Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 13
(1892)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Gedenkschrift van Don Sancho de London̄o over de krijgsbedrijven van 1568 in de Nederlanden.Van dit zoo ver wij weten nog nooit in druk verschenen Gedenkschrift van een van Alva's generaals over bedrijven, waaraan hij zelf deel heeft genomen, bezorgen wij de uitgaaf naar een afschrift, met een Spaansche hand uit den zelfden tijd geschreven en door den hoogleeraar Bonaventura Vulcanius aan de Boekerij der Leidsche Universiteit geschonken: zie den Catalogus van 1716, fo. 349. Het docht ons onbehoorlijk dat de beschrijving van voor onze geschiedenis zoo belangrijke voorvallen, door iemand van zoo nabij er mede bekend, nog langer ongedrukt zou blijven, al erkennen wij ook volmondig dat zij, na de talrijke berichten die ons al ten dienste stonden, onze kennis er van weinig of niet vermeerdert. Van den auteur, evenals van de meeste Spaansche generaals, die op onze slagvelden hun lauweren hebben geplukt, is ons slechts weinig bekend. Uit een langdradig dichtstuk, dat hij aan zijn Comentario heeft toegevoegd, maar dat wij gemeend hebben niet te moeten overnemen: ‘De Don Sancho de London̄o, | |
[pagina 2]
| |
despidiendose de la soldadesca’, leeren wij, dat hij zijn loopbaan begonnen was onder de Spaansche benden, die Karel V in 1543 de stad Duren hielpen veroveren, en dat de veldtocht van 1568 de laatste is geweest, waaraan hij deel heeft genomen. ‘Serui’, zoo zegt hij: Serui desde mi verde primavera a los mayores Reyes, que a tenido Span̄a .....
Toen hij met den Hertog van Alva herwaarts overkwam, stond hij met den rang van Maestre de Campo aan het hoofd van een der vier tercios of regimenten, die het voetvolk uitmaakten, en wel van het Tercio de Lombardia. Aanvankelijk werd hij met de tien vaandels, waaruit zijn regiment bestond, te Lier in Brabant ingekwartierd, maar later bleef hij daar met slechts de helft; de rest was naar Doornik en elders verlegd.Ga naar voetnoot1) Bij het plotseling in hechtenis nemen der Nederlandsche heeren, die voor de aanstokers der onlusten van 1566 doorgingen, waarbij zich de Hertog van zijn hoofdofficieren bij voorkeur bediende, moest ook don Sancho behulpzaam zijn. Met den graaf Alberic de Lodron had hij den Burgemeester van Antwerpen Van Stralen in het oog te houden en, toen die trachtte te ontvluchten, te arresteeren, van welke niet benijdbare taak hij zich met goed gevolg kweet.Ga naar voetnoot2) Iets later kreeg hij een eervoller opdracht. Hoe hoog ook wordt opgegeven van den voortreffelijken staat, | |
[pagina 3]
| |
waarin zich het leger bevond dat de Hertog met zich had gebracht, deze zelf was er geenszins mee ingenomen. De krijgstucht, klaagde hij, was gebrekkig,Ga naar voetnoot1) en de geheele inrichting liet te wenschen over. Daarom noodigde hij, bij brieven van 11 Februari 1568, don Sancho en waarschijnlijk al de vier Maestres de CampoGa naar voetnoot2) uit, om hun bedenkingen en voorstellen ter verbetering van het krijgswezen op schrift te stellen. De uitvoerige memorie van don Sancho, gedagteekend van Lier den 8sten April van hetzelfde jaar, is bewaard gebleven en in 1589, zoo al niet een paar jaren vroegerGa naar voetnoot3) gedrukt. De titel van dit thans geheel vergeten geschrift luidt: El Discvrso sobre la Forma de redvzir la Disciplina Militar a meyor y antigvo estado, por don Sancho de London̄o, Maestre del Campo; dirigido al Illustimo y Excellimo Principe y Sen̄or don Fernando Alvares de Toledo dvque de Alva etc., Lvgarteniente y Capitan General de su Magl. y su Gouernador en los Estados de Flandes. In de uitgaaf van Brussel, bij R. Velpius, 1589 in kl. kwarto, is het geschrift, hoewel van een afzonderlijk titelblad voorzien en met een eigen pagi- | |
[pagina 4]
| |
neering (44 bladzijden recto en verso), toegevoegd aan een evengroote verhandeling over hetzelfde onderwerp, maar niet bij dezelfde gelegenheid, opgesteld door den belegeraar van Leiden, Francisco de Valdes, die voordat hij zelf aan het hoofd van een tercio geplaatst werd, als Capitan en Sargento Mayor onder don Sancho in het Tercio de Lombardia diende,Ga naar voetnoot1) en uit dien hoofde aan zijn opstel, dat hij ‘Espeio y Deceplina Militar’ betiteld heeft en dat voornamelijk over de plichten van den Sargento Mayor handelt, den vorm gaf van een zamenspraak tusschen London̄o, zoo als hij hem kortaf noemt, en Vergas, met welken laatsten hij waarschijnlijk een der kapiteinen van het zelfde tercio bedoelt, namelijk don Francisco de Vergas. Beide geschriften, zoo goed als nooit gebruikt, zijn voor de kennis van de Spaansche legerinrichting en krijgvoering tijdens de eerste helft van den tachtigjarigen oorlog van het hoogste belang, en kunnen voortreffelijk dienen om ons de oorlogsbedrijven begrijpelijker en aanschouwelijker te makenGa naar voetnoot2). Maar het is hier de plaats niet om hierover in bijzonderheden uit te weiden. Weinige dagen na den 8sten April, waarvan de Discurso dagteekent, den 19den, trok reeds don Sancho op bevel van den Hertog uit Lier in het veld, om | |
[pagina 5]
| |
den inval der geuzen in het opperkwartier van Gelderland te gaan afweren: met welken uitslag, verhaalt hij ons zelf in den aanvang van zijn Gedenkschrift. Terstond na den slag bij Dalem heeft hij van zijn verrichtingen en behaalde voordeelen een rapport aan den Hertog gezonden, dat nog onder de handschriften in de Bibliotheek van Madrid berust, en aldaar door Gachard werd aangetroffen in een bundel ‘papeles tocantes à Phelipe II (G. 51)’ fo. 316-319. Gachard beschrijft dit stuk aldus: Lettre du mestre de camp don Sancho de London̄o, écrite d'Erkelens le 26 avril 1568 au duc d'Albe. Il y traite des faits et actions du corps qu'il commendait en Gueldre contre les ennemis.’Ga naar voetnoot1) Het vermoeden ligt voor de hand, dat dit rapport hoofdzakelijk in den Comentario zal zijn overgegaan. Wat er gedurende het verdere jaar in Groningerland en aan de Maas op het oorlogstooneel, grootendeels met zijn medewerking, is voorgevallen, heeft hij waarschijnlijk insgelijks terstond nadat hij het had bijgewoond of vernomen te boek gesteld. Zijn beschrijving is dus zoo authentiek mogelijk. Evenwel, ik heb het reeds getuigd, veel nieuws leeren wij er niet uit. Wij zijn van den kant der Spaansche generaals en soldatenGa naar voetnoot2) over den veldtocht reeds zoo goed en breedvoerig ingelicht, dat het een hunner wel moeilijk moet vallen ons nog onbekende | |
[pagina 6]
| |
zaken, van eenige beteekenis, te berichten. En don Sancho vermag dit minder dan eenig ander, - want het beste uit zijn verhaal bezaten wij al lang zonder het te vermoeden. Nu wij het in zijn geheel voor ons hebben, bemerken wij namelijk dat don Bernardino de Mendoza, de voortreffelijkste en beroemdste van al de Spanjaarden die de gebeurtenissen hier te lande tusschen 1567 en 1576 beschreven hebben, en van wien wij wel vermoedden dat hij zijn uitgebreide kennis gedeeltelijk aan andere officieren had ontleend, dat Mendoza ook den Comentario van London̄o ten gebruike gehad en veel gebruikt heeft. Een der redenen, die mij de uitgaaf de moeite waard hebben doen achten, is juist hierin gelegen, dat wij door de vergelijking er van met het uitmuntende boek van Mendoza beter leeren begrijpen, hoe dit is samengesteld. Over Mendoza's Comentarios heb ik voor jaren, naar aanleiding van de uitgaaf der Fransche vertaling van Loumier, uitvoerig gehandeldGa naar voetnoot1) en toen aangetoond, dat de vier eerste boeken, die evenver loopen als het Gedenkschrift van London̄o, op zich zelf een geheel vormen, dat reeds vóór 1572 persklaar lag, en in het begin van het volgende jaar door den schrijver, dien de Hertog met een zending naar den Koning te Madrid belast had, aan Z. Maj. opgedragen en overhandigd werd. Voor dit gedeelte nu blijkt het dat de Comentario van London̄o de handleiding is geweest, de dorre handleiding, uit allerlei berichten van anderen en vooral uit zijn eigen ervaringen door Mendoza met veel meer takt en historische kunst tot een uitmuntend geheel uitgewerkt. Dit valt zoo onmiskenbaar in het oog, als men het eene verhaal met het andere vergelijkt, dat alle betoog er van mij | |
[pagina 7]
| |
overbodig voorkomt, nu ik door het uitgeven van den oorspronkelijken tekst een ieder in de gelegenheid stel om er zich van te overtuigen.Ga naar voetnoot1) Wat er verder van don Sancho geworden, is kan ik niet met juistheid zeggen. Dat hij kort na den veldtocht, met of zonder zijn wensch, uit zijn commando ontslagen en naar Spanje teruggekeerd is, is zeker. Van de vier Maestres de Campo, die met Alva overkwamen, vinden wij in 1572 er twee vervangen: Alonzo d'Uloa door Rodrigo de Toledo aan het hoofd van het Tercio de Napoles, en Sancho de London̄o door Hernando de Toledo, die vroeger bij het Tercio de Sicilia als kapitein had gediend.Ga naar voetnoot2) Van Uloa weten wij uit de Correspondance de Philippe II, dat hij in April van het jaar 1570 naar Spanje wedergekeerd is, door Alva voor een bijzondere belooning aan den Koning aanbevolen.Ga naar voetnoot3) Misschien is te gelijkertijd ook London̄o ontslagen, hoewel zijn naam in de brieven van Alva van dien tijd niet genoemd wordt. Dat hij ook niet onbeloond is gebleven, vernemen wij uit zijn berijmd afscheid uit den krijgsdienst, dat ik boven reeds aanhaalde, en tevens vernemen wij daaruit, dat de belooning hem niet voldeed en te gering voor zijn verdiensten voorkwam. Van zijn Koning getuigt hij namelijk: Solos mill y seiscientos coronados
de vna pinsion me a dado en recompensa
tras todos los seruicios memorados
| |
[pagina 8]
| |
Troque el reposo por fatiga immensa,
troque mi subcesion por su seruicio
y al patrimonio hize gran ofensa.
Hize a mi nombre agrauio y perjuizio
por no auer entendido a conseruallo,
como pudiera en qualquier otro officio.
Wij zijn niet in staat te beoordeelen, in hoever hij waarlijk reden tot klagen had. Dat hij de theorie van zijn vak goed verstond, zouden wij uit zijn Discurso afleiden. Maar tusschen het weten en het toepassen is de afstand groot. Dat hij niet, als Uloa, door den Hertog bij zijn afscheid werd aanbevolen, is een kwaad teeken. Hoe dit zij, met zijn vertrek uit Nederland verliest hij voor ons zijn beteekenis. Dat wij van zijn verder leven niets meer te weten komen, kunnen wij ons licht getroosten.
Ten slotte zij het mij vergund mijn vriend, professor Brill, openlijk dank te zeggen voor zijn hulp, mij bij de uitgaaf bewezen. Hij heeft mij het vervelende werk der vertaling wel uit de hand willen nemen, en op het verbeteren der drukproeven mede het oog gehouden.
