| |
| |
| |
| |
Professor dr. Paul Christiaan Flu
1884-1945
door W.H. Lionarons
Paul Christiaan Flu werd geboren op 11 februari 1884 te Paramaribo, als kind van tamelijk bemiddelde ouders. Zijn vader was koopman en was in de gelegenheid om uitstekend onderwijs voor zijn kinderen te bekostigen. Reeds op school onderscheidde hij zich door zijn grote intelligentie en ijver en reeds toen had de hele Surinaamse gemeenschap grote verwachtingen van hem. Niet dat hij zich dag en nacht terugtrok in zijn studiekamer, verre van dat. Hij was een levenslustige jongen, vol humor en veel talent voor sport, dat nog begunstigd was door een stevige lichaamsbouw en drang tot wedijver, die hem later in zijn wetenschappelijk leven goed te stade zou komen.
| |
Naar Nederland voor studie.
Na de schoolbanken werd hij student aan de Geneeskundige School te Paramaribo en het verbaasde niemand, toen hij al op 20-jarige leeftijd zijn eed als geneesheer aflegde en zijn doktersbul in ontvangst nam. Kort daarop vertrok hij naar Nederland, om zich verder te bekwamen in de geneeskunde. Aan de univesiteit van Utrecht behaalde hij op 22-jarige leeftijd zijn artsradicaal, hetgeen hem de grote eer bezorgde als één van
| |
| |
de jongste doktoren van alle tijden de universiteit te hebben verlaten. Zijn plan was om verder oogheelkunde te studeren en tot dit doel specialiseerde hij op de oogheelkundige klinieken van Professor Snellen te Utrecht en Professor Galezowski te Parijs.
Maar toen reeds was zijn grote en blijvende liefde voor de bacteriologie en de parasitologie gewekt en in plaats van oogspecialist werd hij assistent in de Bacteriologie bij Professor Spronck te Utrecht.
| |
Officier van gezondheid in Suriname
De militaire dienstplicht onderbrak echter zijn studie in Utrecht en als voorbereiding van zijn taak tot Officier van Gezondheid in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, maakte hij gedurende enkele maanden een studie van de tropische ziekten aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Hamburg.
Zijn eerste post als Officier van Gezondheid was zijn vaderland Suriname, waar hij in 1908 aankwam en werd aangesteld in het Militair Hospitaal te Paramaribo, waartoe ook het tegenwoordige 's Lands Hospitaal behoorde. Behalve algemene medische praktijk, deed dokter Flu ook dienst als oogspecialist en Hoofd van het Pathologisch Laboratorium, terwijl hij tevens leraar was aan de Geneeskundige School.
Dokter Flu bleef slechts drie jaren in Suriname, maar gedurende dit korte verblijf legde hij de grondslagen van onze tegenwoordige kennis van de tropische ziekten in ons land.
Er was geen probleem op dit gebied dat niet zijn belangstelling had. Nauwelijks in het land aangekomen of hij ontsnapte ternauwernood aan de dood, ten gevolge van de hevige gelekoorst epidemie, die van december 1908 tot februari 1909 woedde en een groot aantal slachtoffers maakte. Dit was voor hem reden om een nauwgezette studie te maken van deze ziekte. Via gelekoorst kwam hij op de malaria en bij Gouvernementsbesluit van 16 april 1910, werd hij officieel belast met het wetenschappelijk onderzoek naar het voorkomen van malaria in het binnenland van Suriname en met de studie van deze ziekte.
Het rapport hierover publiceerde dokter Flu in 1912 en dit werd de basis voor vele latere studies van de malaria. Ook filaria had zijn belangstelling en het boekje dat hij hierover schreef, is in de hele wetenschappelijke wereld zeer bekend geworden.
| |
| |
Over bilharzia en bosyaws deed hij zeer belagrijke ontdekkingen, die onze inzichten verdiepten en daardoor de genezing van deze ziekten bevorderden. Tenslotte is hij één van de eerste doktoren geweest, die op grote schaal salversan gebruikte bij de behandeling van framboesia tropica, welk middel een enorme verandering in het ziektebeeld en het verloop van deze ziekte bracht.
| |
Vocht voor de goede waterleiding
Ook is hij de grootste voorvechter geweest voor een Waterleiding in Paramaribo. Aan de hand van de aanbevelingen van dokter Flu, werd door een daartoe ingestelde commissie een rapport uitgebracht in 1928, welke als grondslag diende voor de waterleiding die in 1932 in gebruik werd genomen. Ook het dichtmetselen, afsluiten, afbreken en onklaarmaken van waterbakken, waterputten en andere reservoirs van stilstaand water was een aanbeveling van dokter Flu, omdat hij toen al had aangetoond dat vergaarplaatsen van stilstaand water de meest geliefde broedplaatsen zijn voor filaria- en gelekoorts muskieten. Alle volgende generaties, die nu genieten van de zegeningen en gemakken van onze waterleiding, zijn hiervoor in de eerste plaats dank verschuldigd aan Professor Dr. P.C. Flu, die met veel geduld, grote toewijding en een brede visie, het medisch-hygiënisch pionierswerk verrichtte.
