| |
| |
| |
[Nr. 40]
Bibliografie van achttiende-eeuwse Nederlandse boeken op het gebied van tuinarchitectuur en -beplanting
Inleiding
In 1936 verscheen van de tuinarchitect L.A. Springer ‘Bibliografisch Overzicht van Geschriften, Boek- en Plaatwerken op het gebied der Tuinkunst’. Dit boek, de jongste bibliografie omtrent de tuinkunst verschenen in de nederlandse taal, wijdt verscheidene pagina's aan de hollandse tuinarchitectuur. Springer besteedt echter in zijn boek nauwelijks aandacht aan de beplanting van tuin en park; deze leemte voor wat betreft de achttiende eeuw in Holland trachten wij in dit artikel op te vullen.
De belangstelling voor tuin, park en landschap in het algemeen is groeiende. Het historisch landschap met zijn tuinen en parken, onze cultuurhistorische erfenis, mag zich verheugen in de aandacht van velen. Eén en ander vindt zijn neerslag in de grote aantallen bezoekers die tentoonstellingen rond deze thema's trekken. Onderzoek naar tuinen en parken van het verleden is in stijgende lijn. Bibliografieën van tuinboeken zowel voor wat betreft de vormgevende aspecten - bijvoorbeeld plattegronden - als het daarbij nauw aansluitende materiaalgebruik in de beplanting zijn van onmisbaar belang.
Een bibliografie van uitsluitend achttiende eeuwse tuinboeken heeft het element van beperking in zich. Toch is de achttiende eeuwse hollandse tuinkunst en zijn literatuur in meer dan één opzicht de moeite waard. Het meeste van wat ons nu rest aan historische tuinen en parken stamt uit die eeuw. Bovendien zien we de uiterlijke verschijningsvorm van tuinen en parken in de achttiende eeuw van het ene uiterste naar het andere gaan: de geometrisch-symmetrische rechte lijn in ontwerp en aanleg wordt verlaten ten gunste van de ‘natuurlijke’ kromme lijn. Deze stilistische kenmerken uit de achttiende eeuw hebben zich tot op heden naast elkaar en door elkaar in de landschapsarchitectuur voortgezet.
Uitgangspunt van de navolgende bibliografie is geweest het samenbrengen van achttiende-eeuwse nederlandse literatuur op het gebied van vormgeving en beplanting in tuin en park. Monografieën over buitenplaatsen, die meestal feitelijke beschrijvingen zijn en lofzangen op het hollands landschap en zijn cultuur zoals bijvoorbeeld de vele ‘Arkadia’
| |
| |
vallen buiten dit kader. Niet opgenomen zijn verhandelingen over ooftbomen en planten van één geslacht, zodat de ‘Pomologia’ en de ‘Fructuologia’ van J.H. Knoop o.a. vergeefs gezocht worden.
Dit geldt ook voor catalogi van onderwijstuinen en catalogi van uitsluitend kasplanten en orangerie-gewassen. Weliswaar draagt dergelijke literatuur bij tot de hedendaagse voorstelling van de achttiende eeuwse kennis op dit terrein, maar gezien ons uitgangspunt - beplanting in relatie met vormgeving - is deze niet opgenomen.
Vertalingen van buitenlandse werken zijn in de lijst aanwezig voor zover zij voldoen aan de gestelde regels. Wij achten deze vertalingen noodzakelijk, omdat hieruit geconcludeerd kan worden dat theorieën en technische gegevens over tuinaanleg uit het buitenland in de nederlandse taal beschikbaar zijn geweest.
De vindplaatsen van de boeken zijn in de lijst vermeld; aanwezigheid op de Koninklijke Bibliotheek hebben we laten prevaleren. Het is heel goed mogelijk en in sommige gevallen aanwijsbaar dat de boeken onder de vermelding ‘KB’ ook elders te vinden zijn. Dit geldt overigens ook voor andere vermeldingen, echter dan met uitsluiting van de KB. De jaartallen in cursief refereren aan de vindplaats.
