Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen
(1794)–Anoniem Evangelische visnet, : bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische Triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen, Het– Auteursrechtvrij
Stem: {Hoe leg ik hier in dees ellende.
| |
[pagina 273]
| |
Ik toonde my aan God ontrouw:
Aldus raakte ik in die zonden,
Die mijn ziel jammerlyk doorwonden.
4. In Iesus naam 'k my knien buige
Al woon ik hier onder d'aard,
Waar door ik duidelijk betuige
Dat hy is God, die mij bewaard
Heeft, en op 't laatste van myn leven.
Zijne genade mij gegeven.
5. En nu ben ik van getalle
Dat Sint Ian is veropenbaard,
En heeft gehoord met groote geschalle
Zeer luide roepen onder d'aard:
Lof zy God in de Troon verheven,
Wij prys en eer hem altyd geven.
6. In 't Hemelryk zal ik wel raken,
Maar daar gaat niemand in besmet,
Dus leg ik in dees heere baken,
Om zo te worden rein en net,
En zalig zyn als door het branden,
Dat beproeft het werk mijnder handen.
7. Had ik gevolgt Gods trouwe rade:
Verrekent hier met uw party
Terwyl gy bent in 's levens pade,
Daar uwe tijd gaat heel voorby,
Eer men u geeft te tormenteren,
Aan de Iustitie knegts des Heeren.
8. Og nu mag ik het niet ontlopen,
Ik ben gebonden alzo vast
Mijn heele schuld moet ik bekopen,
Og waar ik daar eens van ontlast:
| |
[pagina 274]
| |
Den laatsten duit moet ik betalen,
Og waar van daan zal ik het halen.
9. Og waar zal ik nu bystand vinden
In dezen myn bedroegde staat!
Ontfermt u mynder myne vrinden,
Wild tog wat doen voor mijn misdaad,
Gij kunt myn lasten helpen dragen,
En zo verligten myne plagen.
10. Hoe veel deden de Machabeen.
Die offerde zo groten geld,
Om den Heer te stellen te vreen
Voor 't volk dat lag gedood in 't veld.
Tobias steld ook op de graven
Brood ende wijn om un te laven.
11. De Jabes Galad ingezeten
Hebben voor Sauls volk gevast,
Voor al die waren dood gesmeten,
Van 't Philistijnsche hier verrast:
Ia David die ging zelver vasten
Over deze verslage gasten.
12. Gedumpt te worden voor de doden,
Dat is voor hem de boete doen,
Dit word van Paulus niet verboden,
Maar wel verhaalt als een verzoen,
De wyze man leerd aalmis geven,
Voor die verscheiden zyn uit 't leven.
13. Al van ruim zestienhondert jaren
Tot nu aan dees bedroefden tyd,
Gelyk d'Oudvaders ons verklaren,
Deden de Christenen met vlijd,
Aalmissen, vasten en gebeden,
Ia deden Miss' voor d'overleden.
| |
[pagina 275]
| |
14. Denk eens om my, o Christen mensche,
Ontferm u myn ellendigheid,
Naar uwe gunst in stadig wensche,
Toon mij tog eens barmhertigheid,
Ten minsten gy zy mijn lieve vrinden,
Die ik eertijds zo zeer beminden.
15 o Goede God! o lieve Heere!
Gy doet myn nog zo veel genaad'!
Ik duizendmaal verdiend heb meer,
Door mijn menigvuldig misdaad:
Maar Uw' genaad' gaat al te boven,
Daarom zal ik u eeuwig loven.
|
|