| |
| |
| |
Luigi Malerba
Het meisje in het grijs
Luigi Malerba (1927) behoort sedert ruim twintig jaar tot de fine fleur van de Italiaanse literatuur. Dank zij enkele recente vertalingen is hij ook in het Nederlandse taalgebied geen onbekende meer.
Hij debuteerde in 1963 met de verhalenbundel De ontdekking van het alfabet. Deze tragikomische verhalen over het leven van een boerengemeenschap tussen de twee wereldoorlogen hebben nog wel een klassieke verhaalstructuur, maar bevatten reeds de absurde humor die later Malerba's handelsmerk zal worden. Zijn definitieve doorbraak kwam er met de romans De slang en Salto mortale (waarvoor hij de Franse Prix Médicis kreeg). Zijn laatste grote roman, Il planeta azzurro, dateert ui 1986. Deze erudiete thriller is het verhaal van de geplande aanslag op Il Professore, de spin in het netwerk van de georganiseerde misdaad, de V.D.B. van Italië waarin de lezer moeiteloos Giulio Andreotti herkent.
Naast zijn romans publiceerde Malerba geregeld korte verhalen, verhalen gekenmerkt door een afstandelijke, spottende kijk op de menselijke soort. Psychologiseren is er niet bij, maar Malerba's talent om groteske situaties en absurde redeneringen te bedenken, komt in dit genre wellicht het best tot zijn recht. Het meisje in het grijs komt uit Malerba's jongste bundel Testa d'argento.
(M.V.)
Vertaling Marc Vingerhoedt
Ik ben het in het grijs geklede meisje dat elke vrijdagavond links op het televisiescherm te zien is in het reclamespotje voor ‘Multigust’-snoepgoed. Dat andere meisje, altijd rechts op het scherm, met kleurige kleren en strikjes in haar haar als een vogelverschrikker, ken ik niet, ik weet alleen dat ze in porno- | |
| |
films gespeeld heeft, van die zogenaamde hard porno, en dat ze dat snoepgoedspotje gedaan heeft om reclame te maken voor zichzelf. Acteurs moeten te pas en te onpas hun gezicht laten zien, anders vergeet het publiek ze en is het afgelopen met hun carrière. De benen tellen ook mee, uiteraard, maar het gezicht is het belangrijkst. Als je het publiek alleen de benen van een heel beroemde actrice laat zien, is er niemand die ze herkent. Benen kunnen mooi of lelijk zijn, maar ze hebben geen persoonlijkheid.
Toen ze mij die reclame voor ‘Multigust’-snoepgoed aanboden, heb ik meteen enthousiast toegezegd, niet alleen omwille van het geld, maar omdat ik zes maanden lang eenmaal per week op televisie zou verschijnen, op een piekuur, vlak voor het nieuws. Miljoenen en miljoenen kijkers. Ik tekende een contract voor een maand werk en met het voorschot deed ik de eerste afbetaling voor een kleurentelevisie.
De avond dat mijn spotje voor het eerst werd uitgezonden, nodigde ik twee vriendinnen uit. Ik was nogal nerveus en terwijl we op de uitzending wachtten, at ik een zakje ‘Multigust’-snoepjes leeg. Ze zijn lekker, al schijnen ze vol kleurstoffen te zitten. En nu komt het: mijn probleem. Toen ik mezelf daar op het scherm zag, verstarde ik. Niet alleen mijn kleren waren grijs, ik was helemaal grijs, ook mijn gezicht en ook mijn benen. Ik weet niet hoe ze het gedaan hebben en wat voor trucs ze allemaal gebruikt hebben, maar had ik het geweten, ik had de opdracht denkelijk nooit aanvaard, of ik had mij het dubbele laten betalen. Ik zou in ieder geval geen geld hebben uitgegeven aan een kleurentelevisie, mijn zwart-wit-toestel was meer dan goed genoeg. Ik denk dat ze tijdens de opnamen speciale lichteffecten of zoiets gebruikt hebben, maar het resultaat was ronduit afschuwelijk. In het spotje ben ik natuurlijk degene die geen ‘Multigust’-snoepjes eet, terwijl dat andere meisje, dat met die kleuren, aldoor zit te snoepen.
Mijn eerste gedachte was een klacht in te dienen tegen die snoepgoedfirma, maar de twee vriendinnen die die avond bij mij waren, legden mij uit dat een actrice die zich een reputatie van
| |
| |
kruidje-roer-me-niet op de hals haalt, haar carrière wel kan vergeten en nooit meer werk krijgt, want al die bedrijven onderhouden goede relaties en maken afspraken met mekaar, al zijn het dan concurrenten. Ik zei daarnet dat acteurs hun gezicht moeten laten zien, maar een producer die per ongeluk de televisie aanzet en mij zo ziet, van kop tot teen in het grijs, zal mij allicht zo snel mogelijk proberen te vergeten. Ik legde me er niet bij neer, ik ben opstandig van nature. De volgende dag telefoneerde ik naar een advocaat die ik ken omdat ik ermee naar bed ben geweest, maar ook hij gaf me de raad mijn mond te houden. Hoe kun je trouwens de omvang van de schade bepalen, zei hij, als je nooit als actrice hebt gewerkt en dus ook geen marktwaarde hebt. Marktwaarde, zo zei hij het, alsof ik een industrieel produkt was. Kortom, ik was het kind van de rekening, zoals gewoonlijk. Het is overigens niet uitgesloten, zei hij om me te troosten, dat al dat grijs de aandacht trekt van een of andere producer. Dat zal wel. Ik kom nu al vier maanden eens per week op televisie en ik heb nog geen half werkaanbod gekregen, nog geen telefoontje, niks, helemaal niks.