Gebruikte bibliografieën:
Catalogus van de Boekerij der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw- en Plantkunde. Amsterdam, 1910. |
Rehder, A. The Bradley Bibliography. Cambridge Mass., 1911-1918. 5 Vols. |
Springer, L.A. Bibliografisch Overzicht van Geschriften, Boek- en Plaatwerken op het gebied der Tuinkunst. Wageningen, 1936. |
Pritzel, G.A. Thesaurus Literaturae Botanicae. Leipzig 18511, 18722 (reprint Milaan, 1950). |
Nissen, Cl. Die Botanische Buchillustration. Stuttgart, 1951. |
Catalogus Bibliotheek Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. Haarlem, 1956-1969. |
Gebruikte afkortingen:
KB |
Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. |
UBU |
Universiteitsbibliotheek Utrecht. |
BHI |
Biohistorisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht. |
LHW |
Centrale Bibliotheek van de Landbouwhogeschool Wageningen. |
UBA |
Universiteitsbibliotheek Amsterdam. |
RPK |
Rijksprentenkabinet Amsterdam. |
C.S. OLDENBURGER-EBBERS
J. STEHOUWER
| |
| |
| |
Bibliografie
1698-1721 KB
Schijnvoet, S. Voorbeelden van Lusthofsieraden zijnde Vaasen, pedestallen, orangerie-bakken, blompotten en andere bijwerken. Amsterdam, z.j. 2 Vols. in 1 Bd. Fol. Ills.
Schijnvoet's Lusthofsieraden is een verzameling platen van tuinornamenten. Wanneer de platen gebundeld verschenen zijn is niet precies bekend. Sommige afbeeldingen in kopergravure zijn gedateerd: de jaartallen lopen van 1698 tot 1721.
De literatuur vermeldt dat Schijnvoet langs de rivieren de Amstel en de Vecht buitenplaatsen heeft aangelegd.
In deze Lusthofsieraden, zijn enige boek over tuinkunst, komt geen tekst voor. Schijnvoets verzameling platen is uitsluitend een voorbeeldenboek voor Barokke tuinornamenten.
| |
1698 KB
Blankaart, S. Den Neder-landschen Herbarius ofte Kruid-boek der voornaamste kruiden tot de medicyne, spys-bereidingen en konst-werken dienstig..... Amsterdam, 16981 en 17142. 8o. Ills.
Systematische beschrijving van planten met hun hoedanigheden. Het uiterlijk en de indeling van het boek zijn overeenkomstig het meer bekende boek van Blankaart ‘Schouburg der Rupsen...’, Amsterdam 1668.
| |
1698 KB
Hermann, P. Paradisus Batavus..... Leiden, 16981 en 17052. 4o. Ills.
Hermann beschrijft in dit boek uitheemse planten uit verschillende beroemde plantencollecties op buitenplaatsen zoals Het Loo, Honselaersdijk, Sorgvliet, Oud-Teylingen, Leeuwenhorst, Gunterstein en de Vijverhof. De illustraties zijn voorzien van detailafbeeldingen van bloemdelen.
| |
1700 KB
Oosten, H. van, De Nieuwe, Nederlandschen Bloemhof, ook bekend onder de titel De Nederlandschen Hof beplant met bloemen, ooft en orangerijen..... Leyden, 17001 en 17032. en 17153 en 17233, Rotterdam, 17495 en 17846, Rotterdam en Amsterdam, 17927. Engelse editie: London, 1703 en 1711. Duitse editie: Hannover en Wolfenbüttel, 1706, Wolfenbüttel, 1728 en 1751. Franse editie: Leiden, 1714, Amsterdam, 1721. 8o. Ills.
Dit werk werd tot in de negentiende eeuw veelvuldig door tuinliefhebbers gebruikt en had grote invloed op de buitenlandse horticultuur.
Dl 1. Verhandeling wegens de culture en allerhande soorten van curieuse bloemen.
Dl 2. De Nederlandschen Hof, beplant met bomen en boomgewas- | |
| |
sen, geschikt naar het climaat deeser Landen.
