De Boekenwereld. Jaargang 6
(1989-1990)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
De Nijmeegse drukker Willem van Goor en zijn Materie- of Speldehoeksken
| |
[pagina 13]
| |
gesteld. Dit gebeurde op voorwaarde dat de weduwe van boekdrukker Abraham van Wesel haar leven lang het drukken en leveren van de ‘krankebriefjes’ en andere ‘attestatiën’ in de plaatselijke kerk mocht behouden.Ga naar eind7. In 1730 kwam van de persen van ‘de Ordinaris Stads- en Quartiers Boekdrukkery van Willem van Goor’ het eerste gedateerde drukwerkje, 8 bladzijden in kwarto: Nader Statuit, rakende de distributie van de Koops-penningen. Het was gedrukt in opdracht van de Nijmeegse magistraat, evenals de twee uitgaven in folio uit het
Nieuwjaars-Groet van de Nijmeegse Vulders en Aansteekers der Stads Lantaarnen, Arnhem & 's-Hertogenbosch, Hendrik en Willem van Goor, 1734.
jaar daarop: Reglement en Ordre op de wildbane en jagt, In het Schependom van Nymegen en Rooster Van de politie op het brood binnen de Stad Nymegen.Ga naar eind8. Willem van Goor is slechts korte tijd te Nijmegen werkzaam geweest en verhuisde naar de Hinthamerstraat te 's-Hertogenbosch, waar hij op 3 december 1731 de eed als poorter aflegde. Een maand later liet hij zich met zijn vrouw Elisabeth Hajenius registreren als lidmaat van de Nederlands-Hervormde Kerk aldaar.Ga naar eind9. In 1734 drukte hij er in samenwerking met zijn broer | |
[pagina 14]
| |
Bladzijde met initiaal G, uit: Materie- of Speldeboeksken, Nijmegen, Willem van Goor, 1730 of 1731 (Universiteitsbibliotheek, Gent).
Hendrik, die boekdrukker te Arnhem was, de nieuwjaarswens van de Nijmeegse ‘Vulders en Aansteekers dezer Stads Lantaarnen’.Ga naar eind10. Slechts twee andere Bossche drukken van Willem van Goor zijn bekend: een Latijns gelegenheidsgedicht van Johannes Heiringius uit 1733Ga naar eind11. en de eerste editie van de 's Hertogenbosch Comptoir- en Schryf-Almanak uit 1743.Ga naar eind12. Kort daarop is Willem van Goor overleden; hij werd te 's-Hertogenbosch begraven op 31 augustus 1743.Ga naar eind13. Tot nog toe bleef een van de uitgaven van Willem van Goor onvermeld: Materie of Speldeboeksken,//Zynde seer bequame Voorschriften/ voor de Jonkheyd/ om wel// te Leeren Lesen en Schryven/ en een aanporringe tot alle Christelijke Deugden. Blijkens het titelblad zijn aan de tekst nog toegevoegd een Titul-Boeksken, dat informatie biedt omtrent te gebruiken titulatuur, en een Maniere om te Schryven Obligatien, Quitantien, Huur-Cedulen, Schuldt-Brieven, ende Wissel-Brieven. Het impressum luidt: ‘Te Nymegen, Gedrukt by Willem van Goor, Boekdrukker in de Heesselstraat’.Ga naar eind14. Het drukkersadres was naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde als dat van zijn vader Swerus, die in juli 1730 voor 2800 gulden van de Mennonietengemeente het huis ‘De Kolder’ of ‘De Keulder’ kocht, boven aan de Hezelstraat bij de Grote Markt, in het hart van de stad.Ga naar eind15. Blijkens de bovenstaande gegevens moet deze uitgave stammen uit 1730 of 1731, ofschoon de voorbeeldbrieven in de tweede helft van het boekje alle gedateerd zijn op 1676 en 1677. Uit deze data, uit de gebruikte spelling en uit de inhoud blijkt zonder enige twijfel, dat een Zuid-Nederlandse, katholieke uitgave tot voorbeeld heeft gediend. Dit Materie- of Speldehoeksken is een voorbeeld van een typografisch schrijfboek, zoals dat in Noord-Nederland ten behoeve van het elementaire schrijfonderwijs werd uitgegeven. Als altijd bij schoolboeken zijn er slechts weinig exemplaren van bewaard gebleven. Uit de periode 1614-1777 konden slechts zes van dergelijke schrijfboeken uit Noord-Nederland worden opgespoord.Ga naar eind16. Typografische schrijfboeken werden vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw in de Zuidelijke Nederlanden uitgegeven, | |
[pagina 15]
| |
in kwarto oblong formaat. De tekst werd geheel gezet in de civilité-letter, die het lopende gotieke schrift moest nabootsen. Elke bladzijde bevat een afgeronde, moraliserende tekst, die aan de boven- en onderzijde omzoomd is met alfabetten in respectievelijk boven- en onderkast. Het meest in het oog springend zijn de grote, rijkelijk bewerkte sierhoofdletters, waarmee drukkers sinds de zestiende eeuw hun uitgaven - veelal overheidsuitgaven en ander drukwerk van grotere afmetingen - opsmukten. Mogelijk heeft Willem van Goor deze aantrekkelijk ogende uitgave gebruikt, om zich te profileren als stads- en kwartiersdrukker. De overige uitgaven, die van zijn persen kwamen, zijn in ieder opzicht zeer bescheiden, zowel qua omvang, als wat betreft de typografische verzorging. Ook zijn artistieke kwaliteiten - gesteld dat hij zelf zijn drukwerk van illustraties voorzag - zijn beperkt, en doen wat onbeholpen aan. Wat betreft de omvang van zijn produktie steekt hij af bij zijn vader Swerus van Goor, die 58 titels op zijn naam heeft staan, en nog meer bij zijn neef Ahasuerus van Goor (1729-1806), die tot 1800 liefst 160 uitgaven van zijn persen liet komen. |
|