R. Fruin. | |
[pagina 10]
| |
Comentario hecho por el Ilustre y sauio Cauallero don Sancho de London̄o.La venida del duque de Alua a estos estados,Ga naar voetnoot*) acompan̄ado de los quatro tercios de Infanteria espan̄ola, doce compan̄ias de cauallos ligeros de Ytalia, quinientas lanças borgon̄as, a todos es notorio quan pacifica y sin contradiçion alguna fue, aunque el Principe de Oranje, quanto fue pusible, trauajo, haziendo grande ynstancia con algunos principes Alemanes, amigos y deudos suyos, procurando le diesen fauor y ayuda para resistir y ofender la entrada del Duque en estos estados. Pero no pudiendo persuadillos a ello, nimenos hallandose el con fuerças y poder para lo yntentar, disin̄o porentonces de poner en l'execucion sus ruynes deseos. Despues de pocos dias de la llegada del Duque se siguieron las prisiones del conde de Agamont y de Orne y de otros particulares y principales personages, de los quales adelante se hizo justicia, sin causar ninguna alteracion ni mouimentos en estos estados, sino sola una uniuersal ymitacion de todos los pue- | |
[pagina 11]
| |
Gedenkschrift vervaardigd door den doorluchtigen en wijzen ridder don Sancho de London̄o.Het is allen bekend, hoe vredelievend en onwedersproken de komst van den hertog van Alva in deze Staten geweest is, vergezeld van de vier regimenten Spaansche infanterie, twaalf compagniën lichte Italiaansche ruiters, vijfhonderd bourgondische lanciers, - ofschoon de Prins van Oranje zich, zooveel mogelijk door sterken aandrang bij eenige Duitsche Vorsten, vrienden en verwanten van hem, zich beijverde, dat zij hem welwillendheid betoonen en hulp verleenen mochten om de komst van den hertog in deze Staten te weêrstaan en af te weren. Maar hen daartoe niet kunnende overhalen, niettemin zich in het bezit van troepen en macht bevindende om het te beproeven, besloot hij zijn boos opzet dadelijk uit te voeren. Weinige dagen na de komst van den hertog had de inhechtenisneming plaats van den Graaf van Egmond en van Hoorn en van andere en voorname en aanzienlijke personen, die weldra terecht gesteld werden, zonder eenige ontzetting of beroeringen in deze Provincien te veroorzaken, behalve alleenlijk eene algemeene verbazingGa naar voetnoot*) bij het geheele volk, daar | |
[pagina 12]
| |
blos, viendo hazer justicia de aquellos principes, que acerca dellos tanta autoridad tenian, yGa naar voetnoot*) un general terror en los animos de todos los que se hallauan culpados en el desseruicio de su Rey. En esta quietud estuuo desde los 23 de Agosto, que el Duque entro en Bruselas hasta el principio de Abril, que los animos perversos y maluadas intenciones de los erejes y rreueldes a Dios y al Rey destos estados, que todo este tiempo esperando la ocasion, secretos avian estado, llegada la primavera empeçaron a se descubrir y mostrar. Los quales hauiendose confederado y concertado, que para principio de Mayo acometiesen los estados por tres partes, y juntamente tomasen las armas contra la gente de guerra de su Magd, y especialmente em Bruselas contra la persona del Duque, haziendo quenta de rrecoger las vanderas de herreruelos, que venian licenciados de Francia, para servirse dellas en tel ocasion, hauian asimesmo dado dineros a algunos personages, para que secretamente hiziesen gente en el Anamur, pays de Liexa y Artues. Todas estas platicas con gran secreto entrellos se tratauan; y ya se acercaba la semana sancta, la qual auiendo entendido quel Duque havia dado intencion de tenerla en una avadia, que esta fuera de Bruselas distante dos leguas y se llama Narangala Ga naar eind1), teniendo hecho disignio de acometerle alli y prendelle, paresciendoles que mas a su saluo saldrian con su yntencion, asi por ser el monesterio fuera de poblado y no fuerte, como por estar cerca de un muy grande y espeso bosque, donde facilmente podian ellos tener el numero de | |
[pagina 13]
| |
men recht gedaan zag over die aanzienlijken, welke over hen zulk een gezag hadden, en een' algemeenen schrik in de gemoederen van allen, die zich in de behartiging van hunnen plicht jegens den koning schuldig bevonden. Zoo rustig bleef alles van den 23 Augustus aan, toen de hertog in Brussel kwam, tot het begin van April, wanneer de booze geest en de kwade bedoelingen van de ketters en opstandelingen tegen God en den koning dezer gewesten, al dien tijd in afwachting eener gelegenheid, geheim gebleven, met de komst van de lente, zich begonnen te verraden en te openbaren. Zich onderling verbonden en afspraken gemaakt hebbende, dat zij met het begin van Mei de landen aan drie zijden aanvallen en gezamenlijk de wapenen opvatten zouden tegen het krijgsvolk van zijne Majesteit en bepaaldelijk binnen Brussel tegen den persoon van den hertog, er op rekenend dat zij de vendels zware ruiterij met zich zouden vereenigen, die in Frankrijk ontslagen waren. Om zich van dezelven bij gelegenheid te bedienen, hadden zij mede aan eenige personen geld gegeven, ten einde in het geheim volk te werven in Namen, het land van Luik en Artois. Al deze plannen behandelden zij met groote geheimhouding onder elkander, en reeds naderde de heilige week; alstoen vernomen hebbende, dat de hertog het voornemen te kennen gegeven had haar te vieren in eene abdij, buiten Brussel op twee mijlen afstands en Groenendaal geheeten, vatten zij het plan op om haar aan te tasten en in te nemen, meenende dat zij veiliger in hun voornemen zouden slagen, zoowel omdat dit klooster van woningen verwijderd en niet sterk was, als omdat er zich in de nabijheid een zeer groot en dicht bosch bevond, waar zij gemakkelijk het aantal volks zouden kunnen bergen, dat | |
[pagina 14]
| |
gente, que les paresciese ser menester para tel efecto, sinque fuese descuvierto; seruianse tambien de la ocasion del tempo sancto, en el qual todos atienden generalmente a la rreformacion de sus conciencias, dexados todos otros negocios y cuydados a parte. Pero la bondad diuina, que no da tanto poder a los malos que uasten a poner siempre en execucion sus pesimos deseos, permitio el Duque tuuiese algunos auisos destos tractos y coniuraciones, y asi se dejo su yda a la auadia, y ellos en este particular quedaron frustados de su esperança. Y hauiendo tenido casi en estos mesmos dias auiso, que Mos̄ de Rosuer, teniente que fue de la vanda de gente de armas del Conde de Agamon, y Mos̄ de Lamer Ga naar eind2) y Mos̄ de Uillen, trayendo platicas secretas de parte del Principe de Oranje con algunos de la vanda del Obispo de Liexa y con otros del mesmo pays, auian empeçado a leuantar en los casares del contorno alguna gente, asi de a pie como de a cauallo, y que aruoladas ya publicamente vanderas dauan principio a nueua sidicion, ordeno que don Sancho de London̄o, Maestre de Campo del tercio de Lombardia, con cinco vanderas de las suyas, que en Lira, villa de Brauante, estauan aloxadas, caminase con toda diligencia la buelta de alla; como lo hizo, saliendo del alojamiento dicho a xix de Abril, segunda dia de pasqua de rresurrecion; y llego entre Liexa y Anamur con esta infanteria, y alli le vino segunda orden, que enderescase su camino a Mastrique, villa en los confines de Brauante, sobre la rriuera de la Musa, donde hallaria el auiso de lo que huuiese de hazer. Sauia ya el Duque a este saçon, como estos | |
[pagina 15]
| |
hun noodig scheen tot hun doel, zonder dat het ontdekt werd. Dus dachten zij zich van de gelegenheid te bedienen van den feesttijd, waarin allen gemeenlijk zich bezig houden met de zuivering hunner conscientiën, alle andere zaken en bemoeiingen ter zijde zettende. Maar de goddelijke goedheid, die zooveel macht niet geeft aan de boozen, als hun noodig zou zijn om hunne kwade bedoelingen altijd ten uitvoer te brengen, vergunde, dat de hertog eenige berichten van die handelingen en samenspanningen kreeg, en alzoo liet hij zijn bezoek van de abdij varen, en zij werden in dit geval van hunne hoop verstoken. En nagenoeg in dezelfde dagen bericht gekregen hebbende, dat de Heer van Risoir, luitenant van de bende krijgslieden van den graaf van Egmond, en de heer van Lumey, en de heer van Villers, geheime raadslagen van den Prins van Oranje uitvoerende, met eenigen van de bende van den bisschop van Luik en met anderen van hetzelfde land, begonnen hadden in de dorpen van den omtrek eenig volk te lichten, zoowel te voet als te paard, en dat aldaar alreede openlijk genestelde vendels een nieuwen opstand aanvingen, beval (de hertog) dat don Sancho de London̄o, veldmeester van het regiment van Lombardije, met vijf vendels van de zijnen, die te Lier, eene stad van Brabant, ingekwartierd waren, daarentegen in allerijl zou optrekken. Dit deed hij, uit de genoemde garnizoensplaats den 19den April, den tweeden dag na Paschen, vertrekkende, en hij kwam tusschen Luik en Namen met deze infanterie aan, en vandaar kwam een tweede order, dat hij zijnen weg richten zou naar Maastricht, eene stad op de grenzen van Brabant aan de rivier de Maas, waar hij bericht zou vinden van hetgeen hij te doen zou hebben. Reeds wist de hertog op dat pas, dat de vijanden | |
[pagina 16]
| |
enemigos yban cresciendo, de manera que ya tenian arboladas nueve vanderas y una corneta de cauallos, y estauan juntos en un casar a dos leguas de Mastrique. Para lo qual hauia proueydo, que Sancho de Auila, capitan de las guardias, partiese luego con su compan̄ia de lanças, y asimesmo lleuase la compan̄ia de cavallos ligeros Aluaneses de Nicolao Vasta y la de Pedro Montan̄es de arcabuzeros a cauallo [llevo]Ga naar voetnoot*), tambien que tomase de los Tudescos del regimiento del Conde de Hebrestayn, que estaua a la guardia de Mastrique, los que le pareciese ser menester, y que assimesmo se juntase con don Sancho de London̄o y sus cinco vanderas Ga naar eind3), y procurasen ambos deshazer la liga y junta de aquellos rreueldes. Llegose a Mastrique a los xxiii de Abril, y juntose el conde de Ebristan y don Sancho de London̄o y Sancho de Auila. Teniendo auiso que la misma man̄ana los enemigos se hauian partido de aquel lugar, do estauan, determinaron de rrefrescar la gente, que por las largas jornadas venia fatigada, y partirse a la media noche en seguimiento de ellos. Y asi se hizo; veniendo el conde Heuristayn en persona, y trayendo consigo trecientos Alemanes coseletes de los suyos; caminose por la rriuiera de la Musa auajo, y llegando al aloxamiento, adonde los enemigos auian estado, supose como la noche antes auian llegado a Rromunda, villa del ducado de Gueldres, y que hauian procurado entrar dentro com buenas palabras y falsas persuaciones, dando a entender que venian en seruicio de su Magd. y que en su nombre tendrian la villa; y | |
[pagina 17]
| |
in sterkte toenamen in die mate dat zij negen vendels en een cornet ruiters hadden aangeworven, en dat zij vereenigd waren in een dorp op twee mijlen afstands van Maastricht. Daarom had hij gezorgd, dat Sancho de Avila, kapitein van de gardes, dadelijk optrok met zijne compagnie van lansiers, en dat hij tevens de compagnie lichte Albaneesche ruiters van Nicolao Basta en de compagnie busschieters te paard van Pedro Montan̄ez medenam, alsmede dat hij van de Duitschers van het regiment van den Graaf van Eberstein, welke te Maastricht in bezetting lag, die soldaten opnam, welke hem noodig schenen te zijn, en zich tevens vereenigde met don Sancho de London̄o en zijne vijf vendels, en dat beiden bewerken zouden, dat de samenspanning van die oproerlingen verijdeld werd. Men kwam den 23sten April te Maastricht aan en vereenigde met zich den graaf van Eberstein en don Sancho de London̄o en Sancho de Avila. Bericht hebbende dat de vijanden dienzelfden morgen van die plaats, waar zij zich bevonden, vertrokken waren, besloten zij de manschap te ververschen, welke door de groote dagreizen vermoeid was, en te middernacht, den vijand achterna, op te trekken. En zoo geschiedde het, daar de graaf van Eberstein in persoon kwam, en met zich driehonderd Duitsche piekeniers van de zijnen medebracht. Men trok langs de rivier de Maas nederwaarts, en aan het kampement komende waar de vijanden geweest waren, onderstelde ik, dat zij den nacht te voren aangekomen waren te Roermond, eene stad van het hertogdom Gelder, omdat zij beproefd hadden daarbinnen toegelaten te worden met fraaie woorden en valsche betuigingen, te verstaan gevend, dat zij kwamen in den dienst van Zijne Majesteit, en de stad in zijnen naam zouden bewaren, en bespeurd hebbende, dat men hun niet geloofde noch hun de | |
[pagina 18]
| |
visto que no los dauan credito ni les querian abrir ni rrecibir dentro, intentaron de la tomar por fuerça, poniendo fuego a dos puertas de la tierra; y cierto se puede creer salieran con su yntento, porque entrellos auia cantidad de ciudadanos de la propia tierra, y dentro estauan otros muchos apasionados del vando de los ereges; y en guarda de la tierra, que muy grande era, solamente-auia una compan̄ia de Tudescos del regimiento de Mos de Mega, que no uastava a se lo ympedir, si el auiso que ellos tuuieron de nuestra venida no los hiziera desistir de lo començado, y partirse, ronpiendo un puente de madera, que estaua sobre la Rrura, porque no les pudiesemos seguir. LlegoGa naar voetnoot*) este dia que se partieron a Rroremunda, a la una despues de medio dia, auiendo caminado seys muy grandes leguas tudescas, que ay desde Mastrique a esta tierra, en nueve oras; hallaronse algunos muertos de los enemigos junto a una puenteGa naar voetnoot†) de Rrura, que murieron al tiempo que intentaron quemarla, y vieronse en una yglesia, que estava al burgo, muchas ymagines de Sanctos quemadas y rrotas a cuchilladas, que no poco yndigno a todos los soldados Espan̄oles, creciendoles el deseo de los alcançar por dar les el castigo de tan grandes abominaciones como yvan haziendo. Entrose luego en la tierra, y enuiose un soldado Aleman de la compan̄ia, que estaua a la guardia della, juramentado a rreconocer el camino que hazian los enemigos, y sin esperar a que tornase. A las dos oras despues de media noche, dia de Sant Marcos, xx de Abril, partio nuestra gente, y hauiendo caminado poco mas de una legua, se topo con el | |