Dl 3. Verhandeling van het voortkweeken en culture der Oranje- en Limoenboomen. Dit deel schijnt overgenomen te zijn uit La Quintinye Instructions pour les jardins potagers et fruitiers, Amsterdam, 1699.
Een verhandeling over meloenen, een register van tachtig bloembomen en een lijst van zaadbloemen is sinds de vijfde druk opgenomen.
| |
1702 UBU
Munting, A. Phytographia curiosa. Amsterdam en Leyden, 17021, Amsterdam, 17112, Amsterdam, 17133, Amsterdam, 17144. 2 Vols. Fol. Ills.
Dit boek is een latijnse bewerking van zijn posthuum door Fr. Kiggelaer uitgebrachte Naauwkeurige Beschrijving der Aardgewassen, Leyden en Utrecht, 1696. S.A. Gabbema, auteur van de Friesche Lustgaarde, 1686, heeft na het overlijden van Munting in 1683 zijn Naauwkeurige Beschrijving..... afgemaakt. De nederlandse uitgave biedt exacte plantenbeschrijvingen met in het algemeen vermelding van naam en referenties naar eerdere beschrijvingen, de grond, de zaadwinning en de ‘krachten’ van de plant. Deze uitstekende beschrijvingen zijn in de latijnse uitgave verdwenen; alleen de naamgevingen zijn hierin opgenomen. De folio-prenten zijn waarschijnlijk voor een deel van de hand van Munting zelf, daar verschillende figuren zowel in deze nederlandse, in de latijnse uitgave, als in Muntings eerder verschenen werk Waare Oeffening der Planten, 1672, identiek zijn afgebeeld. Bijzondere aandacht verdienen de landschappen op de achtergrond van de plantafbeeldingen.
| |
1703 KB
Oosten, H. van, Register van alle de soorten der voornaamste vrugten... en Register van alle de saaden, behoorende tot de moestuinery..... Leyden, 17031. Gebonden bij De Nieuwe Nederlandschen Bloemhof, 17033 en 17153. 8o. Geen ills.
| |
1713 KB
Anonymus, Kweekschool voor liefhebbers der Hooven en Thuynen. De Nieuwe en naauwkeurige Nederlandsche Hovenier. Leyden, 17131 en 1716-17272. 5 Dl. in 3 Bd. en 1735-1752X. 4 Dl. in 1 Bd. en 1753X. 8o. Ills.
Aangaande de tweede druk:
I | Tweede druk.....verbeeterd, Leyden, 1716. |
II | Register van alle soorten van peeren en appelen..... Bijvoegzel, Leyden, 1717. |
III | Oeffening en regte behandeling aangaande het bebouwen der moestuynen.....Tweede vervolg, of Tweede Deel. Leyden, 1718. |
IV | Vermeerdert en vernieuwd Register van meest alle de soorten
|
| |
| |
|
Uit A. Munting, 17021
|
| |
| |
| van peeren en appelen..... Samenhang en Bijvoegzel..... Tweeden druk..... vermeerderd. Leyden, 1721. |
V | Kweekschool voor liefhebbers der Hooven en Thuynen..... Tot volmaaking van de nieuwe..... Hoovenier. Leyden, 1727. |
| |
I | Nieuwe druk, Leyden, 1735. |
II | Kweekschool voor liefhebbers der Hooven en Thuynen..... Tweden druk, Leyden, 1738. |
III | Oeffening en regte behandeling aangaande het bebouwen der moestuynen..... Derden druk, 's-Gravenhage, 1751. |
IV | Vermeerdert en vernieuwd Register van meest alle de soorten van peeren en appelen..... Derden druk, 's-Gravenhage, 1752. |
| |
1719 KB
Agricola, G.A. Nieuwe en ongehoorde, dog in de Natuur welgegronde Queekkonst, van Boomen, heesters en bloemgewassen. Amsterdam, 17191 en 17242. 2 Vols. in 1 Bd. Vertaling uit het Duits, Regensburg und Leipzig, 1716. 8o. Ills.
