Het portret van Abraham Casteleyn en zijn vrouw
R.E.O. Ekkart
In 1939 verkreeg het Rijksmuseum te Amsterdam als legaat van de Heer F.E. Blaauw te 's-Graveland een door de Haarlemse schilder Jan de Bray vervaardigd dubbelportret uit 1663 van een echtpaar. Het schilderij was reeds lang bekend en had jarenlang te boek gestaan als een dubbelportret van de bekende drukker Dr. Joan Willem Blaeu (1596-1673) en zijn echtgenote Geertruid Vermeulen (overleden 1676). Aangezien het duidelijk is dat de voorgestelden op De Brays schilderij zeker niet een 67-jarige man en zijn ten minste 50-jarige echtgenote kunnen voorstellen, suggereerde de kunsthistoricus J.W. von Moltke, die in 1940 een oeuvrecatalogus van De Bray publiceerde, dat wellicht één van de zonen van Joan Blaeu zou zijn afgebeeld. Deze suggestie werd overgenomen door de catalogi van het Rijksmuseum, waarin men Mr. Willem Blaeu (1635-1685) en zijn vrouw Anna van Loon (1638-1680) als vermoedelijke voorgestelden aanwees, hoewel men zelf reeds constateerde dat ook dit niet erg met de leeftijden van de geportretteerden in overeenstemming is. Geschikte kandidaten zijn er binnen de vermaarde Amsterdamse familie van drukkers en cartografen eigenlijk niet te vinden en bij nader inzien blijkt er ook geen enkele aanleiding te zijn om te veronderstellen dat de Haarlemmer De Bray hier een tweetal Amsterdammers zou hebben afgebeeld. Veel waarschijnlijker is het dat de schilder een stadgenoot met zijn vrouw portretteerde en dan wel, gezien het overduidelijke beeld van Lourens Jansz. Coster op de achtergrond, een drukker.
De oplossing van dit probleem werd in 1958 door H. van Hall in een artikel in het tijdschrift Oud-Holland aangeboden. Uitgaande van de Haarlemse herkomst van de voorgestelden kwam Van Hall terecht bij de belangrijkste Haarlemse boekdrukker van de zeventiende eeuw, Abraham Casteleyn, van wie een getekend zelfportret in het Gemeente-archief van Haarlem berust, waarop we een verrassende gelijkenis met de door De Bray geportretteerde man kunnen waarnemen. Aangezien Abraham Casteleyn omstreeks 1628 geboren was en zijn echtgenote Margrieta van Bancken vermoedelijk enkele jaren later, kloppen hun leeftijden uitstekend met die van het afgebeelde echtpaar. Bevestiging dat hier inderdaad Casteleyn en zijn vrouw zijn weergegeven vinden we tenslotte niet alleen in de beroepstoespelingen in het bijwerk, maar ook in de sobere kleding van het echtpaar, die er op wijst dat hier doopsgezinden afgebeeld zijn, hetgeen klopt met het geloof van de familie Casteleyn.
Abraham Casteleyn werd omstreeks 1628 in Haarlem geboren als zoon van de boekdrukker Vincent Casteleyn (ca. 1585-1658) en diens echtgenote Maycken Jaspersdr, Vincent, die woonde ‘in 't Suyckerhuis’ op de hoek van de Grote Markt en de Grote Houtstraat, produceerde vooral vertalingen van literaire werken en pamfletten en was bovendien vanaf 1642 stadsdrukker van Haarlem. Hij had zes zonen, die gedeeltelijk in het boekenvak en gedeeltelijk in het schildersvak terecht gekomen zijn of beide soorten van activiteiten met elkaar hebben gecombineerd: Vincent II was kunstschilder en boekdrukker, Johannes boekdrukker en tekenaar, Pieter kunstschilder en boekdrukker, Jacobus boekverkoper, Caspar kunstschilder en Abraham boekdrukker en tekenaar, hoewel zijn tekenactiviteiten blijkbaar zeer incidenteel geweest zijn.
Bij de dood van vader Vincent Casteleyn werd Abraham, die al enkele jaren als drukker werkzaam was, diens opvolger als stadsdrukker van Haarlem. Reeds twee jaar eerder, in 1656, was het eerste nummer verschenen van de door Abraham Casteleyn uitgegeven Weeckelycke Courante van Europa, spoedig verdoopt tot Haerlemsche Dingsdaeghse Courant; toen in 1660 de verschijningsfrequentie werd opgevoerd tot twee maal per week, verscheen daarnaast de Haerlemsche Saterdaegse