[pagina 19]
| |
poort wilde openen en binnen laten, poogden zij haar met geweld in te nemen door vuur aan te leggen tegen twee poorten van de landzide, en voorzeker zouden zij in hun opzet geslaagd zijn, omdat er onder hen een aantal van burgers van de plaats waren, en er zich binnen vele anderen bevonden, hartstochtelijke aanhangers van de factie der ketters, en er ter bewaking van de plaats, die zeer uitgestrekt was, slechts eene compagnie van Duitschers was van het regiment van den Heer van Megen, hetwelk alleen niet voldoende was om het te beletten, indien het bericht, dat zij kregen van onze komst hen hun opzet niet had doen staken en hen had doen aftrekken, na eene houten brug over de Roer afgebroken te hebben, opdat wij hen niet zouden kunnen vervolgen. Op dien dag alzoo, dat zij afgetrokken waren, kwam men te Roermond aan te één ure na den middag, in negen uren zes zeer groote Duitsche mijlen afgelegd hebbende, die er zijn tusschen Maastricht en deze plaats; men vond er eenige dooden van de vijanden bij eene brug aan de rivier de Roer, die gesneuveld waren op het tijdstip dat zij haar hadden pogen in brand te steken, en men zag in eene kerk in de voorstad vele beelden van heiligen verbrand en met zwaardslagen verbroken, hetgeen al de Spaansche soldaten niet weinig verontwaardigde en de begeerte in hen vermeerderde om hen te achterhalen, ten einde hun de kastijding te geven voor de groote gruwelen, die zij bedreven. Daarna trok men de plaats in en zond men een' Duitsch soldaat van de compagnie, die haar moest bewaken, met den last den weg te verkennen, dien de vijanden gegaan waren, en zonder te hopen dat hij zou terugkomen. Te twee uren na middernacht, op den dag van Sint-Marcus, den 20sten April, vertrok ons volk, en een weinig meer dan ééne mijl gemarcheerd hebbende, | |
[pagina 20]
| |
soldado, que hauian embiado a rreconocer; el qual dixo, como los enemigos hauian dormido esa noche en un lugar, dos leguas de Rromunde y una de HerleusGa naar eind4) tierra assimesmo del ducado de Gheldres, fueron luego cauallos de los nuestros descubriendo, y hallaronlos sobre Herleus, que, no hauiendo podido tomar a Rruremunda por las causas dichas, hauian ydo con disignio de tomar aquella tierra: y si vien tuuieron auiso de nuestra venida quando conuatian a Rroremunda, estauan al presente muy descuydados y, a su parecer, seguros, creyendo que solamente auiamos venido a socorrer a Rruremunda y que no pasariamos de alli, y mas auiendose ya ellos entrado en il ducado de Gueldres,Ga naar voetnoot*) que aunque Herleus era del ducado de Gueldres, esta tierra era sola situada en el de Cleues. Vino luego el auiso al esquadronGa naar eind5) de como se auia hallado los enemigos, sulicitando a que caminase la infanteria y nuestros cauallos; caminaron a gran paso la buelta dellos, y hallaronlos en un llano hecho escuadronGa naar eind6) en tierra entre Herleus y Dalem, villa del ducado de Cleues; adonde hazian quenta de se rretirar, despues que descubrieron a los nuestros, y asi auian ymbiado su uagaje la buelta de ella. Llegados nuestros cauallosGa naar eind7) cerca de adonde estauan los suyos, dieron caça hasta doce cauallos dellos, que salieron a rreconocer, y aun, a lo que claro se uio y conocio despues, salieron con disignio de diuertir nuestra caualleria, entretanto que su infanteria se rretiraua a la tierra. Lo qual no pudieron hazer sin perder los mas de sus cauallos y buena parte de su infanteria, que perdidos de animo, se perdieron, y se metieron en un bosque, que estaua cerca, dexando | |
[pagina 21]
| |
ontmoette men den soldaat, dien zij op verkenning uitgezonden hadden; deze zeide, dat de vijanden dien nacht geslapen hadden op eene plaats, twee mijlen van Roermond en ééne van Erkelens, mede in het hertogdom Gelder; dat zij daarop ruiters van de onzen ontdekt hadden en zich aan gene zijde van Erkelens bevonden; dat zij, Roermond niet hebbende kunnen innemen om de medegedeelde reden, er op uit waren om die plaats in te nemen, en dat ofschoon zij bericht hadden gekregen van onze komst toen zij Roermond belegerden, zij thans zeer onbezorgd en, naar hunne meening, veilig waren, geloovend dat wij alleen gekomen waren om Roermond bij te staan en van daar niet zouden optrekken, te meer omdat zij in het hertogdom Kleef gekomen waren: want ofschoon Erkelens Geldersch was, zoo was toch die plaats alleen in het Kleefsche gelegen. Daarna kwam de order tot het escadron, dat als men de vijanden gevonden zou hebben, de infanterie en onze cavallerie op zouden marcheeren. Zoo marcheerden zij dan met snellen pas hen achterna en vonden hen in eene vlakte, een slagorde gevormd hebbend, in het land tusschen Herlens en Dalem, eene stad van het hertogdom Kleef, van waar zij plan hadden terug te trekken, nadat zij de onzen ontdekt hadden, en zoo hadden zij hunne bagaadje naar die stad gezonden. Toen onze ruiters daar waren aangekomen, waar de hunne waren, maakten zij jacht op twaalf ruiters, die op verkenning gegaan waren, en zelfs, naar hetgeen daarna duidelijk gezien en erkend werd, met het plan om onze ruiterij af te leiden, terwijl hunne infanterie zich naar de plaats terugtrok. Hetgeen zij niet konden doen zonder het meerendeel hunner ruiters en een goed deel hunner infanterie te verliezen, die moedeloos verloren gingen en zich bergden in een bosch, dat daar in | |
[pagina 22]
| |
las picas y otras armas; pero los siete vanderas, en que yuan mas de 1300 infantes, con la mayor parte de su uagaje, tomado un camino estrecho y cercado de fosas, caminaron hasta se arrimar a la tierra de Dalem, donde se hizieron fuertes en un reuellin y foso de la propia tierra, haziendo bastiones y rreparos con sus mesmos carros a las entradas de los caminos. Nuestra caualleria los tubo sitiados, y dieron auiso al Maestre de Campo don Sancho y al Conde Ebristan, que a la ora vinieron con su infanteria, y quedando los Alemanes hechos esquadron de la otra parte de la tierra, para quitarles la comodidad de poderse huyr ninguno dellos, diose orden a las cinco compan̄ias dEspan̄oles, que arremetiesen al rrevelin y fuerte, donde estauan los enemigos; loqual se hizo con harto valor y determinacion, siendo menos de sietecientos infantes los que acometieron a mas de 1300 y en su fuerte. Peleose poco mas de media ora porfiadamente, y ganoseles por fuerça el rreuellin, no perdonando a ninguno la vida, saluo a algunos, que por las murallas ayudados de escales se entraron en la tierra, de los quales despues se hizieron setenta prisioneros, y entrellos Mos de Viller. Ganaronse siete vanderas, sin otras dos que primero se hauian ganado los cauallos ligeros; se perdieron el vagaje todo, lo que lleuaban, y en el se halleron ocho carros de coseletes, picas y arcabuzes y pistoletes. Murieron de los nuestros xx soldados y fueron heridos hasta cincoGa naar voetnoot*) y en ellos el capitan don Francisco de Vargas. Fue vitoria de mucha ymportancia, por romperles sus disignios y cortarles el ylo del prin- | |
[pagina 23]
| |
den omtrek was, hunne pieken en andere wapens wegwerpend. Maar de zeven vendels, die meer dan 1300 voetknechten uitmaakten, bereikten met het grootste gedeelte van hunne bagaadje, langs een engen en van sloten omgeven weg, het stadje van Dalem, waar zij zich versterkten in een ravelijn en eene gracht in de nabijheid, bastionnen en hinderpalen makend met hunne eigen karren bij de toegangen der wegen. Onze cavallerie hield hen belegerd en gaf bericht aan den veldmeester don Sancho en den graaf van Eberstein, dat zij dadelijk met hunne infanterie zouden komen en wel met achterlating van de Duitschers aan de andere zijde der plaats. Na eene slagorde gevormd te hebben, ten einde hun de mogelijkheid te benemen dat iemand van hen deserteerde, gaf men aan de vijf Spaansche compagniën bevel, dat zij het ravelijn en de versterking zouden aantasten, waar de vijanden waren, hetgeen met genoegzame dapperheid en beradenheid geschiedde, daar er minder dan zevenhonderd voetknechten waren, die meer dan 1300 in hun fort aanvielen. Er werd weinig meer dan een half uur hardnekkig gestreden en het ravelijn werd met geweld ingenomen, en het leven aan niemand gelaten, behalve aan eenigen, die over de muren met behulp van ladders buiten geraakten, van welke later zeventig gevangen genomen werden, en onder hen de Heer de Villers. Er werden zeven vaandels genomen, behalve andere twee, die de lichte ruiters vroeger gewonnen hadden; zij verloren de geheele bagaadje, die zij medevoerden, en waarin zich acht karren bevonden met volle wapenrustingen, pieken en geweren en pistolen. Van de onzen sneuvelden twintig soldaten en gewond werden vijftig man, waaronder de kapitein don Francisco de Vargas. Het was eene overwinning van groot belang, om hunne voornemens te verijdelen en hun den draad | |
[pagina 24]
| |
cipio de sus ligas y tramas, como adelante la esperiencia lo muestra. Acauado de auer efetuado la vitoria, la mesma noche se fueron nuestras vanderas y cauallos a alojar a Arleus; y auiendose despachado desde alli con la alegre nueva del subcesso al Duque, otro dia siguiente el conde Ebristan con sus Alemanes y Sancho d'Avila con las compan̄ias de cavallos se tornaron a Mastrique. A Don Sancho le parecio de tornar con sus vanderas a Rroremunda por auer visto que era plaça fuerte, importante, situada junto a dos rriueras, la Musa y la Rrura, y que no tenia la guardia necesaria. Vino este mesmo dia que partio de Herleus, trayendo todos los presos, que se hizieron en Dalem, algunos de los quales eran de la propia tierra de Rremunda. Entraron las cinco vanderas vitoriosas, arrastrando las siete, que hauian ganado de los enemigos; y fueron vien pocos los que de aquella tierra se alegraron con nuestra vitoria, porque veyan traer presos a sus amigos y parientes, y muchos otros sauian que quedauan muertos de la propia tierra en la rrota. Otro dia siguiente mando el Maestre de Campo ahorcar en la plaça quatro de los presos, naturales de la tierra: paresciendole no ser cosa justa usar misericordia con subditos, que contra Dios y contra su Rey tomauan las armas, y asimesmo para que fuese exemplo y terror en los de la tierra y sus contornos, que en el seruicio de sus principes resualauan. Estuuose en este aloxamiento hasta que por causa de la peste, de que muy suxetada estaua esta villa, le fue fuerça mudarse a Venelo y a GraveGa naar voetnoot*). Las otras cinco vanderas deste tercio, que de Tornay, | |
[pagina 25]
| |
van het begin hunner samenrotting af te snijden, zooals de ervaring later getoond heeft. Na deze overwinning voltooid te hebben vonden onze vendels en ruiters denzelfden nacht te Erkelens logies; en na bericht gezonden te hebben aan den hertog met de blijde tijding van overwinning keerden den volgenden dag de graaf van Eberstein met zijne Duitschers en Sancho d'Avila met de compagnien ruiters naar Maastricht terug. Don Sancho vond goed met zijne vendels naar Roermond terug te keeren, omdat hij gezien had dat het eene sterke, belangrijke plaats was, gelegen aan twee rivieren, de Maas en de Roer, en dat zij de noodige bezetting niet had. Hij kwam er denzelfden dag, dat hij van Erkelens vertrok, met al de gevangenen, die te Dalem gemaakt waren, eenigen van welke van diezelfde plaats van Roermond waren. De vijf zegevierende vendels deden hun intrede, de zeven, die zij van de vijanden gewonnen hadden, met zich voerend, en slechts weinigen van dat land verblijdden zich over onze zegepraal, omdat zij hunne vrienden en verwanten gevangen medegevoerd zagen, en wisten, dat zij vele andere gesneuvelden van hun landgenooten bij de nederlaag gelaten hadden. Een volgenden dag gelastte de veldmeester vier landslieden van de gevangenen in de stad op te hangen, daar hem docht, dat het niet billijk was mededoogen te betoonen jegens onderdanen, die tegen God en den Koning de wapenen hadden opgevat, en tevens opdat het een afschrikkend voorbeeld zou zijn voor de ingezetenen en de omstreek, die weifelden in hunne verplichting jegens hunne vorsten. Wij bleven in dat garnizoen totdat het ter zake van de pest, aan welke deze stad zeer onderhevig was, noodzakelijk was naar Venlo en Grave te verhuizen. De andere vijf vendels van dat regiment, die uit Doornik, waar zij in gar- | |
[pagina 26]
| |
donde estauan aloxados, para este mesmo efecto havian salido, no hauiendo podido llegar antes, llegaron en este tiempo, y aloxaron en los casares convezinos, hasta que pocos dias despues entraron en Mastrique de aloxamiento.