Het in de titel voorkomende woord Queekkonst duidt geheel op de techniek van het vak.
| |
1720 LHW
M, I. van der, Tractaat der Lusthoff, bestaande in verscheydenen soorten van drooge en natte kommen, parterres, graswerken, dienende tot allerlei gelegenheid van gronden, door X.X. Leyden, 17201. Fol. Ills. In 1730 verschijnt hetzelfde boek onder een andere titel: Cieraad der Lusthoven, bestaande in allerhande soorten van drooge en natte kommen, parterres, graswerken en fonteynen. Tot dienst van alle liefhebbers der buitenplaatzen. Leyden, 17301. Fol. Ills.
Beide boeken zijn verzamelingen van platen als voorbeelden voor het aanleggen van verschillende tuinonderdelen.
| |
1721 BHI
Lehmann, D.C.J. Hoveniers Zakboekje of Nieuwe Volmaakte bloemtuin in de winter. Amsterdam, [17211], Zaltbommel, 18333. Uit het Duits vertaald; duitse editie, 1717. 8o. Geen ills.
Dit boek behandelt niet de planten die in ons land uitsluitend in kassen groeien, maar de planten die 's winters in kassen tot bloei kunnen worden gebracht en in het voorjaar in de tuin kunnen worden geplant. Het Zakboekje sluit af met een verhandeling over ‘algemeene vermeerdering van alle boom- en heester-gewassen’ van G.A. Agricola.
| |
1737 BHI
Court van der Voort, P. de la, Byzondere Aenmerkingen over het aenleggen van pragtige en gemeene Landhuizen, Lusthoven, plantagien en aenklevende cieraeden..... Leiden, 17371, Amsterdam, 17632, Amster- | |
| |
dam en Utrecht, 17662. 4o. Ills. Franse editie Leiden en Amsterdam, 1750. Duitse editie Göttingen, 1758.
Het boek ‘Byzondere Aenmerkingen.....’ is de tot nu toe vroegst bekende theoretische verhandeling over het aanleggen van tuinen in Holland. In dit werk getuigt Pieter de la Court van een oorspronkelijke visie op de vormgeving van tuinen, waarbij hij uitgaat van de hollandse situatie. De meest ideale omtrek van een tuin is voor de schrijver de driehoek, een vorm die nauw aansluit bij de toentertijd modieuze onderzoekingen naar de regels van het perspectief. Ook geeft Pieter de la Court uitgebreide aanwijzingen over de plaatsing van de beplanting in een tuin. Sinds de tweede druk is een uitvoerig hoofdstuk over het kweken van bloemen opgenomen. Hoewel slechts zelden in Holland een driehoekige tuin is aangelegd, heeft dit boek, als theoretische verhandeling, zeker authoriteit gehad.
| |
1745 KB
Miller, P. Groot en Algemeen Kruidkundig, hoveniers, en bloemisten Woordenboek, behelzende de manier om moes-, bloem-, kruid-tuinen, wildbossen, wijngaarden, oranje-huizen, stookkassen, enz. aanteleggen, enz. en allerlei gewassen te kweeken. Leyden, 17451, 2 Vols. Vier duitse edities tussen 1750 en 1776; vijf franse edities tussen 1785 en 1790. Fol. Ills.
Dit woordenboek is een nederlandse vertaling van The Gardener's Dictionary, London, 1731. Het geeft een goed overzicht van de toentertijd bekende planten - alfabetisch gerangschikt volgens de latijnse naam - en hun bijzonderheden.
Achterin het woordenboek zijn lijsten opgenomen van bepaalde plantengroepen gerangschikt naar aard, bijvoorbeeld in plantagiën en wildbossen. In de verklarende teksten worden aanwijzingen gegeven voor het aanleggen van tuinen en parken volgens de Engelse mode. Tuinontwerpen dienen gebaseerd te zijn op de bestaande situatie van het landschap en aan ‘het verstand en de vinding van de Konstenaar’ wordt nogal wat ruimte gelaten. Eén en ander betekent voor de hollandse manier van ontwerpen een geheel nieuwe visie. In hoeverre dit woordenboek daadwerkelijk invloed heeft gehad op hollandse tuinarchitecten en hun ontwerpen is onduidelijk; in ieder geval komt uit dit woordenboek naar voren dat de engelse theorieën in vertaling bekend zijn geweest.
| |
1752-1762 UBU
Knoop, J.H. De (beknopte) huishoudelijke Hovenier. Leeuwarden en Harlingen [1752-17621], en 17622. 3 Vols. 8o. Geen ills.