Het meisje dat samen met mij dat reclamespotje voor ‘Multigust’-snoepgoed heeft gedaan, draagt een jurk met enorme bloemen, paars geruite kousen, groen satijnen schoentjes en om haar hals een sjaaltje van blinkende oranje zijde. Haar lippen en haar nagels zijn rood geverfd en ook haar wangen, wenkbrauwen en wimpers zijn geschminkt. Het lijkt het Festa dell'Unità wel. Zij mag niet klagen, want met al die kleuren ziet ze er leuk uit, hoewel ook een beetje belachelijk. Maar je kunt beter belachelijk zijn dan grijs en deprimerend. Deprimerend zijn is het ergste dat een meisje dat zoals ik actrice wil worden, kan overkomen. De idee van het reclamebureau is dat de kleuren van het andere meisje overeenstemmen met de kleuren van de ‘Multigust’-snoepjes, citroen aardbeien kersen ananas mokka sinaasappel rode bessen mandarijn cederappel enzovoort enzovoort. Ik zal aan de feministen zeggen dat een vrouw hier als snoepgoed behandeld wordt. Grijs daarentegen is het merkteken van hen die hun snoep niet eten en dus een grijs bestaan
| |
| |
leiden, de sukkels, omdat ze niet delen in de vreugden van de ‘Multigust’ smaken en kleuren. Maar ik ben in staat op een dag een persconferentie te geven om te zeggen dat hun snoepgoed kunstmatig gekleurd is, dan zijn ze hun goede naam voorgoed kwijt.
De kleren die ik voor het spotje droeg, hebben ze me, toen het werk achter de rug was, cadeau gegeven. Wat zouden ze er trouwens mee gemoeten hebben. Het zijn kleren in heel deugdelijke stoffen en van een uitstekende snit, want ze komen van een grote couturier, van een van de ateliers die werken voor de film en de televisie en gewend zijn om ook beroemde acteurs te kleden. Met wat die kleren kosten, kon ik me vast niet veroorloven ze te weigeren, al bekroop mij heel even de lust die gierigaards eens ongezouten mijn mening te zeggen. Nu loop ik dus al enkele maanden in het grijs gekleed. Het resultaat is dat de grijsheid van de kleren op mij is overgeslagen, ik ben triest geworden, ik lach haast nooit en mijn vrienden vragen zich af wat er met mij aan de hand is. Niets, zeg ik, ik ben triest en daarmee uit.
Sommige avonden blijf ik alleen thuis omdat ik geen zin heb iemand te zien. Ik zit dan in de fauteuil of lig op mijn buik op bed en huil om al mijn ellende. Je zou kunnen zeggen, waarom gooi je die grijze kleren niet weg? Maar dat kan ik niet, ik ben gekant tegen verspilling. Ik had trouwens niet meteen door dat grijs zo'n deprimerend effect had en nu is het te laat. Een paar avonden geleden voelde ik de aandrang door het venster naar beneden te springen. Je kunt zo onbewust van die ideeën over je krijgen en terwijl je het ene moment nog zit te lachen en plezier te maken, of liever zit te huilen, kun je enkele tellen later te pletter liggen op het trottoir.
Wanneer ik erin slaag wat orde in mijn hoofd te scheppen, weet ik dat ik eigenlijk een aantrekkelijk meisje ben, en dan ben ik er zeker van op een dag weer even opgewekt en geestig te zullen zijn als vroeger, maar dan begin ik weer te huilen en huil ik uren aan een stuk door, als een fontein. Van al dat huilen word ik steeds triester. De voorbije nacht huilde ik in mijn slaap.
| |
| |
Toen ik wakker werd, was mijn kussen doorweekt. Dat was bij mijn weten nog nooit gebeurd. Er is niets aan te doen, sinds de dag dat ik mij in het grijs kleed, is ook mijn leven grijs geworden, en wat nog erger is, ik begin mijn neerslachtigheid, mijn droefheid te koesteren en ik krijg nu ook angstaanvallen, net als al mijn vriendinnen. Ik zou dolgraag naar een psychoanalist gaan, maar eerst moet ik een nieuw contract hebben, want ze zeggen dat dat verschrikkelijk duur is.