Cassi en este mesmo tiempo, que fue esta rota de Dalem, el Conde Ludouico Nasao, hermano del Principe de Oranje, auia juntado numero de 6000 infantes y algunos cauallos; y entrando por el pays de Frissa, procuraua ocupar algunos lugares, y alteraua los animos de los moradores de aquella prouincia a nuevos rrumores. De lo qual teniendose auiso, ordeno, que el tercio de Cerden̄a, del qual era Maestre de Campo don Gonçalo de Bracamonte, y estaua aloxado a Volduque, villa de Brauante, caminase la buelta de alla. Auia muy poco que era llegado de Francia a Bruselas el Conde de Aranuerghe, Governador deste pays de Frissa, que con mill cauallos en socorro y seruicio del Rey de Francia por orden del Duque fue. Entendiendo la nueua sedicion y rrumor de los rreueldes en aquellas partes de la juridicion de su gouierno, tomada licencia del Duque se partio luego; y llegado en Frisa, tomo cinco vanderas de Alemanes de su regimiento, y juntas con las diez compan̄ias de Espan̄oles del tercio de Cerden̄a, hauiendose embarcado en Olanda, para con mas breuedad hazer su camino, heran ya llegados en Frisa lleuando assimismo seys pieças de artilleria de campan̄a, camino la buelta de DanGa naar voetnoot*), donde tubo auiso estar los enemigos. Ado llegado, como se uio con ellos, trauo luego una escaramuza parte de la arcabuzeria Espan̄ola de aquel | |
[pagina 27]
| |
nizoen waren, om dezelfde reden vertrokken waren, niet vroeger hebbende kunnen aankomen, kwamen op dat tijdstip aan, en kregen logies in de naburige dorpen, totdat zij weinige dagen later te Maastricht in garnizoen kwamen. Ongeveer in denzelfden tijd, dat die slag te Dalem was voorgevallen, had de Graaf Lodewijk van Nassau, broeder van den Prins van Oranje, een getal van 6000 voetknechten en eenige ruiters bijeengebracht, en in Friesland binnentrekkende, maakte hij zich meester van eenige dorpen, en hitste hij de gemoederen der inwoners van die provinciën tot nieuwe beroerten op. Hiervan bericht bekomen hebbende, beval hij, dat het regiment van Sardinië, van hetwelk don Gonçalo de Bracamonte veldmeester was, en dat te 's Hertogenbosch eene stad van Brabant in garnizoen lag, derwaarts zou trekken. Het was kort geleden, dat de Graaf van Arenberg, goeverneur van de provincie Friesland, uit Frankrijk, waarheen hij op last van den hertog met duizend ruiters tot bijstand en dienst van den koning van Frankrijk getrokken was, te Brussel was aangekomen. Den nieuwen opstand en beroerte van de rebellen in die deelen van zijn goevernement vernemend, bekwam hij verlof van den hertog en vertrok dadelijk derwaarts, en in Friesland aangekomen, nam hij vijf vendels Duitschers van zijn regiment, en vereenigd met de tien Spaansche compagniën van het regiment van Sardinië, in Holland scheep gegaan zijnde om den tocht in te korter tijd af te leggen (reeds waren zes stukken veldgeschut die hij medenam, in Friesland aangekomen), trok hij naar Dam, waar hij bericht had dat de vijanden zich bevonden. Aldaar aangekomen zijnde, zoodra hij zich met hen vereenigd zag, had een deel van de Spaansche busschieters van dat regiment al dadelijk eene schermutseling. | |
[pagina 28]
| |
tercio, no lejos del propio lugar alfin los lleuaron y encerraron dentro del propio lugar de Dan, hauiendoles herido y muerto muchos dellos. El Conde Ludouico, que conoscio no ser seguro sitio el de aquella tierra, asi por ser auierta como por poder facilmente ser sitiadaGa naar voetnoot*) a causa de un gran sitioGa naar voetnoot†), quel rrio Amaso poco antes de entrar en la mar hazeGa naar eind8), estendiendose sobre la mano siniestra de Dan, y que asi cortando el camino y salido de Frisa, determino otro dia siguiente de salirse deste aloxamiento; como lo hizo, viniendose alojar cinco leguas de alli acerca de una auadia, que se llama el Yliguercel, lleuando el camino y derroctaGa naar voetnoot§) de salirse de los estadosGa naar eind9); pero el Conde de Aranberghe, como cauallero que era de ualor y animosso, deseando conuatir con los reueldes y castigarlos de los dan̄os, que en los lugares de su gouierno hauian hecho, aunque conocio claro al camino, que hazian, que ellos yvan ya rretirando y saliendose de Frissa, solicito a gran priesa, que los Espann̄olos y Alemanes caminasen. La infanteria Espan̄ola, que no menos yba deseosa de pelear con los enemigos, y ceuada en la escaramuça, que con ellos hauian tenido, aunque cansados de la larga jornada, que aquel dia auian hecho, camino con tanta priesa, que sin esperar a hazer enteramente esquadron, y aun sin rreconocer il sitio y pasos, donde estaua, se hallo la gente armada, metida entre unos sotos y tremedales; adonde, sin poder valerse de sus fuerças y armas, facilmente fueron rrotos y muertos todos los que entraron en aquel lugar del esquadron de picas del enemigo, ayudado de la arcabuzeria, que no perdio la ocasion, | |
[pagina 29]
| |
Niet ver van de plaats zelve sneden zij hen eindelijk af en besloten hen in het eigen dorp Dam, velen van hen gewond en gedood hebbende. Graaf Lodewijk, die begreep, dat deze plaats niet veilig was, omdat zij open was en gemakkelijk belegerd kon worden wegens eene groote bocht, welke de rivier de Eems maakt kort voordat zij in zee valt, zich uitstrekkende ter linker zijde van Dam, en aldus den weg afsnijdende over de grens van Friesland, besloot hij op een anderen volgenden dag dat logies te verlaten. Zoo deed hij en legerde zich vijf mijlen vandaar in de nabijheid van eene abdij, Heiligerlee geheeten, dat den weg en de gelegenheid opende om uit het land heen te trekken. Maar de Graaf van Arenberg, als een dapper en moedig ridder, verlangende met de rebellen te strijden en hen voor de schaden te kastijden, die zij in de dorpen van zijn goevernement hadden aangericht, ofschoon hij volkomen den weg kende, dien zij ingeslagen waren, en wist dat zij dus reeds aftrokken en Friesland verlieten, begeerde met groote haast, dat de Spanjaarden en Duitschers optrokken. De Spaansche infanterie, die niet minder verlangde met de vijanden te vechten, en door de schermutseling geprikkeld, die zij met hen gehad hadden, hoezeer vermoeid van den langen marsch welken zij dien dag gedaan hadden, marcheerde met zulk een' spoed, dat het krijgsvolk, zonder zich den tijd te gunnen om eene volledige slagorde te vormen en zelfs zonder de plaatselijke gelegenheid en de passen te verkennen, waar het was, zich tusschen bosschen en moerassen bevond, waar zonder zich van hunne krachten en wapenen te kunnen bedienen, gemakkelijk al diegenen overrompeld en omgebracht hadden kunnen worden, welke aan de plaats kwamen van de slagorde der door busschieters gesteunde pickeniers des vijands, die de gelegenheid niet ver- | |
[pagina 30]
| |
y viendolos en tanta confusion y desorden, y en parte tan ventajosa para ellos y tan desygual para los nuestros, pues dejado a parte el estar estos ereges, el sitio de ellos muy bien rreconocido, tenian de sus picas formados dos esquadrones, guarnecidos de su arcabuzeria, y el lugar, ado esperauan, era asimesmo superior al nuestro; pero todas estas ventajas no les balio tanto como la mala orden y confusion de los nuestros, creo, procedida del menosprecio que tuuieron a los enemigos, a los quales el dia antes, como dixe, hauian visto que pocos arcabuzeros nuestros los hauian hecho rretirar dentro de Dam. Murieron en esta rrota vien 400 soldados de nuestra parte, de la gente mas particular de aquel tercio, y entrellos fueron muertosGa naar eind10) los cappitanes don Aluaro Osorio, Iuan Perez de Sotomayor y Periche de Cabrera, y siete alferezes. Al propio tiempo que fue enbestido nuestro esquadron del de los enemigos, el Conde de Aranberghe con algunos gentileshombres de acauallo, que le acompan̄auan y seguian, auia cerrado contra RredolfoGa naar eind11), hermano del Principe de Oranje, que trayo a cargo su caualleria, y auiendo combatido valerosamente y muerto por su persona al Rredolfo y a otros dos caualleros, que venian junto a el, el Conde cayo herido de un arcabuçazo en el propio camino, donde con gran travajo y peligro le rretiraron algunos de los que le seguian, hasta otro passo donde torno el cauallo, que herido estaua, a caer con el; y no hallandose otro en que rretirarse, ni por las heridas, quel Conde tenia, poder caminar, quedo arrimado a una casa junto al camino, ado llegando | |
[pagina 31]
| |
zuimde, hun gegeven door de groote verwarring en wanorde, waarin de onzen aankwamen (eene gelegenheid) zoo gunstig voor hen en zoo ongunstig voor de onzen. Hoe dit zij, wanneer men voorbij ziet, dat het ketters waren, hadden zij de plaatselijke gelegenheid zich goed ten nutte gemaakt. Zij hadden hunne piekeniers in twee slagorden geschaard, door hunne busschieters ter zijde gestaan, en de plaats, waar zij (ons) afwachtten, was op zich zelf gunstiger dan de onze. Doch van al deze voordeelen baatte hun niets zoo zeer als de slechte orde en de verwarring der onzen, naar ik meen, voortgekomen uit de minachting, die zij voor de vijanden hadden opgevat, wien zij een dag te voren, zooals ik gezegd heb, voor weinige busschieters der onzen zich hadden zien terugtrekken binnen Dan. Er sneuvelden bij deze nederlaag wel 400 soldaten aan onze zijde, meer bijzonder van dat regiment, en onder hen sneuvelden de kapiteins don Alvaro Osorio, Juan Perez de Sotomayor en Pericho de Cabrera, en zeven vaandrigs. Op denzelfden tijd, dat onze slagorde door de vijanden was ingesloten, was de Graaf van Arenberg met eenige edellieden te paard, die hem vergezelden en volgden, handgemeen geraakt met Adolf, een' broeder van den Prins van Oranje, die zijne cavallerie tot den aanval voerde, en dapper gestreden en voor zijn persoon Adolf en twee andere ruiters, die bij hem waren, gedood hebbende, viel de Graaf (Arenberg) door een busschieter gewond op de plaats zelve, vanwaar eenigen van hen, die hem volgden, hem wegbrachten naar eene andere plaats, waar het paard, dat gewond was, op nieuw met hem neerviel; en daar er geen ander paard te vinden was, om op te vluchten, en de Graaf om zijne wonden niet verder gaan kon, bleef hij liggen in een huis aan den weg, | |
[pagina 32]
| |
los enemigos, que seguian la vitoria, le acauaron de matar. Perdieronse las seys pieças de artilleria y todo el uagaje. Fuera sin dubda muy mayor la perdida, sino que a esta coyuntura llego el castellano de Palermo, Salazar, con algunos corredores de las compan̄ias de acavallo, que lleuaua el Conde de Meja, y tocando una trompeta, que con ellos lleuauan, creyendo los enemigos que llegasen ya las compan̄ias, hizieron alto, dejando de seguir mas el alcance. Saluaronse de los Espan̄oles casi mill soldados, y de las vanderas solamente se perdieron las dos. Las cinco compan̄ias de los Alemanes del regimiento del Conde de Aranberghe, viendo rrotas las x compan̄ias de Espan̄oles, no pelearon, antes dejando las armas se rrindieron, y auiendo jurado de no seruir al Rey por seys meses, los dexaron libremente, sin les hazer otro dan̄o. El Conde de Mega, que con quatro compan̄ias de cauallos y quatro de infanteria Alemana venia en ayuda de Aranuerghe, ya estaua una legua de Helilegerle; llegando de la muchaGa naar voetnoot*) de la rrota paro aquella noche a un cassar, legua y media de los enemigos; y rrecogiendo toda la gente, que pudo, de la que se auia escapado, otro dia por la man̄ana se fue a entrar en Gruni, que a dos leguas deste alojamiento estaua, rrecelado que con la nueua de la vitoria los paysanos, apasionados del Conde Ludouico, no hiziesen alguna alteracion y mouimento en tierra tam principal y fuerte, llaue de toda Frisa ocidental;Ga naar voetnoot†) sobre laqual pocos dias despues de la vitoria se vino a poner el enemigo, auiendo crecido de mucho mas numero de gente con la rre- | |
[pagina 33]
| |
waar de vijanden, de overwinning voortzettend, aangekomen, hem afmaakten. De zes stukken geschut en de geheele bagaadje ging verloren. Het verlies zou zonder twijfel veel grooter geweest zijn, zoo op dat pas de kastelein van Palermo, Salazar, niet gekomen was met eenige op verkenning uitgezonden ruiters van de compagnien, welke de Graaf van Megen toevoerde, en daar een trompetter, dien zij bij zich hadden, op zijn trompet blies, hielden de vijanden halt, meenende dat de compagniën reeds aangekomen waren, de verdere vervolging opgevend. Van de Spanjaarden redden zich ongeveer duizend soldaten, en van de vendels gingen er slechts twee verloren. De vijf compagniën Duitschers van 't regiment van den Graaf van Arenberg, de tien compagniën Spanjaarden geslagen ziende, vochten niet; veeleer de wapenen wegwerpende, gaven zij zich over, en gezworen hebbende den Koning zes maanden lang niet te dienen, lieten zij hen vrij zonder hun eenigen verderen overlast aan te doen. De Graaf van Megen, die met vier compagniën ruiters en vier van Duitsche infanterie Arenberg te hulp (kwam), was reeds eene mijl van Heiligerlee; op het bekomen van de tijding van de nederlaag hield hij dien nacht stand in een dorp, anderhalve mijl van de vijanden, en al het volk, dat hij kon, van hen, die ontkomen waren, verzameld hebbende, trok hij den volgenden dag des morgens naar Groningen, twee mijlen van de plaats, waar hij een nacht had doorgebracht, gelegen, de zaak geheimhoudend, opdat door de tijding van de zegepraal, de boeren, hartstochtelijk ingenomen met Graaf Lodewijk, geen opstand mochten doen ontstaan in een zoo belangrijke en sterke plaats, den sleutel van geheel westelijk Friesland, die weinige dagen na de overwinning de vijand kwam belegeren, in getal van volk sterk vermeerderd met het ruchtbaar worden | |
[pagina 34]
| |
putacion del prospero subceso; y cierto se conocio, que, si el Conde de Mega no se huuiera entrado en ella, el Conde Ludouico consiguiera su intencion, apoderandose della, segun auio dentro aficionados al vando destos ereges. Llegando el enemigo sobre Gruni, fortifico a la ora el sitio de su campo con trinchera y foso, por la parte que miraua a la tierra; ensen̄orease de una auadia de monjas y otras casas de plazer, que junto a la villa estauan, y puso en ellas algunas compan̄ias de infanteria, de manera que benia la tierra a estar la mayor parte sitiada.