Als wij bedenken dat dokter Flu al deze prestaties in slechts drie jaren leverde, dan kunnen wij ons best voorstellen, welk een grote factor hij kon zijn geweest bij de verbetering van de medisch-hygiënische toestanden van zijn vaderland, als hij er langer was gebleven. Hij had het ook gewild, maar bij Koninklijk Besluit van 24 juli 1911, werd hij overgeplaatst naar Nederlands Oost-Indië, waar hij werd aangesteld tot Officier van Gezondheid bij het Medisch Laboratorium te Weltevreden.
Voor zijn grote prestaties in het belang van de gezonheid in Suriname, werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en het geeft ons wel een indruk van de grote talenten van dokter Flu, als wij hierbij bedenken dat hij toen slechts 27 jaar oud was.
| |
In Indonesië vooraan in de strijd.
Alvorens zijn nieuwe funktie te aanvaarden, werd dokter Flu
| |
| |
door de Nederlandse Regering in de gelegenheid gesteld om in Berlijn een studie te maken van de pest, aangezien deze ziekte één van de grootste plagen was in Indonesië.
Met evenveel toewijding en doorzettingskracht als hij in Suriname getoond had, werkte dokter Flu in Indonesië aan de verbetering van de volksgezondheid, eerst als vierde dokter in het Laboratorium te Weltevreden, kort daarna als tweede direkteur, terwijl hij reeds in 1915 - nauwelijks 31 jaar oud - werd aangesteld als direkteur, met een grote staf van medici en laboranten onder zich.
Ondertussen had hij de militaire dienst in 1912 verlaten en was hij in Overheidsdienst getreden.
Het wetenschappelijk werk van dokter Flu werd in hetzelfde hoge tempo voortgezet en hij werd één van de grootste deskundigen op het gebied van pest, cholera, filiria, dysenterie en typhus.
Maar ook algemene hygiënische vraagstukken hadden zijn aandacht, zoals de verdelging van schadelijk ongedierte en de zuivering van drinkwater. Zijn bevindingen op dit gebied leidden ertoe dat tal van maatregelen werden getroffen, die een aanmerkelijk verbetering van de volksgezondheid tot gevolg hadden en Indonesië toen mede maakten tot één van de welvaarste en bewoonbaarste delen van Azië.
Talrijke wetenschappelijke publicaties van zijn hand zagen het licht en werden in de medische wereld met grote nauwgezetheid bestudeerd, zodat zijn onderzoekingen niet alleen de bevolking van Nederlands Oost-Indië, maar de gehele mensheid ten goede kwamen.
| |
In Nederland
Vanzelfsprekend dat de prestaties van dokter Flu de wetenschappelijke autoriteiten in Nederland niet ontgaan waren en in 1921 werd hij benoemd tot Hoogleraar in de Tropische Hygiëne aan de Universiteit te Leiden. Hij was toen 37 jaar oud, betrekkelijk jong voor een professor, maar deze onderscheidingen waren gedurende het hele leven van Professor Flu de meest normale verschijnselen geweest en voor hem bepaald geen reden om een speciale air aan te nemen.
Op 11 juni aanvaardde hij zijn leerstoel met een inauguratie-
| |
| |
rede over de invloed van faktoren buiten het menselijke organisme en de verspreiding van infektieziekten in de Tropen’.
Kort daarna werd Professor Flu ook nog benoemd tot Direkteur van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Leiden. In daze funktie werd de geleerde in September 1927 naar Suriname gezonden voor de studie van bepaalde medisch-hygiënische problemen o.a. de Waterleiding. Hij bleef er tot december 1927 de laatste keer dat hij zijn geboorteland zou zien.
| |
Dokter Honoris Causa
In 1936 werd Professor Flu door de Universiteit van Utrecht benoemd tot Dokter honoris causa in medische wetenschappen.
Dit was de bekroning van het vele wetenschappelijk werk dat Professor doctor Flu had verricht, zowel in Suriname, Indonesië, als in Nederland, waar hij zich tot zijn dood in het bijzonder had beziggehouden met de studie van de bacteriophaag en het virus, waarover talrijke publicaties van zijn hand of zijn medewerkers zijn verschenen.
Reeds in Indonesië had hij getracht een anti-pest vaccin te bereiden, dat hem toen niet helemaal gelukt was. In Nederland hield hij zich weer intensief bezig met deze opgave en hij slaagde erin dit vaccin te verbeteren. In 1929 werd een grote hoveelheid van dit vaccin naar Indonesië verzonden. Groot was echter zijn teleurstelling, toen bleek dat het vaccin niet gebruikt kon worden, omdat Professor Otten aldaar bezig was zijn eigen vaccin toe te passen.
