Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLXXXIII. Op den dood. 1. Wijk aardsch geluk vol wisselvalligheên, Ontwijk ons oog! wat heil kunt gij ons geven? Al wat ons hart nog aantrekt hier beneên Is ijdle damp, waar dwazen slechts naar sterven: Niets houdt hier stand, niets dan de dood alleen, Het zeker eind van 't nietig menschlijk leven. 2. Oneindig' God! wiens onbegrensde magt Der menschen tijd zoo juist heeft afgemeten, [pagina 329] [p. 329] Och! dat ik steeds aan mijne broosheid dacht', Och! dat ik nooit mijn sterfuur mogt' vergeten: Zoo ijl ik 't lot, dat mij hierna verwacht, Blijmoedig toe met een gerust geweten. 3. Om Jezus wil maak ons van schulden vrij, De band is sterk, die ons aan 't stof blijft knellen, De zondedienst is d' ergste slavernij, Hij knelt te meer, hoe meer de jaren snellen; Zoo vliegt de dag der zaligheid voorbij, En ijlings zal de zeis des doods ons vellen. 4. Vorm tot uw' dienst ons hart, o heilig' God! Dan zal in ons een vuur van ijver branden; Uw dienst alleen geeft onvermengd genot, En maakt ons vrij van droeve zondenbanden: Dan juichen wij in ons toekomstig lot, En stellen ons blijmoedig in uw handen. Vorige Volgende