El Duque, que de la muerte del conde de Arenberghe y rrota de las vanderas auiso tubo, y sauiendo asimesmo aber crecido tanto el poder del enemigo, que osase venir a poner sitio a Gruni, dio orden que caminasen las otras seys vanderas de Alemanes del Conde de Mega, que estauan en Gueldres, la buelta de alla, y parte del regimiento de Tudescos del coronel Chanburgh; ordeno tambien, que los 1500 cauallos, quel Duque Brançuy auia levantado, andado muestra dellos en Deuenter, villa y cabeça del pays de Houerisol, caminasen a se juntar en Gruni con la demas gente de guerra, que alli estaua; pareciole asimesmo, poco despues, el Duque embiar a Chapin Biteli, acompan̄ado de algunos gentiles hombres de su corte, para que juntamente con el Conde de Mega asistiese contra estos rreueldes, y procurasen ambos de echarlos destos estados; y dio orden que los regimientos de Valones de Mōs de Yerge y Mōs de Uilly, que | |
[pagina 35]
| |
van het behaalde voordeel, en men weet voor zeker, dat zoo de Graaf van Megen daar niet binnengekomen ware, Graaf Lodewijk zijn opzet volvoerd zou hebben, zich van die plaats meester makend, vermits hij daarbinnen lieden had, die de factie der ketters toegedaan waren. Toen de vijand bij Groningen aankwam, versterkte hij dadelijk de plaats van zijn kamp met verschansing en gracht, aan den kant, die naar de plaats uitzag, hij maakte zich meester van eene abdij van nonnen en van eenige lusthuizen, die bij de stad lagen, en legde er eenige compagniën infanterie in, zoodat de plaats voor het grootste gedeelte in staat van beleg was. De hertog, die bericht kreeg van den dood van den graaf van Arenberg en de nederlaag van de vendels, en insgelijks wetend, dat de macht van den vijand zoozeer aangegroeid was, dat hij het beleg om Groningen durfde slaan, gaf bevel, dat de andere zes vendels Duitschers van den Graaf van Megen, die in Gelderland lagen, derwaarts zouden optrekken, benevens een deel van het regiment Duitschers van den kolonel Schauwenburg; bovendien beval hij, dat de 1500 ruiters, die de hertog van Brunswijk had gelicht, na gemonsterd te zijn te Deventer, hoofdstad van Overijsel, zich te Groningen zouden gaan vereenigen met het krijgsvolk, dat zich daar bevond. Ook vond de hertog goed kort daarna Chapin Vitelli te zenden, vergezeld van eenige edellieden van zijn hof, om in vereeniging met den Graaf van Megen de hand te bieden tegen de rebellen, en dat beiden hen uit de provinciën zouden zien te verdrijven, en hij beval, dat de regimenten Walen van den heer Hierges en den heer de Billy, die geen 15 vendels | |
[pagina 36]
| |
no eran xv vanderas, que siguiesen el mismo camino. Pero todos estos socorros no solamente no deshazian al enemigo, como se pretendia, mas antes cada dia crecia la rreputacion y juntamientoGa naar voetnoot*) de gente: lo qual entendido el Duque determino de benir en persona con el rresto del exercito, y auiendo dado orden que de las xix vanderas de Espan̄oles del tercio de Napoles, que estauan aloxadas en Gante, viniesen las xvii, quedando las dos en guardia del castillo de aquella tierra, tambien el tercio de Secilia, que estaua alojado en Bruselas, caminase, partio su Exa a los xxviii de Junio de Bruselas, y el mismo dia llego en Anueres y, puesto con gran breuedad el recaudo necesario en aquella villa y castillo, llego a Bolduque a dos de Jullio. Hauiendo tenido auiso, que el Conde de Bedenburque Ga naar eind12), cun̄ado del Principe de Oranje, huuiese ocupado a Vergas, lugar que por rrevelde le hauia sido confiscado, y era emparajeGa naar voetnoot†) que podia impedir el trasiego de la uitualla de Brauante a Frisa, mando el Duque al Maestro de Campo don Sancho de London̄o, que con las x vanderas, que en Mastrique y Venelo y Graue alojados estauan, con toda la demas gente, que le pareciese ser necesario, de los otros tercios, tomando el artilleria que fuese menester en Arlen, fuese a echar a los que ocupauan a Vergas. Lleuo solamente las x vanderas de su tercio y la compan̄ia de cauallos ligeros de Nicolao Vasta, cinquenta hombres de armas y cinco pieças de artilleria; y el propio dia que llego a ponerse sobre la tierra, auiendola rreconocido [y] mando hazer una esplenada en ciertos tre- | |
[pagina 37]
| |
sterk waren, denzelfden weg zouden gaan. Maar al deze toevoer van krijgsvolk deed den vijand niet alleen niet uiteengaan, zooals men beweerde, maar veeleer groeide zijn roem en eendracht elken dag aan. De hertog, dit vernemend, besloot in persoon met de rest van het leger te komen, en last gegeven hebbend, dat van de 19 vendels Spanjaarden van het regiment van Napels, die in Gent ingekwartierd waren, 17 zouden komen, twee overige ter bezetting van het kasteel dier stad latend, alsmede dat het regiment van Sicilie, hetwelk te Brussel in garnizoen lag, zou marcheeren, vertrok zijne Excellentie den 28sten Juni uit Brussel, en denzelfden dag kwam hij te Antwerpen, en na met groote haast de noodige versterking in die stad en haar kasteel gelegd te hebben, kwam hij den tweeden Juli te 's Hertogenbosch aan. Bericht bekomen hebbend, dat de Graaf van den Berg, zwager van den Prins van Oranje, BergenGa naar voetnoot*) had bezet, eene plaats, die hij wegens rebellie bij verbeurdverklaring kwijt was geraakt, en dus gelegen was, dat men er den toevoer van leeftocht uit Brabant naar Friesland beletten kon, gebood de hertog den veldmeester don Sancho de London̄o, dat hij met de tien vendels, die te Maastricht en te Venloo en Grave ingekwartierd waren, met al het volk, dat hij begrijpen mocht noodig te hebben van de andere regimenten, het noodige geschut te Arnhem nemende, hen, die Bergen bezetten, zou verjagen. Hij nam slechts de tien vendels van zijn regiment en de kompagnie lichte ruiters van Nicolao Basta, vijftig gensdarmes en vijf stukken geschut, en denzelfden dag, dat hij aankwam om zich tegen de stad te laten gelden, na ze verkend te hebben, liet hij | |
[pagina 38]
| |
medales y fosos, que hauia, para poder mejor sitialles, quitandoles la comodidad de poder huyr. Conocendo los de aquella tierra el disignio de aquella obra, sin esperar mas, aquella misma tarde se salieron, dejando en la tierra tres vanderas, que tenian, y nueve pieças de artilleria, pero no tan a su saluo que la mayor parte dellos no fuese muerta, alcançandolos nuestra cavalleria en la campan̄a. Hecho esto, camino la infanteria y caualleria a se juntar en Deuenter por diferentes caminos, y, aunque tenian quatro grandes rrios, que pasar quesonGa naar voetnoot*), la Musa, Wel, Rhin, Ysel, todos por barcas, y en tiempos que por las muchas lluuias benian muy crescidos, pusose tanta diligencia en ello, que se impidio poco el uiaje. Llego el Duque a Deuenter a los x de Jullio, y con el 400 cauallos herreruelos de Hanz Verni, Aleman, y sus guardias y las dos compan̄ias de arcabuzeros a cauallo; y auiendo llegado los tres tercios de Espan̄oles, que heran 37 vanderas, partio a los xii del mesmo mes la buelta de Gruni, con todo el exercito. Dos leguas antes que llegase a la tierra, salio Chapin Viteli con 100 cauallos de Brançuy a rreciuirle; y del se entendio, como aquella mesma man̄ana auian salido 14 vanderas de los enemigos de su fuerte a convatir el tercio nuestroGa naar eind13), que a la guardia estauan tres vanderas de Alemanes del Coronel Xanburque: pero bien se entendio auer sido esta una estratugeme, dando a entender que no solo toman animo desperar al Duque, mas aun para salir a ganar delante de su precencia nuestro fuerte. Llego | |
[pagina 39]
| |
in zekere moerassen en grachten eene esplanadeGa naar voetnoot*) maken om hen beter te kunnen belegeren, terwijl hij hun de gelegenheid om te vluchten benam. De inwoners het doel van dat werk vernemende, trokken, zonder verder uitstel, denzelfden dag laat in den avond af, in de plaats drie vendels achterlatend en negen kanonnen, doch niet tot hun behoud, dewijl het grootste gedeelte van hen sneuvelde, daar onze kavallerie hen in het veld achterhaalde. Dit gedaan zijnde, ging de infanterie en de cavallerie op marsch om zich te Deventer te vereenigen langs verschillende wegen, en ofschoon zij vier groote rivieren hadden, die zij wilden oversteken, de Maas, de Waal, den Rhijn en den IJsel, alle met schuiten, en in tijden dat zij om de vele regens zeer gezwollen waren, werd daarbij zulk een ijver aangewend, dat de tocht weinig belemmerd werd. Den tienden Juli kwam de Hertog te Deventer aan en met hem 400 man zware ruiters van Hanz Berni, een Duitscher, en zijne lijfwacht en de twee compagnien busschieters te paard. En toen de drie regimenten Spanjaarden, 37 vendels sterk, aangekomen waren, vertrok hij den 12den derzelfde maand naar Groningen met het geheele leger. Twee mijlen voordat hij daar was aangekomen, trok Chapin Vitelli met 100 ruiters van Brançuy hem te gemoet; en van dezen vernam hij, hoe dezen zelfden morgen 14 vendels van den vijand waren uitgetrokken uit hun fort om ons regiment te bestrijden, dat de wacht had (bestaande uit) drie vendels Duitschers van den kolonel Schauwenburg. Maar hij begreep zeer wel, dat dit een krijgslist was geweest, met het doel niet alleen om den Hertog den moed te benemen, maar in allen gevalle om ons fort te winnen vóór zijne aankomst. | |
[pagina 40]
| |
el Duque a Gruni a los quince a medio dia, y passando por la tierra, sin se detener en ella, mando poner en escuadron toda la ynfanteria Espan̄ola, Alemana y Balona, y el propio en perssona fue a rreconoscer el fuerte de los enemigos, por quel abadia de monjas y algunas cassas, que tenian primero sauian la venida del Duque, la mesma man̄ana las auian dexado y abrasado, rretirandose a su fuerte. Estubo el Duque un gran rrato considerando el sitio del campo del enemigo, y era ya passado la maior parte del dia, quando se rreconocio que se rretiraua, y a la ora dio el que licenciaGa naar voetnoot*) que con arcabuçeria Espan̄ola por tres partes les acometiesen. Hizose con tanta boluntad y presteza, que facilmente les hizieron desamparar dos puentes, que estauan quemando de un rrio, que entre ellos y nuestro campo passaua; el qual ynpidio que no les pudiese seguir el rresto del exercito, y que, aunque se trugeron muchas barcas, no ubo tiempo, por ser ya muy tarde, para se rrehacer las puentes. Nuestros arcabuzeros passaron tras ellas y alguna parte de coseletes de las compan̄ias de arcabuzeros dellos por el agua y dellos por los puentes, aunque todavia ardian, y no cesauan de los seguir y cargar, hasta que, por venir la noche, los mandaron rretirar, dexando muertos de los enemigos mas de 300 y muchos heridos. La corneta de Mos de Bli, que de la otra parte tenia su alojamiento, ansimesmo les hizo mucho dan̄o; y esta claro, que, si la noche ne viniera tan presto, y el rrio no ynpidiera el passo a los nuestros, queste dia se acauaran | |
[pagina 41]
| |
De Hertog kwam den 15den op den middag te Groningen aan en bij den tocht door de plaats, liet hij, zonder zich daar op te houden, de geheele Spaansche infanterie, Duitschers en Walen, in slagorde marcheeren, en in eigen persoon ging hij het fort der vijanden verkennen; want het vrouwenklooster en eenige huizen, die zij bezet hadden, voordat zij van de komst van den hertog wisten, hadden zij denzelfden morgen verlaten en in brand gestoken, zich in hun fort terugtrekkend. De hertog beschouwde langen tijd de gelegenheid van het kamp des vijands, en reeds was het grootste gedeelte van den dag verloopen, toen hij bemerkte, dat hij aftrok, en dadelijk gaf de hertog verlof, dat men hen met de Spaansche busschieters van drie zijden zou aantasten. Dit geschiedde met zoo veel volvaardigheid en vlugheid, dat zij hen gemakkelijk de verdediging deden opgeven van twee bruggen, die zij bezig waren in brand te steken, over eene rivier, die zich bevond tusschen hen en ons legerkamp. Dit belette, dat de rest van het leger hen kon volgen, en dat, ofschoon zij vele schuiten kregen, men den tijd niet had, omdat het reeds laat was, om de bruggen te herstellen. Onze busschieters staken over, en een deel van de piekeniers van de compagniën busschieters, sommigen door het water, en anderen over de bruggen, hoezeer zij brandden, en zij hielden niet op hen te vervolgen en te bestoken totdat men hen, daar de nacht inviel, beval terug te trekken, van de vijanden meer dan 300 gesneuveld en velen gewond achterlatend. Het kornet van den heer van Billy, dat aan de andere zijde ingekwartierd was, bracht hun ook groote schade toe, en het was duidelijk, dat, zoo de nacht niet zoo spoedig ware ingevallen, en de rivier den onzen geen beletsel in den weg had gelegd, wij dien dag hunne kracht ten volle zouden gebroken hebben, | |