I | Verhandeling en meernamige lijsten van Ooft-vrugten, insgelijks alle boom- en Heesteragtige plantagie-gewassen, welke dienen ter beplanting van Tuinen en Bosschen, gelijk ook van alle keuken-gewassen, veld-vrugten, verfstof gewassen en anderen. [1752] |
| |
| |
II | Verhandeling van alle bloemgewassen, welke men in Tuinen tot vermaak en sieraad plant. [1760] De bloemgewassen worden alfabetisch behandeld, terwijl nauwkeurig groeiplaats en cultuur worden aangegeven. Ook is er een tuinkalender bij opgenomen. |
III | Verhandeling van alle medicinale planten. [1762] |
| |
1753 BHI
Knoop, J.H. Beschouwende en werkdadige Hovenier-konst of Inleiding tot de Waare Oeffening der Planten. Leeuwarden, 17531. 4o. Ills.
Knoop dant zijn reputatie voornamelijk aan de vele publikaties over de cultuur van gewassen. Zijn Beschouwende en werkdadige Hovenier-konst valt enigszins buiten deze reeks. Behalve dat het boek handelt over het kweken van bloemen en planten, komen ook de vormgevende aspecten van een tuinontwerp aan bod. Zijn aanbevelingen leveren Baroktuinen op.
| |
1763 UBU
Knoop, J.H. Dendrologia of Beschrijving der Plantagie-gewassen. Leeuwarden, 17631,2, Amsterdam en Dordrecht, 17903. Fol. Geen ills.
Exacte boombeschrijvingen met vermelding van namen, herkomst, groeiplaats en cultuur in Nederland. In de inleiding van het boek wordt duidelijk vermeld wat onder plantagietuin, allée, bosquet, scheerheg, wilde bossen etc. verstaan wordt. Zeer overzichtelijke registers achterin.
| |
1766 BHI
Anonymus. Het Volmaakte Burger-Thuinboek. Delft, 17661 en 17865. Vele malen herdrukt tot ca. 1820. 8o. Geen ills.
Na enkele zuiver cultuur-technische hoofdstukken volgt een tweede gedeelte waarin is opgenomen een behandeling van de belangrijkste tuinbloemen, van de moes- en keukengewassen en van de wilde boom- en heestergewassen. Het boek wordt afgesloten met maandelijkse tuinoefeningen.
| |
1767 UBU
Miller, P. Maandelijkse Tuinoefeningen in moes-, vrucht- en Bloemhof. Haarlem, 17673 (naar de veertiende druk van The Gardener's Kalender, 1765). Amsterdam, 18294 en 18515. Duitse editie Göttingen, 1750; franse editie Bruxelles, 1789. 8o. Ills.
Er staat in deze tuinkalender niet alleen te lezen wat er maandelijks in de tuin gedaan moet worden, maar ook wat maandelijks in tuin en kassen bloeit en geoogst dient te worden.
| |
1769 UBU
Knoop, J.H. Beschrijving van de moes- en keukentuin, zo van alle vrugten, planten en kruiden, die men in dezelve plant. Leeuwarden, 17691.
| |
| |
Uit G. van Laar, 18021
Uit J.H. Knoop, 17531
| |
| |
| |
1775
Meerburgh, N. Afbeeldingen van zeldsaame gewassen. Leyden, 17751. 4o. Ills.
