings ‘stream-of-consciousness’ houdt in een mengeling van ‘intérior monologue’ en zintuiglijke indrukken. Voor Bowling is het van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
belang deze beide termen niet te verwarren met wat hij ‘interne analyse’ noemt, waar de auteur als tolk tussen de lezer en de gedachten van het personage in staat en de lezer zijn interpretatie geeft van wat het personage denkt.Ga naar voetnoot17. Maar Bowling blijft volhouden dat de interne analyse-methode fundamenteel verschilt van ‘stream-of-consciousness’. ‘Stream-of-consciousness’ en ‘intérior monologue’ geven directe gedachten weer, maar de interne analyse, zoals de Duitse ‘Erlebte Rede’ is indirect.Ga naar voetnoot18. Als we ons nu van de theoretische tot de praktische kritiek wenden, wordt de verwarring nog groter, aangezien Bowlings definitie veel literatuur uitsluit, waarop deze wel zou moeten worden toegepast. Een belangrijk criticus, Robert Humphrey in Stream of Consciousness in the Modern Novel (1954) onderscheidt vier belangrijke technieken die gebruikt kunnen worden in de ‘stream-of-consciousness’ roman: i.e. directe en indirecte ‘interior monologue’, de alwetende (of conventionele) behandeling en alleenspraak. Eén van deze technieken, de ‘indirect interior monologue’ verschilt aanzienlijk van de gebruikelijke le persoons ‘interior monologue’, zowel op de manier waarop deze wordt gehanteerd, als wat betreft het mogelijke effect ervan.Ga naar voetnoot19. Waarschijnlijk onbekend met de Franse en Duitse studies over de Style Indirect Libre en de Erlebte Rede heeft Humphrey hier het verschijnsel van de VIR in het Engels ontdekt. Zijn beschrijving van het verschijnsel blijkt echter niet geheel duidelijk, evenals zijn toepassing van het criterium ‘direct’ en ‘indirect’.Ga naar voetnoot20. Humphrey's term is daarom wel misleidend: in de VIR kan het weergeven van de gedachte van een personage niet geheel direct zijn, noch kan het geheel indirect zijn, aangezien in de tekst het daadwerkelijke weergeven niet uitgedrukt wordt. De VIR is niet indirect op dezelfde wijze als indirecte gesprekken dat zijn, waarbij de gedachten van het personage uitgedrukt worden in ondergeschikte bijzinnen met ‘hij dacht, zij wist, hij hoopte’ etc., i.e. de indirecte rede-techniek die Bowling beschreef als ‘interne analyse’. De VIR is nl. een redevorm anders dan de directe en indirecte rede, zijdelingser en indirecter dan eerstgenoemde, maar minder dubbelzinnig dan de laatstgenoemde. Een andere criticus, Melvin Friedman, in Stream of Consciousness: A Study in Literary Method (1955) gebruikt de term ‘Style Indirect Libre’ als een voorloper op de ‘stream-of-consciousness’ en verwijst naar schrijvers zoals James, Woolf en Joyce.Ga naar voetnoot21. Friedman herkende de wezenlijke dubbelzinnigheid van de VIR techniek niet, aangezien hij beweert dat deze methode de tussenkomst van de auteur (lees: verteller) uitsluit. In zijn boek over Virginia Woolf komt David Daiches echter dichterbij een erkenning van het bestaan van de VIR als hij spreekt over Virginia Woolfs compromis tussen denken en niet-geredigeerde weergave van een bewustzijn.Ga naar voetnoot22. Toch is Daiches niet op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de hoogte van het verschijnsel van de VIR in het algemeen en beschouwt de ‘tussen-in’ stijl kenmerkend voor Virginia Woolf. Keren we ons nu naar een andere praktische en ook theoretische criticus van Virginia Woolf, dan wordt de verwarring nog groter. Eén van de betere critici van Virginia Woolf, James Hafley, ontkent categorisch dat Virginia Woolf ooit ‘stream-of-consciousness’ romans heeft geschreven. James Naremore, één van de meest recente en beste critici van Virginia Woolf, geeft haar weliswaar niet het etiket van