[pagina 42]
| |
de romper, segun el miedo y confusion, que en su retirada mostraron. Mas no dilato mucho la justicia diuina el castigo de sus maldades; pues auiendose hecho esta mesma noche las puentes en el rrio, otro dia al amanecer partio el Duque en seguimiento suyo con todo el campo, dexando guarnicion los 1500 cauallos de Branzuy, auiendo visto de quan poco fruto y seruicio eraGa naar voetnoot*) la caualleria en aquel pais, tan lleno de fossos que solamente se puede yr por el camino, qu es tan estrecho que con dificultad pueden caminar vii ynfantes por ylera. Durmio esta noche nuestro campo en un lugar, dos leguas de Gruni, que se llama Selochieren, adonde auian los enemigos fortificado un reuellin de una yglesia, y alli de ordinario tenian dos compan̄ias de ynfanteria para la guardia del transito de las vituallas, que por aquella parte les yban a su campo. Estubo en este mesmo alojamiento otros dos dias, enbiando de ordinario por diuersos caminos compan̄ias de cauallos a tomar lengua de lo que auia hecho el campo del enemigo; pero con grandisima dificultad se podia salirGa naar voetnoot†) por estar la mayor parte de aquella probincia de heregias y quieren tan de boluntad a estos hereges, y por el contrario nos aborreceen a nos otros en tanta manera, que procurauan encubrir la rretirada de los enemigos, mostrandonos no sauer nada; y para mayor argumento de ser esto ansi, direlo que una compan̄ia de cauallos de las nuestras le acontecio en un lugar destos: y fue que pasando en busca de los enemigos, allaron el lugar lleno de gente y en la calle muchas modias botos con cerveça y pan y quesso, aparejado para los que pasauan; loqual les dauan al principio alegremente, creyendo que fuesen en las compann̄ias del | |
[pagina 43]
| |
te oordeelen naar de vrees en de verwarring, die zij bij hunnen terugtocht verrieden. Maar de goddelijke gerechtigheid stelde de straf voor hunne boosheid niet lang uit, omdat na in dienzelfden nacht de bruggen over de rivier te hebben laten maken, de Hertog met zijn gevolg en 't geheele veldleger vertrok, de 1500 ruiters van Brunswijk daar gelaten hebbende, daar hij gezien had van hoe weinig nut en dienst de cavallerie was in dat land, zoo vol grachten, dat men er alleen gaan kan op een pad, zoo eng, dat er met moeite zeven voetknechten naast elkander gaan kunnen. Ons leger sliep dien nacht op eene plaats, twee mijlen van Groningen, Slochteren geheeten, waar de vijanden een ravelijn versterkt hadden van eene kerk, en daar hadden zij naar gewoonte twee compagniën infanterie om den toevoer van levensmiddelen te bewaken, die van dien kant voor hen tot hun leger kwamen. Hij bleef in dat zelfde kwartier nog twee dagen, als naar gewoonte langs verschillende wegen compagniën ruiters uitzendend om bescheid te bekomen van hetgeen het leger des vijands gedaan had; maar slechts met de grootste moeite kon men dit te weten komen, omdat het grootste gedeelte van die provincie kettersch was, en men die ketters zoo genegen was, en daarentegen ons verfoeide in die mate, dat zij den aftocht van den vijand trachtten geheim te houden, ons betuigende, niets te weten, en tot meer bewijs dat het zoo was, zal ik zeggen, wat eene compagnie ruiters van de onzen van hen in een dorp ondervond. Het geschiedde, namelijk, dat zij, de vijanden opsporend, eene plaats vonden vol volks en op de straat veel mudden worsten met bier en brood en kaas, in gereedheid voor hen, die daar doortrokken; hetgeen men hun in 't begin met blijdschap gaf, meenende, dat zij tot de compagniën van Graaf | |
[pagina 44]
| |
Conde Ludobico; pero auiendo reconocido que heran Espan̄oles y Ytalianos, se entristecieron, y esa mesma noche se huyeron todos, de manera que, quando la propia compan̄ia torno otro dia por el mesmo lugar, creyendo allar el mesmo acoximiento, no hallaron persona ninguna ni que comer ni beuer. Al cabo destos dos dias vino Montero, capitan de arcabuzeros Espan̄oles de a cauallo, con la nueua de auer descubierto el camino, que hizo el enemigo y adonde se hallaua; y a la ora se partio el Duque para alla, y passando por el propio sitio y lugar, donde fue la rota del Conde Aranbergue, fue alojar esta noche à Boede, castillo del conde Aranbergue Ga naar eind14), que, por ser passo fuerte, auian començado los enemigos a fortificarlo, antes que fuesen a poner sitio a GrabelingGa naar voetnoot*); y dejando en el Tudescos en guarnicion, paso otro dia alojar rribera de la Amso, en un lugar, que se dize Rreyden; adonde junto a un puente de madera, que tenia el propio rrio, hizo hazer un fuerte, dejandolo a la guardia de dos compan̄ias de Alemanes, asi para asegurar el passo de nuestras bituallas, como por quitar al enemigo comodidad de poderse rretirar por alli. Otro dia siguiente teniendo auiso, quel enemigo estaua dos leguas delante en un lugar del Conde de Emdem, que se llama Yemerclam, camino a muy buena ora para alla, enbiando primero a Sancho de Auilla con 30 cauallos, para que tomase lengua. Ya estaua el Duque con la banguardia del exercito media legua de Yemerlhan. El capitan Sancho de Auila torno: aunque auia tomado lengua, fueron muy banas rrelaziones las que al Duque le dixeron, de lo que algunos | |
[pagina 45]
| |
Lodewijk behoorden; maar bemerkt hebbend, dat zij Spanjaarden en Italianen waren, hadden zij er verdriet van, en dienzelfden nacht vluchtten zij allen, zoodat toen dezelfde compagnie een volgenden dag door hetzelfde dorp kwam, meenende er hetzelfde onthaal te zullen vinden, zij er niemand en noch eten noch drinken vonden. Na die twee dagen kwam Montero, kapitein van Spaansche busschieters te paard, met het bericht dat hij den weg gevonden had, dien de vijand had ingeslagen, en (de plaats) waar hij zich bevond en dadelijk trok de hertog derwaarts, en denzelfden weg trekkende, waar de nederlaag van den Graaf van Arenberg had plaats gehad, ging hij den nacht te Boede doorbrengen, een kasteel van den Graaf van Arenberg, hetwelk de vijanden, omdat het op een verdedigbaar punt gelegen was, hadden begonnen te versterken, voordat zij Groningen gingen belegeren, en de Duitschers in garnizoen latend, ging hij den volgenden dag zich legeren aan den oever der Eems, op eene plaats Reyden geheeten, alwaar hij bij eene houten brug over die rivier, eene versterking liet maken, welke hij aan de bewaking van twee compagniën Duitschers overliet, zoowel om den toevoer van onze levensmiddelen te verzekeren, als om den vijand de gelegenheid om daarlangs af te trekken te benemen. Den volgenden dag bericht krijgend, dat de vijand zich twee mijlen verder bevond op eene plaats van den Graaf van Emden, Jemgum geheeten, trok hij ter goeder ure derwaarts, vooraf Sancho de Avila met 30 ruiters op kondschap zendend. Reeds was de Hertog met de voorhoede van het leger eene halve mijl van Jemgum. De kapitein Sancho de Avila kwam terug; ofschoon hij kondschap had opgedaan, waren het zeer ijdele berichten, die men den hertog bracht, van hetgeen sommigen hadden | |
[pagina 46]
| |
auian rreconocido, por que unos dezian, que ya los enemigos estauan de la otra parte de rrio; otros dezian, que estauan enbarcando; otros, que rreconocieron mejor, dixeron, que estauan todos hechos fuertes en Yemerchara; pero los mas fueron de pareseer que se enbarcaua, y asi persuadieron al Duque, enbiase alguna arcabuzeria a se lo ympedir, y hazellos algun dan̄o. Causo esta bariacion el auer visto en algunas partes de la rriuera enbarcar mucho villanaje carros y cauallos, los quales villanos eran del pays, que de miedo de nuestro campo se pasauan con todas sus haziendas de la otra parte del rio; mas creyendo el Duque, sera si como le auian dicho, que los enemigos a toda furia se embarcauan, torno a enbiar al cappitan Sancho de Auila y al capitan Montero, con su compan̄ia de arcabuzeros de a cauallo, en banguardia, para que reconociesen el camino; y luego tras ellas ordeno a los Maeses de Campo don Sancho y Julian Romero, que tomando 1000 arcabuzeros y 300 mosquetes siguiesen y, dexando ordenado a los Maeses de Campo Alonso de Ulloa y don Gonzalo de Bracamonte, que quedasen con el escuadron, de donde sin espresso mandato no dexase remouer a nadie, camino tras el arcabuzeria dicha, que quedaua a las espaldas del esquadron Espan̄oles y los Alemanes, y tras dellos las 15 banderas de Mōs de Yerges y Mōs de Belli, y a la cola destos 300 lanças de la caualleria de Ytalia, y la corneta de herreruelos de Hans BerniGa naar eind15). Estaua toda esta gente en el mismo camino o dique, unos tras otros, porque por los muchos fossos de agua no podian alargarse a la campan̄a. Llegada | |
[pagina 47]
| |
verkend, aangezien dezen zeiden, dat de vijanden reeds aan de andere zijde der rivier waren; genen, dat zij scheep gingen; anderen weder, die beter toegezien hadden, zeiden, dat zij allen zich te Jemgum sterk gemaakt hadden. Maar de meesten waren van gevoelen, dat men scheep ging, en dus haalden zij den hertog over, dat hij eenige busschieters uitzond om hun zulks te beletten en hun eenige schade toe te brengen. Wat deze onzekerheid veroorzaakte was dat men op enkele plaatsen van den oever veel landvolk, wagens en paarden had zien inschepen. Dat waren lieden van het land, welke uit vrees voor ons leger met al hunne have naar den anderen oever der rivier overstaken. Maar de Hertog, meenend: het zal zijn, zoo als zij hem gezegd hadden, dat de vijanden zich met allen spoed inscheepten, ging er toe over om kapitein Sancho de Avila en kapitein Montero te zenden met hunne compagnie van busschieters te paard, in de voorhoede, om den weg te verkennen, en dadelijk hun achterna gelastte hij de veldmeesters don Sancho en Julian Romero 1000 busschieters en 300 musketiers te nemen en hen te volgen, en aan de veldmeesters Alonso de Ulloa en don Gonzalo de Bracamonte den last achterlatend dat zij bij de slagorde blijven zouden, van waar zij niemand zonder uitdrukkelijk bevel zich zouden laten verwijderen, trok hij op achter de gezegde busschieters, die hij bij de achterhoede van de brigade Spanjaarden en Duitschers liet, en achter hen de 15 vendels van den Heer de Hierges en den Heer van Billi, en achter hen 300 lanciers van de Italiaansche cavallerie, en het kornet ruiters van Hans Berni. Al dat krijgsvolk bevond zich op denzelfden weg of dijk, achter elkander, omdat zij zich wegens de vele grachten niet over het veld konden uitbreiden. | |
[pagina 48]
| |
que fue nuestra arcabuzeria a unos puentes de canales de agua, que en el camino auia, toparon con algunos cauallos y arcabuzeros de los enemigos, que estauan abriendo las portan̄olas de los diques, para que entrando el agua de la creciente de la mar, anegase el sitio, do estaua nuestro campo; ya era entrada mucha cantidad de agua; pues auian llegado los nuestros hasta alli en muchas partes el agua hasta la rrodilla; y cierto si los enemigos hubieran dos oras antes hecho semegante prouision, estubieran bien seguros que no llegeramos a los dan̄ar; y rrecelado desto el Duque fue causa de que no permitiese quel campo pasase adelante, solamente quiso enpachar la parte de la gente questa dicha; laqual rreboto en llegando a los que estauan abriendo las portan̄olas, y abiendole ganado dos puentes, junto al uno de los quales fue muerto don Grauiel Manrrique, hijo del Conde de Osorrio, les hizieron retirar hasta encerrarlos en su plaça de armas, y siguiendo todo la demas arcabuzeria Espan̄ola, quedando solamente 200 arcabuzeros para armar dos passos, por do se rrecelaua pudiese venir gente de la, que se auia visto en un castillo, que quedaua a las espaldas de rriuera del rio, llegaron los Maeses de Campo con ella poco mas de tiro de mosquete del lugar, do estaua el campo del enemigo, quedandose la persona del Duque en un casar media milla ytaliana atras con algunos gentiles hombres de los que le seguian. Y auiendo hecho tender toda la gente por un dique adelante, que yba derecho al | |
[pagina 49]
| |
