Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Ons vaderland. Wijze: O God, verlaat mijn Neerland niet. Gegroet, gegroet, o dierbaar plekje, Onttogen aan de woeste zee! Waar moed en trouw nog wonen, Waar eendracht nog mag troonen, Waar kunst en handel welig bloeit, Waar welvaart zeegnend vloeit, God blijve u hij, Dat bidden wij, En smeeken van des Hoogsten hand, O God! bescherm het dierbaar Vaderland. Gij bakermat van fiere helden, Van strijders van het heilig recht, Nooit mocht het nog gelukken, Voor goed u te doen bukken, Besprongen vaak door overmacht, Herrees ge steeds met kracht, Nog praalt ge vrij. En smeeken wij, Vol hope van des Hoogsten hand, O God! bescherm het dierbaar Vaderland. Laat vrij den vreemdeling dan smalen, En laag op u dan nederzien, Wat ooit den nijd ook lastert, Toch noemt men onverbasterd De trouw en moed van 't gastvrij strand, Van u mijn Vaderland, God bl[i]jve u bij, Dat bidden wij, En smeeken van des Hoogsten hand, Bescherm, o God! dat dierbaar Vaderland! [pagina 37] [p. 37] Dat kunst en nijverheid moog' bloeien, Tot heil van mijn Vaderland, Dat handel voorspoed geve, Dat zeevaart voorwaarts streve, De landbouw op de goede baan, Ook steeds vooruit mag gaan. Smaak rust en vree, Dit is de bee, Van 't volk, dat van des Hoogsten hand, God bidt, bescherm het dierbaar Vaderland. O land, door 't Huis van 't fiere Oranje, Reeds eeuwen wijs en goed bestuurd, Blijve u dat Huis regeeren, Dan zal geen leed u deeren, Oranje blijf met Neerland één, Bij vreugd en tegenheen, Door God behoed, Gaat het u goed, En zult gij, wat ook moog vergaan, Mijn Vaderland nog eeuwen vrij bestaan! Vorige Volgende