Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden
(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij
[pagina 117]
| |
2.
'k Zal met zin en lusten
In uw' wil berusten,
Wat Gij wilt is goed:
Niets vermag mijn pogen;
Maar uw mededoogen
Rust mij toe met moed.
Als 't heelal
Zich neigt ten val,
Als uw oordeel angst zal wekken,
Zult Gij mij bedekken,
3.
Aan mijn laatste snikken
Denk ik zonder schrikken,
Mijn Verlosser leeft't
't Ligchaam moog verderven,
'k Weet, dat Hij, na 't sterven,
't Heerlijk wedergeeft.
Bange dood,
O laatste nood!
Doe vrij 't hart van zondaars siddren,
Wat heb ik te siddren!
4.
Ook voel ik met smarte
Zonder die in 't harte
Mij met kracht bestrijdt:
Doch ooit al die kwade
Redt mij uw genade,
Naar uw woord, altijd.
't Zuchtend hart,
Dat in zijn smart
Redding van uw gunst blijft wachten,
Zult Gij niet verachten.
| |
[pagina 118]
| |
5.
Dat ik in u roeme,
U mijn' Vader noeme,
Vrij tot U mag treên;
Dat ik, als ik sterve,
Uwen hemel erve,
Komt van U alleen.
Dat uw hand
Mij houdt in stand,
Dat Gij mij behoedt voor 't kwade,
O! dat is genade.
6.
Jezus, die uw leven
Voor mij hebt gegeven,
Opdat nimmer nood
Hopeloos mij griefde,
Groot is uwe liefde,
Sterker dan de dood!
En ik, Heer!
Zou tot uw eer
In uw heil mij niet verblijden,
U mijn hart niet wijden?
7.
U opregt te vreezen
Moet mijn blijdschap wezen,
Zonder mijn verdriet:
Wereldsch vergenoegen,
O! dat is 't genoegen
Mijner ziele niet;
Mijn gemoed
Kan al het goed,
Waar hier dwazen ooit naar trachten,
Rijk is U, verachten.
| |
[pagina 119]
| |
8.
Heeft het goed der aarde
Wezenlijke waarde,
Schept het vreed in 't hart?
Neen! wat zijn vermaken,
Daar wij hier naar haken?
IJdelheid en smart.
Gij verheugt
Met ware vreugd;
Gij zult allen, die U eeren,
Eeuwig weder eeren.
9.
Vol van uw genade
Trouw behoed voor 't kwade,
Leef ik in U blij:
Dat die vreugd mijn harte,
Is de grootste smarte,
Steeds tot sterkte zij!
Zoo verblijd
Wacht ik den tijd,
Om het doodsdal door te streven
Naar het eeuwig leven.
|
|