Toen onze busschieters gekomen waren aan eenige bruggen over de grachten, die zich op den weg bevonden, ontmoetten zij eenige ruiters en busschieters van de vijanden, bezig de schutdeuren van de sluizen te openen, opdat, wanneer het water van de zee met den vloed binnen kwam, het de plaats, waar ons kamp was, zou overstroomen. Reeds was eene groote hoeveelheid waters binnengestroomd: toen de onzen zoo ver gekomen waren, hadden zij op vele punten het water tot aan de knieën, en het is wel zeker, dat, zoo de vijanden twee uren vroeger een' gelijken maatregel genomen hadden, zij wel verzekerd geweest zouden zijn, dat wij hun geen kwaad zouden hebben komen doen. En toen de Hertog daarvan onderricht was, bracht zulks te weeg, dat hij niet toeliet, dat het leger verder ging, alleenlijk wilde hij de volvoering der taak van het bovengezegde volk verhinderen, hetwelk daarin dan ook gestoord werd. Aangekomen bij hen, die de schutdeuren open maakten, en twee bruggen van hen afgewonnen hebbende, bij eene van welke don Gabriel Manrique, zoon van den Graaf von Osorio sneuvelde, deden zij hen terugtrekken, totdat zij hen besloten binnen hunne wapenplaats. Toen nu de overige Spaansche busschieters allen volgden, alleenlijk tweehonderd busschieters achterlatend, om twee toegangen te bewaken, omdat van daar (gelijk bericht werd) van dat volk kon komen, hetwelk men gezien had in een kasteel, en dat achter den oever der rivier bleef, kwamen de veldmeesters met dien troep aan, weinig meer dan een musketschot van de plaats, waar het leger van den vijand was, terwijl de persoon van den hertog in een dorp eene halve Italiaansche mijl achterbleef met eenige edellieden van zijn gevolg. En al het volk verder hebbende laten trekken langs een dijk, die recht liep naar de plaats, welke zij | |
[pagina 50]
| |
lugar, el qual tenian como por trinchea y rreparo de los enemigos, dispararon algunas pieças de artilleria contra los nuestros, de cinco que tenian en el camino y entrada de su alojamiento, y solamente mataron dos soldados a esta sazon. Acabo de entender el Duque, como los enemigos estauan todos juntos en Yemendan, y deseando desenpen̄ar aquella arcabuzeria, que auia hecho pasar tan adelante, persuadido de los que le auian dicho, que se enbarcauan, pues, si se ofresciese ser menester socorrerla, no podia hazerlo a tiempo, enbio a dezir a don Sancho de London̄o con uno de suo gentiles hombres, que se rretirase. Y el Maestre de Campo le rrespondio, que no auia por que, y aunque lo obiese, no era tiempo de lo poder hazer sin gran perdida; y tornando segunda bez a mandarle que se rretirase, respondio que no auia peligro en estar alli, y en rretirarse le auia, y que se perderia aquel sitio, que hera ymportantissimo; y enbiandole a suplicar le enbiase algunas pieçasGa naar voetnoot*), no lo quiso hazer, pero mando que viniesen las compan̄ias de cauallos de Conde Cesar de Cauallos y Conde Crucio. Y en este tiempo auian los enemigos enbiado el rrio arriba a rreconocer los nuestros con barcas, y visto que solamente era arcabuzeria, y muy poco, y que no podian tam presto ser socorrida, ansi por estar lexos de nuestros escuadrones, como porque ynpedia el agua, que de los diques se auia entrado en el camino, a no se poder caminar con presteza, salieron dos escuadrones formados por unas praderias, sus banderas tendidas contra nuestra gente, con arcta determinacion; pero en empeçando nuestros mosquetes y arcabuzeros a jugar en ellos, se boluie- | |
[pagina 51]
| |
shadden tot verschansing en wijkplaats losten de vijanden eenige kanonnen tegen de onzen, van vijf die zij op den weg en aan den ingang van hun kwartier hadden, en zij doodden bij deze gelegenheid slechts twee soldaten. De hertog had pas vernomen, dat de vijanden allen te Jemgum vereenigd waren, en die busschieters, welke hij zoo ver had laten oprukken, uit die stelling willende verlossen, overtuigd door hen, die het hem gezegd hadden, dat zij zich in gevaar brachten, omdat, zoo de gelegenheid zich opdeed, dat men hun moest te hulp komen, hij het niet tijdig kon doen, zoo liet hij don Sancho de London̄o met eenen van zijne edellieden aanzeggen, dat hij terug moest trekken. En de veldmeester antwoordde hem, dat er geene reden toe was, en zoo hij hem gehoorzaamde, hij het niet zou kunnen doen zonder groot verlies; en toen hij ten tweeden male hem gelastte zich terug te trekken, antwoordde hij, dat er geen gevaar bij was daar te blijven, maar wel bij het terugtrekken, en dat die stelling, welke allergewichtigst was, verloren zou gaan, en hem latende verzoeken hem eenige piekeniers te zenden, wilde hij het niet doen, maar gelastte, dat de compagniën ruiters van Graaf Cesar de Cavallos en Graaf Crucio zouden komen. En op dien tijd hadden de vijanden de rivier opwaarts de onzen met schuiten doen verkennen, en gezien hebbende, dat het slechts busschieters waren en zeer weinigen in getal, en dat zij niet zoo spoedig hulp konden bekomen, zoowel omdat zij verre waren van ons leger, als omdat het water het belette, dat van de dijken over den weg was gestroomd, zoodat men niet snel kon voortrukken, zoo trokken twee gevormde brigades door eenige weilanden met ontplooide vaandels en vrijwat stoutheid op ons los; maar toen onze musketten en bussen | |
[pagina 52]
| |
ron sin passar adelante, y, cargando nuestra gente, sin hazer rrostro los enemigos, sino llenos de confusion y diuino terror, boluieron las espaldas, dejando muchos las picas, arcabuzes y otras armas, para mas ligeramente poder huyr. Siguieronlos los nuestros por todo el cassar adelante, que muy grande y largo es, matando muchos dellos, segun los yban alcançando; otra parte dellos huyo la buelta del rrio, ado, por se enbarcar y huyr de los vitoriosos, se haogaron muchos. Duro el alcançe mas de dos leguas, quedando todo el camino lleno de muertos; de 24 banderas, que heran, solas 4 no parecieron, que, segun se entendio, las hecharon en el rrio; y las 20 esa mesma noche y otro dia se las trugeron al Duque. Ganaronse 16 pieças de artilleria de campo; prendiose el tiniente del Conde Ludouico, del qual se supo, como con gran dificultad se auia scapado el Conde en una barca. Quando llego nuestro campo a verse con el del enemigo, serian las 10 oras de la manana: y acaucse de alcançar vitoria a la una despues de medio dia; duro le matança desde esta ora hasta otro dia en la noche, a causa que cantidad dellos se acogieron y hizieron fuertes en algunos lugares pantanosos; pero no les balio nada, que todos vinieron a manos de los esecutores de la diuina justizia. Fue el numero de los muertos, a lo que entonces se pudo juzgar y despues dellos mesmos sentendio, mas de 7000, y de los nuestros solo ubo ocho heridos y otros tantos muertos. Perdieron todo su bagaje y gran numero de cauallos. Allose en las rrecamaras del Conde Ludobico y Conde d Ostrate | |
[pagina 53]
| |
onder hen begonnen te spelen, keerden zij om zonder verder te gaan, en toen ons volk op hen aanviel, keerde de vijanden zonder ons het hoofd te bieden, maar in volle verwarring en in den schrik des Heeren, ons den rug toe, terwijl velen hunne pieken, bussen en andere wapens achterlieten om vlugger te kunnen vluchten. De onzen vervolgden hen door het geheele dorp, dat zeer groot en ruim is, ver heen, velen van hen doodende, al naarmate men hen inhaalde; een ander deel van hen vluchten naar de rivier, waar, bij het inschepen en het vluchten voor de overwinnaars, velen verdronken. De vervolging werd meer dan twee mijlen voortgezet en de geheele weg bleef vol dooden. Van 24 vaandels, die er waren, werden er slechts vier teruggevonden, die zij, naar 't geen men vernam, in de rivier wierpen, en de twintig werden dienzelfden nacht en den volgenden dag aan den Hertog gebracht. Er werden 16 stukken veldgeschut gewonnen; de luitenant van Graaf Lodewijk werd gevangen genomen, van wien men vernam, hoe de Graaf met groote moeite in eene schuit ontsnapt was. Toen ons leger en dat des vijands elkander in het gezicht kregen, zal het tien uur in den morgen geweest zijn, en de zegepraal werd voltooid te één ure na den middag. Het dooden duurde van dat uur tot den volgenden dag in den avond, omdat eene menigte van hen zich bergde en versterkingen maakte op modderige plaatsen; maar dit baatte hem niets, daar allen in handen vielen van de uitvoerders der goddelijke gerechtigheid. Het aantal dooden, naar hetgeen men toen kon oordeelen en later van henzelven vernam, bedroeg meer dan 7000, en van de onzen waren er slechts acht gewonden en evenzoo veel gesneuvelden. Zij verloren al hunne bagaadje en een groot aantal paarden. Men vond in het reisgoed van Graaf Lodewijk en van den Graaf van Hoogstraten veel | |
[pagina 54]
| |
mucha plata labrada, dineros, joyas y presas de gran balor. Tales son las vitorias, que le bondad diuina concede, quando el es seruido; a quien todas se deuen atribuyr, pero en esta se bio mas particularmente su permision y diuino juycio, pues tanto numero de gente, que sin duda se saue pasauan de doze mill hombres, de un sitio tan fuerte de tan pocos fueron hechados y rrotos; a los quales, antes que acometiesen, auian ya muy bien rreconocido, como ya dixe. Estubo el Duque en este lugar de la bitoria otro dia seguiente, que fue 22 de Jullio, dia de la Madalena, dedonde despacho con la nueua del buen subceso a su Magd al capitan Andres de Salaçar, castellano de Palermo. Rrepartio aqui asimismo los alojamientos de la ynfanteria Espan̄ola, teniendo por cierto, que por todo aquel berano era acauada la guerra. Mas bien diferentemente sucedio, como se dira adelante. Partio el campo por el mesmo camino, que auia venido, la buelta de Gruni; y el Duque fue a visitar a Dan, lugar cerca de la marina, con disin̄io, si viesse ser necessario, hazella fortificar; y llego a Gruni a los de 25 de Jullio; donde vino d'Espan̄a por la posta don Fadrique de Toledo, su hijo primogenito, el qual poco despues, con la boluntad de su padre y por orden de Su Magd, tomo el cargo de General de la ynfanteria Espan̄ola, la qual gouerno prudentisimamente; ansi mesmo auiendole el Duque remitido, como a su Lugarteniente, no solo los negocios de la guera y todo el exercito, pero los del gouierno del estado, dio muestra de su mucho balor y prudencia, acompan̄ado de una vigilancia admirable, | |
[pagina 55]
| |
gewerkt zilver, geld, juweelen en buitgemaakte voorwerpen van groote waarde. Zoodanig zijn de overwinningen, welke de goddelijke goedheid verleent, wanneer het Haar behaagt wien zij alle toegeschreven moeten worden; maar in deze zag men meer in het bijzonder Gods gunst en oordeel, omdat zulk een groot getal volks, dat, zooals men zeker weet, meer dan 12000 man bedroeg, uit zulk eene sterke stelling door zoo weinigen verjaagd en verslagen werd, die hen, voordat zij ze aanvielen, reeds zeer goed verkend hadden, gelijk ik reeds zeide. De Hertog bleef op de plaats der overwinning den volgenden dag, dat is de 22ste Juli, de dag van St. Magdalena, vanwaar hij den kapitein Andres de Salazar, kastelein van Palermo, met het bericht van den goeden uitslag naar zijne Majesteit zond. Hij bepaalde daar tevens de kwartieren van de Spaansche infanterie, het voor zeker houdende, dat de oorlog voor dien geheelen zomer ten einde gebracht was. Maar het viel gansch anders uit, zooals later zal gezegd worden. Het leger vertrok langs denzelfden weg, als het gekomen was, naar Groningen, en de Hertog ging Dam bezoeken, eene plaats aan den zeekant, met het doel om te zien of het noodig was, haar te laten versterken en hij kwam den 25sten Juli te Groningen aan, waar don Frederik van Toledo per post uit Spanje kwam, zijn eerstgeboren zoon, die weinig tijds daarna, naar het verlangen van zijnen vader en op bevel van zijne Majesteit, de betrekking kreeg van generaal der Spaansche infanterie, die hij met veel beleid bestuurde; toen daarenboven de Hertog hem, als zijnen plaatsbekleeder, niet alleen de krijgszaken en het geheele leger, maar de staatszaken had opgedragen, gaf hij blijk van zijne groote degelijkheid en beleid, met eene bewonderenswaardige vlug- | |
[pagina 56]
| |
como en el descurso de la jornada, que se siguio, mas claro se conocio. Estubo ocho dias el Duque en esta tierra, dando orden algunas cossas, tocantes a la quietad y buena guardia de aquellas tierras de Frisa; y auiendo rreformado el tercio de Cerden̄a, sin dexar mas que la compan̄ia de Martin Perez de Armondarez Ga naar eind16), de 300 arcabuzeros; y no se entendio la causa desta rreformacion, aunque se entendio estar el Duque muy enojado porque al tornar nuestro campo de Yemeryban soldados desto tercio auian puesto fuego en algunos casares del camino, casi en benganza del maltratamiento, que les auian hecho villanos, quando la rrota de Frisa. Otros quisieron dezir, que auia sido castigo porque se perdieron en Helicarguele; pero, como quiera que fuese, la gente destas banderas se metio en los demas tercios, y auiendoles licenciado para que se fuesen a sus alojamientos disin̄ados, hordeno que Alonso de Ulloa [de camino fuese]Ga naar voetnoot*) con sus 17 banderas y alguna caualleria fuese a tomar a Hulft, castillo del Conde Vandenbergue, donde se auian entrado 300 rreueldes; y tenian opionion de ser plaça muy fuerte, a causa destar situada en unas muy grandes lagunas. Pusosele el sitio en tres partes y la bateria en dos, a la qual batieron tres dias con 12 pieças de artilleria, sin querer rrendirse; y viendo el Maese de Campo, que la bateria hazia poco efeto por ser todo tierrapleno, como despues se uio, hordeno se les quitaseGa naar voetnoot†)... un sitio que los ympedia la huyda. Ansi otro dia se huyeron de noche por | |