Aangezien Nicolaas Meerburgh hortulanus van de academietuin in Leiden was, zullen verscheidene gewassen zeker aldaar geschilderd zijn, terwijl het ook bekend is dat de afgebeelde vlinders zich in zijn eigen collectie hebben bevonden.
| |
ca. 1775 RPK
Barbiers de Oude, P. Verzameling van Verscheide Tuin-gezigten naar 't Chinees gevolgt, zoogenaamde Grotwerken, Koepels, Kabinetten, Boogen en Zitbanken..... van nieuwe en vreemde vinding, zoo hier als elders, op Buitenplaatsen gebouwd en geschildert na en door de inventie van Pr Barbiers en in 't koper gebragt door HS Henke. z. pl., z.j. Ills.
Tot nu toe zijn alleen de titelpagina en enkele prenten van deze verzameling terug gevonden. Uit de titel blijkt dat het hier gaat om afbeeldingen van tuinelementen in de, voor Holland nieuwe, Chinese stijl.
| |
1779 UBU
Hirschfeld, C.C.L. Aanmerkingen over Landhuizen en Tuinkunst. Utrecht, 1779. Uit het Hoogduitsch vertaald. 8o. Geen ills.
De duitse uitgave van dit boek is in Leipzig, 1773 verschenen. In datzelfde jaar kwam ook de franse vertaling uit, eveneens te Leipzig, 12o. De inhoud van dit boekje beslaat een verhandeling over de aanleg van buitenplaatsen, tuinen en parken volgens de principes van de zogeheten landschapsstijl. Deze ‘Aanmerkingen’ is een theorieboek over tuinontwerpen, dat als een voorloper beschouwd kan worden van Hirschfelds beroemde werk Theorie der Gartenkunst, Leipzig, 1779-1785, 5 Vols. 4o. Ills. Opmerkelijk is dat het hier opgenomen boekje wel in het nederlands vertaald is en het zojuist genoemde werk niet. Overigens zijn er van Hirschfeld nog andere boeken in het nederlands vertaald; ook deze gaan over ‘natuur’ en ‘buitenleven’, maar zijn vanwege hun uitsluitend moralistisch karakter niet in deze lijst opgenomen.
| |
1782 KB
Meerburgh, N. Naamlijst der boom- en heestergewassen dienstig tot het aanleggen van lustboschjes of zogenaamde hermitagiën. Leyden, 17821, 17822 vermeerderde uitgave. 8o. Geen ills.
Aangezien het anno 1782 mode schijnt te zijn zogeheten hermitagiën aan te leggen en deze met verscheidene gewassen te versieren, heeft Meerburgh een lijst van planten opgesteld die hiervoor geschikt zijn, en wel volgens de rangschikking van Linnaeus.
| |
| |
| |
1783 LHW
Gentman, W. Tuin-catechismus voor liefhebbers van tuinen. Utrecht, 17831. 8o. Geen ills. Tuin-catechismus of oordeelkundige raadgevingen aan eigenaars en bruikers van Tuinen..... Amsterdam, [18202], tweede verbeterde druk.
De planten die in dit boek worden behandeld zijn uitsluitend moestuinplanten. Een tuin-almanak volgt daarna. In een aanhangsel worden alfabetisch de ‘voornaamste en meest bekende bloemgewassen’ beschreven.
| |
1789 UBU
Meerburgh, N. Plantae rariores vivis coloribus depictae. Leyden, 17891. Fol. Ills.
Korte teksten met verwijzingen naar de Linneaanse naamgevingen, naar aantekeningen van D. van Royen, begeleiden de folio-platen, waarop planten met vlinders staan afgebeeld.
| |
1790 LHW
[Servais, G.J. de] Korte verhandeling van de boomen, heesters en houtagtige kruidgewassen, welke in de Nederlandse lugtstreek de winterkoude kunnen uitstaan en dienen tot beplanting van lusthoven, laanen, wild- en wandelbosschen. Mechelen, 17901. 8o. Geen ills.
Alfabetische lijst van bomen, heesters en houtachtige gewassen met bijzonderheden over hun natuurlijke groeiplaats, kleur van bloemen en tijd van bloei, cultuur, grond, standplaats en eventueel huishoudelijk gebruik.
| |
1793 KB
Voorhelm Schneevoogt, G. Icones Plantarum rariorum. Haarlem, 17931. 2 Vols. Fol. Ills.