een ‘stream-of-consciousness’ schrijver ‘pur sang’ maar ook hij spreekt zich zelf weer tegen.Ga naar voetnoot23. Na al deze tegenstrijdige uitspraken geven we nu een opsomming van de algemene eigenschappen van de term ‘stream-of-consciousness’. Ondanks de tegenstrijdige meningen zijn de critici niet verdeeld over enkele fundamentele kenmerken nl.: stream-ofconsciousness-fictie, zowel wat onderwerp als techniek betreft, in het bijzonder persoonlijke en hoofdzakelijke ongeorganiseerde gedachten, die gedurende een bepaald, of zelfs een bijkomstig, moment opkomen. De weergave hiervan moet suggestief en reëel overkomen. Men vat de ‘stream-of-consciousness’-techniek op als een genre dat enkele verschillende vormen en gebruiken omvat. Eén van deze vormen wordt omschreven als ‘indirect interior monologue’ een term die vaak inadequaat in de kritische literatuur over ‘stream-of-consciousness’ werd toegepast. Bovendien werd de rol van de VIR techniek veronachtzaamd, niet omdat de rol ervan klein zou zijn, maar omdat de maatstaven die voor ‘stream-of-consciousness’ werden toegepast eerder conceptueel dan formeel waren. Brian McHale noemt in zijn uitstekend overzicht over de VIRGa naar voetnoot24. de ‘stream-ofconsciousness’ als één van de drie hoofdfuncties van de VIR (de andere twee zijn ironie/empathie en polyvocaliteit). McHale geeft toe dat het vaak moeilijk is om alle mogelijke functies in de totaalstructuur van een roman te onderscheiden en/of toe te kennen. Waarschijnlijk is het aantal mogelijke functies van de VIR in de gehele structuur van alle romans ongelimiteerd. De meeste critici zijn het er thans over eens dat de VIR functioneert als middel tot een lyrische samensmelting van verteller en personage of voor een ironische distantie tot het personage of zelfs om het dubbelzinnige tussen deze twee mogelijkheden uit te drukken. Sedert Bally hebben enkele stilistici steeds de éénstemmigheid van de VIR benadrukt. Als de VIR de functie krijgt om een ‘stream-of-consciousness’ uit te drukken, als geleider tussen ironie en empathie, kunnen tenminste twee uitgangspunten onderscheiden worden, nl.: het personage wiens taaluiting weergegeven wordt en ook | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een verteller die op de een of andere manier tussenbeide komt en die verantwoordelijk is voor de ironie/empathie. Roy Pascal, één van de recente onderzoekers van de VIRGa naar voetnoot25. benadrukt in zijn studie over de 19e eeuwse roman, de aanwezigheid van de verteller in het algemeen. Deze tweeledigheid van de VIR kan door de lezer worden gesignaleerd, door bv. het ironische gebruik in een bepaalde woordkeus, door een impliciet vertellers point-of-view, een moreel oordeel dat ineens gegeven wordt of in de samenstelling van de VIR, aangezien deze redevorm de kern van de zaak weergeeft, die nu geordend wordt door een of andere bemiddelende verteller. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Van een auctoriale naar een personale VIRReeds vóór de 19e eeuw vertelden schrijvers zoals Defoe, Richardson, Fielding, Smollett, Sterne en Goldsmith over de indrukken, gevoelens en gedachten van hun personages. Maar de vertellers traden zelf op de voorgrond. De ik-vorm is het bewijs dat de verteller de spreekbuis is van de personages; er is sprake van een subjectieve weergave. Voor de eerste maal in de Engelse literatuur wordt door Jane Austen een doelbewuste poging gedaan om uitgebreid gebruik te maken van de VIR. Jane Austen gebruikt hierbij dikwijls nog een bijzondere typografie. De zinnen tussen aanhalingstekens bevatten vaak aanwijzigingen van de VIR. Deze redevorm wordt gebruikt in teksten, waarin de verteller van het toneel verdwijnt: verteller en personages denken in de VIR na over hun verschillende