Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXV. Belijdenis van zonden. 1. Almagtig' God! door waar berouw bewogen Belijden wij voor uwe heilig' oogen, Dat w'onrein stof, rampzaalge zondaars zijn, In schuld en smet ontvangen en geboren, Geneigd tot kwaad, en die de kracht verloren Tot alle goed, dat meerder is, dan schijn. 2. Dit diep bederf, die bron van all' ellenden, Doet daaglijks ons uwe reine wetten schenden, En woelt en woedt in opstand met uw eer: Dit diep bederf blijft elke heilbron stoppen, Het doet in ons een bang geweten kloppen, 't Stort in een poel van jamren ons ter neêr. 3. Dan, Heer! een waar gevoel van onze zonden, Een hartlijk leed, dat w'uwe wetten schonden, Doen ons voor U beschaamd, veroordeeld staan. Ontfermend' God! kom ons met uw genade In onz' ellend en diep bederf te stade, Gij, Gij alleen biedt ons nog redding aan. [pagina 67] [p. 67] 4. Hoe gansch onwaard w'uw gunst ook wezen mogen; Verheerlijk nog aan ons uw mededoogen, O Gij! die steeds erbarmer zijt geweest; Vertroost ons hart door vaderlijk vergeven, En schenk, vermeêr ons voorts door al ons leven De gaven, Heer! van uwen goeden Geest. 5. Zo treur' in ons een diep getroffen harte, Zoo voelen wij die ongeveinsde smarte, Die ons steeds meer der zonde sterven doet: Zoo zullen wij die eedle vruchten dragen, Die U, o God! om Jezus wil, behagen, En blijken zijn van een vernieuwd gemoed. Vorige Volgende