Onder supervisie van S.J. van Geuns Matth. Z., hoogleraar in de medicijnen en kruidkunde te Utrecht, vervaardigde Voorhelm Schneevoogt teksten in het latijn, nederlands, frans en duits bij de folioplaten, die door H. Schwegman werden getekend en in 't koper werden gestoken. Bij iedere plant worden oorspronkelijke groeiplaats, plaats in de tuin, vermeerdering en habitus vermeld. De naamgevingen in het Latijn verwijzen naar Linnaeus' Systema Naturae en Aiton's Hortus Kewensis (1789).
| |
1794 KB
Anonymus. Nederlandsch Bloemwerk. Door een gezelschap geleerden. Amsterdam, 17941. 4o. Ills.
Compilatie van gegevens over 53 planten. Weinig originele teksten, uitgezonderd de behandeling van planten in de winter. Het boek was volgens de uitgever bedoeld voor schilders, tuinliefhebbers en natuurwetenschappers.
| |
| |
Uit H. Numan, 17971
| |
1794 BHI
Brakel, Z. Catalogus van allerhande harde, zoo in als uitlandsche Boomen, Heesters en Plantgewassen. Utrecht, 17941. 8o. Geen ills.
1. | Catalogus van allerhande harde, zoo in als uitlandsche vreemde Boomen en Heesters, tot gebruik der Chineesche; of zoogenaamde Engelsche Lust-Boschjes. |
2. | Naamleist van een uytgebreide versameling der schoonste bloemplanten, zoo voor de boschjes als bloemhoven, die alle buyten konnen over blijven. |
3. | Naamleist van plantjes om voor bandjes, boordsels, en veldjes, in kleine Engelsche Tuyntjes te gebruyken. |
4. | Catalogus van een uytgebreide versameling zaaden, zoo van tweejarige, als overblijvende Plant, en Bloemgewassen. |
Brakel, die overigens ook tuinarchitect was, stelde deze lijsten op met behulp van de Natuurlijke Historie van M. Houttuyn, Vol. II, 1773-1783 en de naamgevingen van Linnaeus.
| |
1795 UBU
Wintershove, J.B. van, Handboek voor liefhebbers van vreemde plantsoenen en tuiniers, of aanleiding tot de kennissen van alle in- en uitlandsche boomen en heesters, welke bij ons in de open lucht kunnen gekweekt worden. Utrecht, 17951. Uit het Hoogduitsch samengesteld. 8o.
| |
| |
Geen ills.
Een alfabetische lijst van plantenbeschrijvingen voor liefhebbers en tuiniers, uit franse en duitse bronnen vertaald en voor Nederland bewerkt. De plantbeschrijvingen vermelden groeiplaats, grond, voortteling, zaaitijd, blad, bloei, groei en gebruik. In het voorwoord worden aanbevelingen gedaan over bomen voor een droge grond, - voor een natte en vochtige grond, - met fraaie bloemen, - met een aangename reuk, - met een ranke groei (voor berceaux, prieëlen enz.), - die altijd groen blijven en over bomen die zeer snel groeien.
| |
1797 UBA
Numan, H. Vier-en-twintig printtekeningen met couleuren, verbeeldende Hollandschen Buitenplaatzen met derzelver beschrijvingen. Amsterdam, 17971. 4o oblong. Ills. Met franse titel.
De vierentwintig prenten gebundeld in dit boek werden door Numan van 1794 tot 1797 vervaardigd. De samensteller van dit werk, die ook de tekstschrijver is, heeft een fraai beeld gegeven van de feitelijke situatie van een aantal hollandse buitenplaatsen aan het eind van de achttiende eeuw. In de tekst die de afbeeldingen begeleidt, komt tot uiting dat Numan de zogeheten landschapsstijl in hoge mate waardeert. De ‘vier-en-twintig printtekeningen’ is het eerste oorspronkelijk nederlandse boek waarin de ‘nieuwe smaak’ bij het ontwerpen van tuinen en parken geëtaleerd wordt.
| |
1798 KB
Meerburgh, N. Plantarum selectarum icones pictae. Leiden, 17981. Fol. Ills.