waarde-systemen.Ga naar voetnoot26. Hoe meer de lezer het gevoel krijgt dat hij met zijn personages alleen gelaten wordt, des te meer gelooft hij dat de indrukken, gevoelens en gedachten voortspruiten uit het bewustzijn van het personage zelf, zonder tussenkomst van een moraliserende of interpreterende verteller. Afgezien van deze toenemende directe weergave van het bewustzijn door de personages zelf, kan - in het algemeen - het verdwijnen van de verteller uit zijn tekst worden gezien als een historisch postulaat, noodzakelijk voor het verschijnsel van de personale VIR in de 20ste eeuw.Ga naar voetnoot27. Als we bovendien de VIR in de eerste decennia van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de 20ste eeuw analyseren, verschaft de linguistische structuur van de romanzin nog een belangrijk kenmerk, nl. de literaire taalvormen gaan steeds meer lijken op de alledaagse taaluitingen en zo ontstaat er meer gelegenheid voor een persoonlijke blik naar binnen in de VIR. Wat voorheen mogelijk was in de DR, wordt nu geprobeerd in de VIR. Wat betreft vorm en inhoud van de VIR is echter nog een kenmerk belangrijk voor een onderscheid in het tweeledige karakter van de VIR in deze literair-historische schets. Bij het onderscheid van een auctoriale en een personale variant van de VIR kan men aannemen dat tenminste twee ‘stemmen’ in de VIR kunnen worden achterhaald. Door het onderscheid tussen een auctoriale en een personale variant binnen het algemene verschijnsel van de VIR aan te brengen, wordt ons nu een hulpmiddel geboden, dat kan aangeven hoe het verschijnsel van de VIR zich door de literaire geschiedenis van bv. de 19e eeuw naar de 20ste eeuw beweegt, van de eerste toepassingen van de VIR, bijvoorbeeld door Jane Austen, naar de modernere gebruikers zoals Virginia Woolf en James Joyce. Tenminste twee stadia kunnen nu worden beschreven: ten eerste de VIR als een stilistisch kenmerk, als afwisseling, passend binnen de opzet van en ten dienste van een auctoriaal ‘plot’ en ten tweede als een variant die zich ontwikkelt tot een direct medium, om een louter persoonlijke weergave van een bewustzijn mogelijk te maken. De ontwikkeling van de auctoriale naar de personale variant kan bovendien het criterium voor de historiciteit van de VIR verschaffen, en daarbij kan dit onderscheid tegelijkertijd nog een verzoening tot stand brengen tussen de critici die blijven twisten over de één- of tweestemmigheid van het verschijnsel in het algemeen.Ga naar voetnoot28. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Een vergelijking tussen de auctoriale en de personale VIRErich Auerbach in een analyse van de belangrijkste stilistische eigenschappen in To the Lighthouse schetste in 1953 zijn bevindingen over de historische verandering als volgt: ‘the devices employed... to express the contents of the consciousness of the dramatis personae have been analyzed and described syntactically. Some of them have been named. (Erlebte Rede, stream of consciousness, monologue interieur are examples.) Yet these stylistic forms, especially the erlebte Rede were used in literature much earlier too, but not for the same purpose (Italics JvG) ... To be sure, in past periods too we were frequently told about the subjective reactions of the characters in a novel or story; at times even in the form of erlebte Rede... Yet in such cases there was hardly ever any attempt to render the flow and play of consciousness adrift in the current of changing impressions... And what is still more important: the author with his knowledge of an objective truth never abdicated his position as the final and governing authority.’Ga naar voetnoot29. Een andere criticus, E. Lorck, die samen met Auerbach, hoewel zonder het te weten, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de