Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Toon: Gy Heiligheitjes die in bloemen. DE kronkelende swier van uw strikdartle hairen, Die langs u schouderen, als goutdraat, swieren neêr O Hageroos, schijnt eer Een Minnezee, die golft met Venus gulde baren. 2.[regelnummer] Uw blakende oogen, die mijn siel in min verwarren, Als goude Zonnen aan uw zilvren Hemel staan, Ik loof gy zijt Diaan, Of zijt gy 't niet, gy zijt dan een van hare starren. 3.[regelnummer] O purpre Roosemont, wie souw voor u niet buigen? Hoe lukkig zal hy zijn die u geniet tot loon! O mont daar Minnegoôn, Het Hemels Nektar en Ambroos uit koomen zuigen. 4.[regelnummer] Mijn schone, die mijn hart geboeit hout aan u hairen, Wanneer uw harder hoort uw hemelsche muzijk, Dan neemt zijn ziel de wijk; [pagina 22] [p. 22] En wil uit zijne mont in uwe boezem varen. 5.[regelnummer] Zing met uw schelle keel vol duizent nachtegalen Dat d'Echo weergalm op uw schelle en brave toon, Tot dat al d' Akkergoôn, Van vreugden hupplen in de Dimermeerse dalen. J. Dullaert Vorige Volgende