De Bloemendaler minnezangster(ca. 1875)–Anoniem Bloemendaler minnezangster, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bruiloftsliedje Wijze: In de Nes daar moeten we wezen. enz. Dáár waar wordt een paar vereenigd, Door den zoeten band der min, Dáár, daar stemmen wij volgaarne Juichend meê een toontje in, Laat ze maar trouwen, laat ze maar trouwen Trouwen dat geeft altijd pret, Trouwen, dat geeft altoos vreugde, Trouwen, dat geeft altoos pret; Voor de gasten op de Bruiloft, [pagina 18] [p. 18] Voor het Bruidspaar in 't salet, Laat ze maar trouwen. enz. Bruigom had het stuk gelezen, Dat er staat in Genesis: 't Is niet goed, staat daar beschreven. Dat de man alleenig is, Laat ze maar trouwen, enz. Toen liet hij zijn oogen weiden, Op de dochtren van zijn stand, Hij bood zijne liefde een meisje. Smeekende om haar hart en hand Laat ze maar trouwen, enz. 't Meisje heeft hem niet geweigerd, Dat kwam van de sympathie. Liefde heeft haar hart beneveld, Met nog iets in compagnie. Laat ze maar trouwen, enz. Ja zij raakten aan het vreijen, Bruigom is een Vréijersbaas Ook zijn meisje leerde 't handig, En zij sneden dik de kaas, Laat ze maar trouwen, Dikwerf toch was men getuigen, Hoe met de oogen zij gepinkt; En men zegt dat van hun zoenen Heel de buurt heeft gerinklinkt. Laat ze maar trouwen enz. Maar gelijk aan alle zaken, Kwam ook eens een eind er aan Heden lieten zij zich trouwen, En het vreijen is gedaan. Laat ze maar trouwen, enz. [pagina 19] [p. 19] Maar het Huwlijk geeft meer vreugde dan zulks ooit het vreijen doet; Morgen zingt gij met ons mede, O wat is het Huwlijk zoet. Laat ze maar trouwen, enz. dit zij 't deuntje van uw leven. Waarde Bruidëgom en Bruid! Drinken wij dit volle glaasje Dan op 't zoet des Huwlijks uit, Vorige Volgende