twee kernpunten leverde voor een theorie over de ontwikkeling van de VIR zoals beschreven in dit artikel, schrijft in 1921: Solche Stellen vermitteln uns einen tiefen Einblick in die Technik des ‘stream of consciousness’. Wir sehen, wie sich dem dichter ganz neuartige Möglichkeiten eröffnen, wie er jetzt Dinge ausdrücken kann, die vorher vollkommen ausserhalb seines Bereichs lagen. Es wird uns daran aber auch klar, dass zu diesem Zwecke eine weitgehend andersartige Sprache und technische Hilfsmittel nötig sind. Es ist sehr wohl denkbar, dass gerade hier Ansatzpunkte zu einer weiteren Entwicklung der erlebten Rede gegeben sind. (Italics JvG)Ga naar voetnoot30. Allereerst zal nu de auctoriale variant van de VIR worden geanalyseerd. Hier een voorbeeld uit Jane Austens Mansfield Park (1814), dat een voorwaarde levert voor een onbelemmerd naar voren treden van de VIR in de 19e eeuw. Mansfield Park (evenals het geciteerde voorbeeld voor de personale variant uit To the Lighthouse) beschrijft een kleine groep mensen, die tot een bepaalde klasse behoren. Hun waardeoordelen, gedachten en gevoelens zijn in het algemeen geen geheim voor de andere personages of voor de verteller. De ‘plot’ van Mansfield Park bestaat uit de veranderlijke houdingen van de personages onderling, zodat hun gedachten en gevoelens behoren tot de structurele elementen van het verhaal. In de gehele roman wordt er veel nadruk gelegd op wat de personages denken en voelen: veel ruimte voor gesprekken in DR en IR en voor beschrijvingen van de verteller over de gedachten van de personages, maar vaak gecombineerd met moraliserend commentaar. De VIR als uitdrukkingsmogelijkheid voor gesprekken en gedachten van de personages past heel natuurlijk bij de strekking van deze roman. Er is een verteller, die ook op de voorgrond treedt als moralist, maar deze wordt meestal niet-gedramatiseerd en niet omschreven. Daardoor verkrijgt hij toegang tot de diepste en meest persoonlijke gedachten van de personages. In de hiervolgende tekst lezen we over de hoofdpersoon Fanny, die ontsteld is door het advies van haar oom en weldoener, Sir Thomas, om het huwelijksaanzoek van Henry Crawford wèl te accepteren. Fanny, echter vertrouwt Henry niet: Her mind was all disorder. The past, present, future, everything was terrible. But her uncle's anger gave her the severest pain of all. Selfish and ungrateful; to have appeared so to him. She was miserable for ever. She had no one to take her part, to counsel, or speak for her. Het only friend was absent. He might have softened his father; all, perhaps all, would think her selfish and ungrateful. She might have to endure the reproach again and again; she might hear it, or see it, or know it to exist for ever in every connection about her. She could not but feel some resentment against Mr. Crawford; yet, if he really loved her, and were unhappy too! - it was all wretchedness together.Ga naar voetnoot31. De VIR wordt hier gebruikt voor de weergave van één van de beslissendste ogenblikken tijdens het verblijf van Fanny op Mansfield Park. De context is natuurlijk altijd beslissend voor de bepaling welke functie de VIR in een bepaalde tekst heeft. In Mansfield Park wordt de VIR vaak in een stuk dialoog gebruikt, als contrast op de IR en het verslag van de verteller. De gecursiveerde zinnen in de VIR geven hier de opvallendste VIR-kenmerken aan: verleden tijd, 3e-persoons overdenking of bespiegeling, met een uitroepteken, gesyncopeerde uitroepen, herhaling, modale werkwoorden die ingekleed worden in de wijze van uitdrukken van het personage. Zo worden de gedachten van Fanny weergegeven in de VIR. De lezer zal hierbij opmerken dat de VIR-passage niet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alleen de