Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLXXXVI. Op den dood. 1. Spoedig zal het uurtje komen, Dat mij uit deez' jamren haalt; Bij Gods zacht ontslapen vromen Is de rust mij reeds bepaald: Waarom dan zoo bang geklaagd, Daar mijn heil in 't sterven daagt? 2. Treurig' oogenblikken lijdens Brengen mij in rust en vreugd; Weinig oogenblikken strijdens Leevren mij de kroon der deugd, Die de Heer elk', die gelooft, Zelf eens drukken zal op 't hoofd. 3. Onze korte, droeve dagen, Vol van jamren en geween, Snellen spoedig onder 't klagen Ongemerkt als droomen heen; Want ons leven en ons leed Zijn een hand, een hand slechts breed. 4. Heiligen van vroeger' jaren Kwijnden hier, gedrukt van kruis Nu zijn zij, bij d'Englenscharen, Eeuwig bij hun' Vader t'huis; [pagina 334] [p. 334] Schoon hun vleesch, in 't graf verteerd, Reeds tot stof is weêrgekeerd. 5. Word ik ook bij mijne vaadren In het graf ter neêrgeleid; God zal eens mijn stof vergaadren, Leven doen voor d' eeuwigheid: Daar verwacht mij vol genot Bij mijn' Heiland en mijn' God. Vorige Volgende