Dit boek kan beschouwd worden als een vervolg op N. Meerburgh, 1789. In de uitgave van 1798 zijn echter geen vlinders afgebeeld.
| |
1802 KB
Laar, G. van, Magazijn van Tuin-sieraden of Verzameling van modellen van aanleg en sieraad voor groote en kleine lust-hoven, voornamelijk van dezulke die met weinig kosten te maaken zijn. Amsterdam, 18021. 4o. 56 Pl. Amsterdam, Zaltbommel, 18192. 4o. 190 Pl., Zaltbommel, 18313. 4o. 190 Pl. Gouda, z.j. ca. 1860. 4o. 100 Pl.
Het Magazijn van Tuin-sieraden bevat in de eerste druk 56 platen; in de tweede en derde druk zijn deze aangevuld tot een aantal van 190. De voorrede vermeldt in alle drukken, behalve in die van 1860, het jaartal 1802, zodat verwarring van eerste met tweede en derde druk kan ontstaan. Een hulpmiddel bij juiste datering is, dat op de titelpagina van het exemplaar uit 1802 ‘republiek’ vermeld wordt en op de titelpagina van het exemplaar uit 1819 ‘koningrijk’. Zowel afbeeldingen van tuinornamenten, als plattegronden van tuinen en parken komen in het Magazijn voor; deze zijn gebruikt als voorbeelden voor tuinarchitecten en eigenaars van tuinen en parken. De tekst die bij de afbeeldingen hoort is uitsluitend beschrijvend. De
| |
| |
| |
| |
Uit J.C. Krauss: De trompetboom of Catalpa bignonioides Walt
| |
| |
platen, in sommige exemplaren gekleurd, zijn voor een gedeelte overgenomen uit het buitenland; ook zijn er nieuwe ‘platte gronden en sieraaden’ toegevoegd.
De druk van ca. 1860 is een bewerking van de tekst uit 1819, met de oorspronkelijke afbeeldingen. Deze uitgave wordt bovendien vermeerderd met een lijst van vrucht-, schaduw-, treur-, sier-, en andere bomen, heesters, bloemzaden en bloembolgewassen door K.J.W. Ottolander, A.C. van Eeden en J.T. van der Berg.
Dit Magazijn hoort nog thuis in de achttiende eeuwse traditie van tuinontwerpen en tuinversieringen; afbeeldingen van o.a. tuinornamenten in neo-gotische en klassicistische stijl, Chinese elementen en plattegronden in de zogeheten landschapsstijl wijzen op laat-achttiende eeuwse vormregels. Vermelding verdient ook dat van Laar volgens de werkelijkheid getekend heeft: o.a. twee gebouwtjes aanwezig op de buitenplaats Velserbeek krijgen een plaats in de rij van 190 platen.
| |
1802-1808 KB
Krauss, J.C. Afbeeldingen der fraaiste, meest uitheemsche Boomen en Heesters die tot versiering van Engelsche Bosschen en Tuinen op onze grond kunnen geplant en gekweekt worden. Amsterdam, 1802-[1808]1. 4o. Ills.
Dit boek is een pendant van het bovengenoemde werk van G. van Laar Magazijn van Tuin-sieraden - de opmaak van het titelblad, het jaar van uitgave en de drukker zijn in beide boeken dezelfde. In de beschrijvingen van de planten worden opgenomen de latijnse, nederlandse, franse, engelse en duitse naam. Verder worden de klassen en orden van Linnaeus' systeem vermeld en de oorspronkelijke groeiplaats, de plaats in de tuin, de bloeitijd, de rijpheid, de cultuur en eventueel het nuttig gebruik. Krauss is ook de auteur van de Afbeeldingen der artseny-gewassen, 1796-1800.
|
|