werkelijke taaluiting (en gedachten) van Sir Thomas voor de geest roepen. Het is een ‘résumé’ met behoud zelfs van Fanny's eigen woordkeus. Daarom krijgt bij de auctoriale VIR het gezichtspunt van het personage alleen een kwalitatieve bekrachtiging. De VIR speelt hier een ondergeschikte rol in vergelijking met het ‘objectieve’ oordeel van de verteller, dat de overhand heeft. In dit voorbeeld van de VIR wordt de gejaagdheid en geestelijke verwarring opgeroepen door het gebroken en onvolledige taalgebruik, maar de woordkeus en rationalisatie van deze taaluiting blijft in handen van de verteller. De tekst draagt het stempel van het personage, maar de verteller blijft effectief aanwezig in de syntaxis van deze passage, in de vorm en het verband van de zinnen met de context. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. De personale VIRHoewel de auctoriale VIR in de 19e eeuw geheel tot ontwikkeling kwam, wil dit nog niet zeggen dat het personale perspectief volledig werd uitgewerkt. Een nieuwe ontwikkeling in de literaire geschiedenis van de VIR blijkt zich tijdens de laatste decennia van het Engelse Modernisme te manifesteren. Een duidelijk aspect valt buiten het gebied van de auctoriale VIR, namelijk die welke het persoonlijke gezichtspunt vertolkt, zowel formeel als essentieel. De personale VIR wordt nu manifest. De eerste decennia van het Modernisme kunnen worden beschouwd als de grenslijn tussen de twee varianten van de VIR. Na de le wereldoorlog begint de personale vorm zich te ontwikkelen. Het personale point-of-view vormt nu fundamenteel de structuur van de roman. De personale VIR wordt nu het kenmerkende middel om het verhaal direct d.m.v. het bewustzijn van één van de personages weer te geven. Als er al een samenvatting van het verhaal gegeven moet worden, gebeurt dit middels de gedachten of woorden van de personages zelf, of d.m.v. een structurele of typografische aanwijzing. De bijdrage van Virginia Woolf aan de ontwikkeling van de personale VIR, welke samenvalt met de experimenten van de Modernisten is belangrijk geweest. Door zich vooral bezig te houden met de vorm trachtten de Modernisten de chaotische wereld door een intens ordenings-proces bijeen te houden. Virginia Woolf behoort tot die Modernistische romanschrijvers die een theoretische analyse van de vereisten van de moderne roman combineerde met een voortdurend proberen haar levensvisie in overeenstemming te brengen met een hierbij passende romanvorm: geen chronologische opeenvolging, maar een persoonlijke ervaring van de tijd, geen vaststaand maar een dominant eigen gezichtspunt, een doorbraak van de formele beperkingen, tezamen met de z.g. ‘metamorphic impetus’, de systematische deformatie, de herscheppende geest, die steeds nieuwe vormen zoekt.Ga naar voetnoot32. De traditionele romans weerspiegelden de ‘Weltanschauung’ van de 19de eeuw: het ordelijke, goed geregelde leven resulteerde in ordelijke romans. In de modernistische literatuur wordt de chaos, de fragmentatie van de werkelijkheid afgebeeld, vaak met behulp van de mythe, als een vermenging van verleden en heden, als een structureel connotatief middel, waarbij het ‘leitmotif’ als dominant intern denotatief referentiemiddel dienst doet, om de thematische eenheid van het werk te ondersteunen. De ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teller blijft hierbij onverschillig en op de achtergrond; hij verschuilt zich in zijn personages. Het lijkt erop dat hij zich louterend buiten elk bestaan ophoudt, maar staat toch ook weer achter zijn personages: ‘attachment in detachment’. De lezer voelt zich verwijderd van, maar ook nabij zijn personages, hij deelt hun ervaringen, maar een onafhankelijk vertellers oordeel wordt hem onthouden. De lezer mist een gezaghebbende en