In Leiden had Professor Flu niet veel contact met de praktijk van de tropische geneeskunde, maar hij kon zich des te meer wijden aan het wetenschappelijk onderzoek, dat hij met intelligentie, volharding en toewijding verrichtte.
Met veel overtuiging en overredingskracht verdedigde hij zijn standpunt, dat hij altijd bereid was te bewijzen met eigen experimenten. Want zijn ideeën werden niet altijd voetstoots aangenomen.
| |
Rector magnificus te Leiden.
In zijn inauguratierede als Rector Magnificus van de Universiteit te Leiden in 1938, vergeleek hij zichzelf daarom met Pasteur, die een heftige strijd had te voeren, alvorens zijn inzichten over de gisting, rotting en infectieziekten konden triomferen. Zo had
| |
| |
Professor Flu ook wel hindernissen te overwinnen om zijn opvattingen over de natuur van de bacteriophaag en het virus ingang te doen vinden.
Het was het dogma van de generatio spontanea - hoewel in moderne vorm - waartegen hij streed.
Bij deze studie was hij voortdurend op zoek naar essentiële verschillen tussen dode en levende substantie en veronderstelde hij, dat er ook nog andere invloeden waren dan chemische en physische die gestalte gaven aan het leven en waarvoor men in eerbied en overgave het hoofd moest buigen.
Van zijn grotere werken noemen wij:
‘Parasitaire ziekten en hygiëne’ (leerboek in drie delen, eerste druk 1919); ‘Tropenhygiëne’ (1920 en 1934); Rapport over het bezoek aan Suriname (1920); zijn hoofdstuk over Pest in Mense's ‘Handbunch der Tropenkrankheiten’ (1924); zijn artikelen in ‘Praeventieve Geneeskunde’ (1936) en zijn ‘Voordracht over de aethiologie en prophylaxe van infectieziekten’ (1936).
| |
Geestelijke vader van velen
Professor Dr. Flu stond altijd midden in het leven en begreep beter dan wie ook de dienende taak van de dokter. Hij was een edel een beminnelijk mens, die altijd klaar stond voor zijn medemens en daarom zeer geliefd was bij zijn vrienden, collega's, medewerkers en studenten.
Hij was een hoogleraar vol humor en een examinator vol begrip voor de moeilijke geestestoestand van de student. Duizenden studenten vonden in hem hun geestelijke vader en honderden werkten onder zijn leiding aan hun proefschrift.
Iedereen die in aanraking met hem kwam, voelde de charme en de oprechtheid van zijn sympathieke persoonlijkheid.
Hij zou daarom een groot Rector Magnificus zijn geworden, ware het niet dat hij reeds vóór de aanvaarding van deze funktie de gevolgen ondervond van een infectie, die hij in het laboratorium had opgelopen bij zijn werk met pneumococcen. Deze ziektekiemen tastten zijn sterk lichaam zo ernstig aan, dat zijn leven slechts met grote moeite en inspanning kon worden behouden.
| |
Vooraan in strijd voor de vrijheid
En in deze slechte gezondheidstoestand plaatste hij zich ook nog vooraan in de strijd voor de vrijheid van de Universiteit,
| |
| |
wellke vrijheid ernstig bedreigd werd toen Hitlers horden in 1940 Nederland binnenvielen.
In augustus 1942 werd Professor Flu als gijzelaar gevangen genomen en in januari 1944 werd deze geleerde naar een concentratiekamp overgebracht; in dezelfde periode dat zijn oudste zoon op verradelijke wijze door de Duitse bezetter werd vermoord.
Deze tegenslagen braken de gezondheid van Professor Dr. Flu volkomen en op 19 december 1945 stierf hij geheel uitgeput, op slechts 61-jarige leeftijd.
Wij denken in dankbaarheid aan Professor Dr. Paul Christiaan Flu, die zijn leven gegeven heeft voor de lijdende mensheid en die zo'n belangrijke bijdrage geleverd heeft voor de verbetering van de hygienische toestand in de Tropen.
Hij is waarlijk een groot Surinamer, een man die het alleszins verdiend heeft dat wij hem gedenken ter gelegenheid van de 100-jarige herdenking van de emancipatie. Want ook hij heeft ons vrij helpen maken. Vrij van ziekte en leed. Vrij om te genieten van het leven, zoals alleen een gezond mens dat kan.
| |
Bibliografie:
| DR. A.E. WOLFF: PROFESSOR DR. P.C. FLU, De Stethoscoop, februari 1946. |
| P H. VAN TIEL: PROFESSOR DR. P.C. FLU, Acta Leidensia, volumen XVII. |
| PROF. DR. E. GORTER: PROF. P.C. FLU
West Indische Gids 1946 |
| PROF. DR. P.C. FLU: The Bacteriophage, Acta Leidensia, volumen XVII 1946. |
| P.C. FLU and H. FLU: Bacteriophages against plague, Acta Leidensia, volumen XVIII, 1947. |
|
|