Wanneer niemand me uitnodigt naar een restaurant, maak ik thuis iets klaar voor mij alleen. Gisteren barstte ik tijdens het eten van mijn spaghetti plots uit in een huilbui, de tranen vielen als regendruppels in mijn bord. Wanneer ik begin te huilen kan dat tellen. Op zeker ogenblik echter besloot ik te reageren, ik nam me voor iets te doen, in opstand te komen tegen de schooiers die mij in deze toestand hadden gebracht. Ik nam de telefoon en belde naar de boekhouder van die snoepgoedfirma, een kennis van mij, hoewel ik nooit met hem naar bed ben geweest. Ik zei hem dat ik in de maand dat ik voor hen had gewerkt, 500.000 lire had uitgegeven, alleen aan huur, telefoon en taxi. Plus het voorschot voor de kleurentelevisie, 100.000. Ze hadden mijn 800.000 lire betaald min de voorheffing, en daarvan had ik er 600.000 uitgegeven. Als zij denken dat ik een maand lang werk voor minder dan 200.000 lire, vergissen ze zich. De boekhouder zei niets, het was duidelijk dat hij niet wist wat te antwoorden. Daarna probeerde hij me ervan te overtuigen dat de uitgaven voor huur, telefoon en taxi, en ook die voor de kleurentelevisie, helemaal niets te maken hebben met het loon dat ik voor mijn diensten heb ontvangen. Voor uw diensten, zei hij, de idioot. Volgens sommige mensen zijn actrices allemaal sletten. Ik zei hem dat hij het nooit meer in zijn hoofd moest halen mij over diensten te spreken. Hij verontschuldigde zich en ging verder met te zeggen dat ze me goed betaald hadden en dat 800.000 lire een goede verdienste was. Alsof hij, als boekhouder, niet wist dat je je verdienste berekent door de uitgaven af te trekken van de inkomsten. Wie heeft het geld voor
| |
| |
de huur, de telefoon en de kleurentelevisie uitgegeven, zei ik, jullie of ik? En de taxi? En het restaurant? Moet iemand die werkt volgens jullie niet meer eten? En hij zei, u mag niet vergeten dat de firma niet al uw kosten op zich kan nemen, en u mag niet vergeten dat een telefoonrekening drie maanden omvat. Ja, maar de rekening heb ik betaald terwijl ik voor jullie werkte. Hij was uit zijn lood geslagen, mijn redenering sloot als een bus. Ik weet hoe je balansen maakt, zei ik, al ben ik dan geen boekhouder. Hij begon te lachen aan de telefoon en zei dat ik geen firma ben, maar een gewoon meisje. Je heb er geen idee van hoe stom mannen kunnen zijn: als het gaat om inkomsten en uitgaven, heb ik geantwoord, is er geen enkel verschil tussen een firma en een meisje. Hij hield me bijna een uur aan de telefoon en zei ten slotte dat hij me wilde inviteren voor het avondeten in een rustig restaurant buiten Rome, dan konden we onze discussie voorzetten bij een lekker bord spaghetti. Ik zei niet ja en niet nee, we spraken af dat hij me zou terugbellen. Over de grijze jurk en over mijn depressies heb ik hem niets verteld, er zijn zaken waarover ik aan de telefoon niet graag spreek.
Een meisje als ik dat alleen leeft, neemt uitnodigingen gewoonlijk aan om de eenzaamheid te verdrijven. Soms, als de kerel die je uitnodigt sympathiek is en je met hem ook de nacht doorbrengt, kun je er van op aan dat hij je de volgende dag een cadeau wil geven. Dat is een uiting van een lang voorbijgestreefde mentaliteit. Tegenwoordig staat een meisje op voet van gelijkheid met een man, ze hoeft daarvoor geen rabiate feministe te zijn. Ik neem nooit cadeaus aan, behalve wanneer het gaat om gouden munten zoals ponden of florijnen. Ik heb een zwak voor gouden munten, dat geef ik toe, maar wanneer een man mij enkele ponden cadeau geeft, stuur ik hem de volgende dag een leren riem of een aansteker om duidelijk te maken dat ik een eigen persoonlijkheid heb.
Ik verscheen geheel in het grijs gekleed op de afspraak, precies als in het reclamespotje op televisie. De boekhouder
| |
| |
maakte zich de hele avond vrolijk over mijn jurk, maar terwijl hij grapjes maakte, begon ook hij zich te realiseren dat grijs deprimerend is, niet enkel voor wie het draagt maar zelfs voor wie in diens gezelschap vertoeft. Nog even en ik ga ook huilen, zei hij. Ik trachtte me te bedwingen, maar nu en dan barstte ik in tranen uit. Uiteindelijk kreeg ik toch wat ik wilde: als ze nog eens een reclamespotje voor ‘Multigust’-snoepgoed maken, mag ik het kleurige meisje zijn. Je moet het zweren zei ik en hij zei ik zweer het. We tutoyeerden elkaar al. Hij beloofde me ook ervoor te zorgen dat ik de kleren van de firma cadeau krijg, en ik zei neem dat alsjeblieft op in het contract want van die hoef ik geen cadeaus. Na het eten zijn we bij hem thuis een whisky gaan drinken en om hem plezier te doen heb ik mijn grijze jurk uitgetrokken.
|
|