objectieve maatstaf. Argumenten blijven altijd hypothetisch in het Modernisme. We hebben hier de sfeer geschetst waarin de personale VIR zich kon ontwikkelen: de VIR is nu niet meer een hulpmiddel, een invoeging in het verhaal van de verteller. De VIR beheerst nu de structuur en beïnvloedt de andere redevormen, zoals duidelijk wordt in To the Lighthouse. De verteller - zo spaarzaam aanwezig - verwisselt voortdurend zijn masker, zijn standpunt en inzicht en de illusie wordt gewekt dat hij zich verschuilt achter zijn personages zonder zich geheel te identificeren. Het blijft dus mogelijk om op onpersoonlijke, objectieve wijze over de gebeurtenissen in het bewustzijn te vertellen. Hierdoor zijn er gunstige voorwaarden voor de VIR geschapen. De VIR wordt dan ook uitgebreid toegepast: ongeveer één derde van het totale werk is geschreven in deze redevorm. Bovendien bevat de vertellerstekst iets levendigs. Zo vaak als maar mogelijk is, wordt er vanuit het standpunt van een handelend personage verteld. De lezer wordt vaak direct in contact gebracht met de personages, dikwijls door het tussenvoegen van werkwoorden van zeggen en denken (soms van voelen), zodat zelfs ook hier vanuit het gezichtspunt van de verteller overgeschakeld wordt op dat van de personages. Men hoeft dan alleen deze werkwoorden weg te laten en men heeft een volledige vorm van de VIR. Af en toe kan men zulke voorbeelden zelfs als een echte VIR-vorm opvatten. Werkwoorden die bij deze verteltrant horen, komen opvallend veel voor, steeds met het oogmerk om het standpunt van de personages naar voren te schuiven. Een voorbeeld hiervan vindt men op p. 65. What had he wanted to tell her, she asked, thinking it was about going to the Lighthouse; and that he was sorry he had said ‘Damn you’. But no. He did not like to see her look so sad, he said. Only wool gathering, she protested, flushing a little. They both felt uncomfortable, as if they didn't know whether to go on or go back. She had been reading fairy tales to James, she said. No, they could not share that; they could not say that. Men ziet hier dat sommige taaluitingen zeer dichtbij de VIR komen. Met dezelfde luchtigheid waarmee het personale standpunt wordt verschoven, wordt ook de redevorm veranderd. De VIR heft zich dan zeer plotseling op uit de tekst en valt er ook evenzo hard weer in terug. De verschillende vormen worden in elkaar geschoven en het wordt een moeilijke opgaaf om de VIR te herkennen. Door de invoeging van de werkwoorden van zeggen en denken wordt het moeilijk om te bepalen of we te maken hebben met een echte of onechte vorm van de VIR. Belangrijk is ook dat de VIR karakteristiek gebruikt wordt in To the Lighthouse. De VIR wordt voor meerdere personen gebruikt, maar de meeste VIR wordt gereserveerd voor de hoofdpersoon van deel I (The Window), Mrs. Ramsay. De VIR is voor deze moederlijke vrouw, die met alle personages meevoelt, op haar intuïtie vertrouwt en altijd door problemen wordt bezig gehouden, het geschikte middel om haar gedachten en gevoelens uit te drukken of weer te geven. Ook voor de schilderes, Lily Briscoe, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de hoofdpersoon in deel III (The Lighthouse) is de VIR de meest geschikte vorm om haar problemen in de kunst weer te geven. Belangrijk minder komt de VIR voor bij Mr. Bankes, de ongeïnteresseerde bewonderaar van Mrs. Ramsay, en - heel opvallend - weinig VIR voor Mr. Ramsay. Hoewel Mr. Ramsay sterk op de voorgrond treedt, drukt hij zich weinig in de VIR uit. We kunnen hieruit concluderen dat de VIR, ondanks het uitgebreide gebruik ervan in deze roman, allerminst louter mechanisch en zonder verdere betekenis wordt toegepast. Virginia Woolf gebruikt de VIR voor bijzondere artistieke doeleinden: bij Mr. Ramsay, de rationalist en filosofieprofessor, die de menselijke kennis in alfabetische volgorde heeft ingedeeld en van mening is dat hij zelf al bij de letter Q is aangekomen, past de VIR niet goed. Dit wordt zeer duidelijk in de beslissende passage waar het gaat om de verhouding tussen de beide echtelieden op pp. 64-68. Voor de intuïtieve Mrs. Ramsay wordt veel meer VIR gereserveerd om haar taaluitingen en gedachten weer te geven dan voor Mr. Ramsay, die hiervoor de DR en de verteller nodig heeft. De VIR als middel om gedachten weer te geven is voor Virginia Woolf het belangrijkste hulpmiddel om de twee belangrijkste personages, Mrs. Ramsay en Lily Briscoe, te portretteren. Bijna alles, van hetgeen zich in het bewustzijn van Mrs. Ramsay afspeelt, wordt weergegeven in de VIR en dit geldt ook in hoge mate voor Lily Briscoe. In de VIR worden ons de betrekkingen van de personages tot hun medepersonages onthult, de omringende wereld en de indrukken van de personages hierover. Het gaat hierbij om opflikkerende gedachten, gepieker en herinneringen. De VIR toont ons hetgeen de belangrijkste personages innerlijk beweegt en wat ze denken en voelen. Hierbij legt de VIR in To the Lighthouse zijn eigen wetten op. Het getij voor de ontwikkeling van de personale VIR is gekeerd. Dit nieuwe natuurlijke middel werd één van de pogingen van de Modernistische romanschrijvers om hun ‘echte’ levenservaringen vast te leggen. De auctoriale VIR blijft een stilistisch middel om een taaluiting van een personage - nauwkeuriger dan een vertellerstekst dit zou kunnen - weer te geven. De personale VIR daarentegen is een doel op zich zelf, het is niet langer een stilistisch hulpmiddel, dat de verteller voorhanden heeft. De personale VIR is de stenografische verwoording van het bewustzijn geworden. Het laatste stadium in de ontwikkeling van de VIR wordt gekenmerkt door een minimum aan vertellerstaal als middel tot zelfbespiegeling. Deze ontwikkeling zou moeten aangeven in welke gevallen en in hoeverre het personage de rol van de verteller kan verbergen of zelfs uitschakelen. In het alleruiterste geval kan de VIR gebruikt worden als echo van de woorden van het personage, maar de personale VIR kan nooit de woordelijke herhaling worden van een gesprek, het zal nooit de zuiver fonologische, dialectische kenmerken kunnen weergeven, want dit is het voorrecht van de DR. Er kunnen geen formele redenen genoemd worden om een verteller in een VIR tekst uit te schakelen. Dientengevolge treffen we in de personale VIR nog steeds een expressieve verteller aan, hoewel op afstand. Voorbeelden van de personale VIR kunnen gevonden worden in James Joyce's A Portrait of the Artist as a Young Man (1914) in Dorothy Richardsons eerste Miriam romans, zoals Pelgrimage en Pointed Roofs (1915) en Virginia Woolfs Jacob's Room (1922). Hier werden de eerste stappen gezet voor de ontwikkeling van de personale VIR. Met Ulysses in 1922, Dorothy Richardsons Trap in 1928 en Virginia Woolfs Mrs. Dalloway in 1925 en To the Lighthouse in 1927 kwam de personale VIR volledig tot ontwikkeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Concluderend kan nu worden gesteld dat in To the Lighthouse als voorbeeld van een Modernistische roman, de personale VIR zeer uitgebreid gebruikt wordt. De personale VIR wordt gebruikt om het weinige vertrouwen in een vertellers point-of-view naar voren te brengen en om de voorlopigheid van elke hypothese van de vele verschillende personages en de twijfel aan de adequaatheid van al hun taaluitingen weer te geven. De personale VIR heeft de totale structuur van deze roman bepaald. De VIR wordt een doel op zichzelf, waardoor Virginia Woolf haar volledige werkelijkheid in To the Lighthouse kon beschrijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|