[pagina 57]
| |
heid en zorgvuldigheid gepaard, zooals in het verloop van den krijgstocht, die volgde, duidelijker bleek. De Hertog bleef acht dagen in die stad, orde stellend op eenige zaken, die de rust en goede bewaking van de Friesche steden aangingen; ook ontbond hij het regiment van Sardinië, zonder er meer van te laten dan de compagnie van Martin Perez de Armondarez, van 300 busschieters, en men begreep de oorzaak niet van die reform, ofschoon men wel begreep, dat de Hertog zeer verstoord was omdat bij het terugkeeren van ons leger van Jemgum soldaten van dat regiment eenige dorpen op den tocht in brand gestoken hadden, zoo 't schijnt tot wraak van de slechte behandeling, die de boeren hun hadden aangedaan bij gelegenheid van de nederlaag in Friesland. Anderen wilden wel zeggen, dat het (regiment) gestraft was omdat zij te Heiligerlee geslagen waren; maar, wat hier ook van zij, het volk van die vendels werd in de andere regimenten geplaatst, en hun verlof gegeven hebbende, dat zij naar de hun aangewezen kwartieren zouden gaan, verordent hij dat Alonso de Ulloa met zijne 17 vendels en eenige ruiters Hulft ging innemen, een kasteel van den Graaf van den Berg, waar 300 rebellen in getrokken waren, en zij meenden, dat de plaats zeer sterk was, omdat het in zeer uitgestrekte moerassen lag. Het beleg van de plaats werd aan drie kanten ondernomen en de batterijen aan twee kanten geplaatst. Men beschoot haar drie dagen met twaalf kanonnen, zonder dat zij zich over wilde geven, en toen de veldmeester zag, dat het geschut weinig uitwerking deed, omdat zij geheel door een aarden wal was omgeven, gelijk men later zag, beval hij, dat men hen daar liet.... een beleg dat hun de vlucht belette. Hoe dit zij, den volgenden dag vluchtten zij 's nachts, midden door de plassen en moerassen, | |
[pagina 58]
| |
entre los tremedales y lagunas, sino poderlos ofender, y fueronse a un lugar, que se dize Aneruque Ga naar eind17), lugar del Duque de Cleues. Partio el Duque de Gruni con su corte y guardia hordinaria y dos compan̄ias de arcabuzeros Espan̄oles, y fuese a visitar aquellas tierras de Frissa hasta Utrique; de donde esjulianilla y ado se auia dicho estaria muchos dias y avria llamado de los estadosGa naar voetnoot*). Pero començaron a venir auisos, que en Colonia de parte del Principe de Oranje se auian comprado muchas armas, y ansimesmo auia ya rumores quen Alemania se juntaua ya caualleria y ynfanteria. Aunque a los principios parecieron nueuas de poco fundamento, presto sentendio ser uerdad, y crecio la fama con el hecho. A esta causa el Duque camino a Bolduque; ado llegado dio luego horden que se leuantase algunos regimientos de Balones, y ordeno que las bandas de hombres darmas deste pays se aperciuiesen para segundo mandato; y teniendo auiso quel Principe de Oranje con buen numero de caualleria y dos rregimientos de ynfanteria Alamana pasaua el Rrin, con determinacion de venir a estos estados, se fue a Mastrique, por ser lugar en los confines de Brauante, al passo de la Musa, y al posito donde se presumia venia el enemigo passar. Y llegado alli, mando que toda la caualleria ligera y bandas ordinarias de Flandes y los rregimientos de Alemanes y Balones viniesen alojar en los lugares mas vezinos a Mastrique. | |
[pagina 59]
| |
zonder dat men hun schade kon doen, en zij gingen naar eene plaats, van den Hertog van Kleef, Emmerik geheeten. De Hertog vertrok van Groningen met zijn hof en gewone lijfwacht en twee compagniën van Spaansche busschieters, en hij ging de Friesche steden bezoeken tot Utrecht, van waaruit hij over Friesland als meester beschikteGa naar voetnoot*), en waar men gezegd had, dat hij vele dagen zou gebleven zijn en de Staten zou hebben zamen geroepen. Maar er begonnen berichten te komen, dat te Keulen van wege den Prins van Oranje vele wapenen gekocht waren, en mede waren er reeds geruchten, dat in Duitschland cavallerie en infanterie bijeenkwam. Ofschoon dit in den beginne tijdingen van weinig gegrondheid schenen, verstond men spoedig, dat zij waarheid behelsden, en de faam groeide met de werkelijkheid aan. Deswege trok de Hertog naar 's Hertogenbosch. Daar gekomen, gaf hij dadelijk bevel, dat eenige regimenten Walen gelicht werden, en hij verordende, dat de benden der mannen van wapenen van dit land op een tweede bevel zich gereed zouden maken, en bericht gekregen hebbende, dat de Prins van Oranje met een goed getal ruiters en twee regimenten Duitsche infanterie den Rijn overstak, met het plan om in deze landen te komen, ging hij naar Maastricht, omdat dit eene plaats is op de grenzen van Brabant, bij een overgang van de Maas, en bij een voorraadschuur van graan, waar men vermoedde, dat de vijand zou doortrekken. En daar aangekomen, beval hij dat de geheele lichte cavallerie en de gewone Vlaamsche benden en de regimenten Duitschers en Walen kwartieren zouden komen betrekken op de plaatsen dichtst bij Maastricht. | |
[pagina 60]
| |
Estubo en esta tierra 15 dias, adonde cada dia le venian auisos de lo que lhenemigo hazia. Y siendo cierto que auia ya caminado con su campo algunas jornadas, hasta ponerse a quatro leguas de Mastrique, determino de salir en campan̄a; como lo hizo a los 12 de Setiembre, y fue se a poner media legua de Mastrique, rriuera de la Mosa, por donde tenia el rrio muy bajos vados, pretendiendo ynpedir el transito del rrio al enemigo en estos estados. Estubo el Duque en este alojamiento 17 dias, y viniendole auiso, quel enemigo se auia llegado a dos leguas de la Musa, entre Lieja y Mastrique, camino a los 29 con todo el campo el rrio arriba, y fuese alogar media legua, encima de Mastrique enGa naar voetnoot*) un sitio, que se dize Castrum Ceçaris, do quieren dezir que, quando Cesar sugeto esta Galicia Belgica, tubo sus leguiones, y ansi hasta oy dia se ven sen̄ales de la fortificacion de aquellos tiempos. Era el exercito, con que aqui el Duque se acompan̄o, del numero que aqui se dira: 39 banderas Espan̄oles, debaxo de los tres Maeses de Campo ya nombrados, y tres regimientos de Alemanes, de que heran coroneles el Conde Aluerico Ladron, el conde dEbristan, y Juan Burq Ga naar eind18), que auia cinco coroneliasGa naar voetnoot†) de Balones, eran coroneles dellas Mos de Yerge, Mos de Bues, Mos de Billi, Mos de Llarguilla y Mondragon, 12 compan̄ias de cauallos ligeros, que vinieron de Ytalia, 3000 hombres de armas de las vandas destos estados, 1500 herraruelos, que lleuando el duque Brançuy, y 400 otros, que traya Hanz Berni, 1000 cauallos, que lleuando Mos de Norquerme, y las 400 lanças, que vinieron de Borgon̄a. Era Lugartiniente de lexercito y General de la ynfanteria Es- | |
[pagina 61]
| |
Hij bleef in die stad 15 dagen, waar hem elken dag berichten toekwamen van hetgeen de vijand uitvoerde. En daar het zeker was, dat hij reeds met zijn leger eenige dagreizen gemaakt had, tot op vier mijlen afstands van Maastricht, besloot hij te velde te trekken. Dit deed hij den 12den September, en hij legerde zich eene halve mijl van Maastricht, op den oever der Maas, omdat de rivier aldaar veel waadbare plaatsen had, met het voornemen om den vijand den overgang over de rivier naar deze landen te beletten. Op deze legerplaats bleef de Hertog 17 dagen, en toen hem bericht kwam, dat de vijand twee mijlen van de Maas was aangekomen tusschen Luik en Maastricht, trok hij den 29sten met het geheele leger de rivier opwaarts, en legerde zich een halve mijl boven Maastricht op eene plaats, Castrum Caesaris geheeten, waar men wilde zeggen, dat, toen Caesar dit Gallia Belgica onderwierp, hij zijne legioenen had, en tot heden toe ziet men sporen van de versterking dier tijden. Het leger, dat de Hertog bij zich had, was van dat getal, hetwelk hier gezegd zal worden: 30 vendels Spanjaarden, onder de drie reeds genoemde veldmeesters, en drie regimenten Duitschers, van welke kolonels waren de Graaf Alberico Ladron, de Graaf van Eberstein, en Johan Burq. Er waren vijf kolonelschappen Walen; van deze waren kolonels: de Heer de Hierges, de Heer de Briac, de Heer de Billy, de Heer de Largilla, Mondragon, 12 compagnien lichte ruiterij, die uit Italië kwamen, 3000 mannen van wapenen van de benden dezer landen, 1500 man zware ruiterij onder aanvoering van Hertog van Brunswijk met 400 anderen, die Hans Berni toevoerde, 1000 ruiters onder aanvoering van den Heer de Noircarmes, en de 400 lansen, die uit Bourgogne kwamen. Luitenant van het leger en Generaal van de Spaansche | |
[pagina 62]
| |
pan̄ola don Fadrique de Toledo; la caualleria toda gouernaua el prior don Hernando de Toledo, como general que era della; era general de la artilleria Mos de Mega, y su tiniente Mos de la Crusonera, y Maese de Campo General Chapin Biteli, y Comisario General del exercito Francisco Bibarra. Auia sin las aqui nombradas, fuero del exercito, otras banderas Balonas, de las quales tenia 10 el Conde de Rus, a la guardia de Amberes, y otras en Bruselas y por otros lugares, para la seguridad dellos. Estando en esto alojamiento, cada dia se enuiauan cauallos de los nuestros a rreceuir il disin̄io del enemigo, y a que parte enderçaua su campo para pasar el rrio. El qual auiendo pedido passo a los de Liexa para entrar en estos estados, y no se lo auiendo querido concedar, determino de venir passar la Mosa por bajo de Mastrique, muy cerca de donde auia estado primero nuestro campo, por junto a un castillo, que se dize Rrequi Ga naar eind19); y a 6 de Otubre a una ora antes que amanecieseGa naar voetnoot*) levantose su campo, y caminado toda la noche con el fauor de la claridad de la luna, vino amanescer en este passo del rrio, y sin nengun ynpedimento paso toda su gente, la cauallerie a esguaço y la ynfanteria por unos puentes, que hizo de carros, loqual le fue facil de hazir por venir el rrio muy bajo a causa de auer muchos dias que no llouia. Passado que fue, vino luego el auiso al Duque, y a la ora se leuanto con el exercito y camino la buelta del enemigo, y passo media legua de Mastrique. Otro dia siguiente, que hera el los 8 de | |
[pagina 63]
| |
infanterie was Frederik de Toledo. De geheele ruiterij commandeerde de prior don Ferdinand de Toledo, daar hij daarvan de generaal was; generaal van de artillerie was de Heer van Megen, en zijn luitenant (was) de Heer de la Cressonière en veldmeester generaal Chapin Vitelli, en commissaris generaal van het leger Francisco d'Ivarra. Er waren behalve de hier genoemde buiten het leger andere vendels Walen, van welke de Graaf de Reulx er 10 had ter bewaking van Antwerpen, en andere binnen Brussel en andere plaatsen, om ze te verzekeren. Terwijl men daar gelegerd was, werden dagelijks ruiters van de onzen uitgezonden om het plan des vijands te verkennen, en naar welken kant hij zijn leger richtte om de rivier over te steken. Toen hij (de vijand) aan die van Luik den doortocht gevraagd had om in die provincie te komen, en men hem zulks niet had willen toestaan, besloot hij de Maas beneden Maastricht over te steken, zeer nabij de plaats waar wij eerst gelegerd geweest waren, als zijnde dicht bij een kasteel, dat Requi heet, en den zesden October te een ure voor middernacht brak hij zijn leger op, en den ganschen nacht onder begunstiging van het maanlicht voortgetrokken zijnde, kwam hij bij het aanbreken van den dag bij die overgangsplaats der rivier aan, en zonder eenige verhindering bracht hij al zijn volk over, de cavallerie wadende en de infanterie over eenige bruggen, gemaakt van karren, hetgeen hem gemakkelijk was te doen omdat de rivier zeer laag geworden was, daar het vele dagen lang niet geregend had. Toen hij overgestoken was, kwam dadelijk het bericht tot den Hertog, en onmiddellijk brak hij op met het leger en trok den vijand tegen, en marcheerde op eene halve mijl afstands van Maastricht. Den volgenden dag, te weten den 8sten October, | |
[pagina 64]
| |
Otubre, camino el de Oranje y vinose alojar dos millas ytalianas de nuestro campo. Estubo este dia todo nuestro campo en batalla, hecho quatro escuadrones de toda la ynfanteria: el primero y mas cercano a los enemigos era el de los Espan̄oles, en questauan los Espan̄oles de los tres tercios, y a su mano derecha estaua el regimiento de Alemanes del Conde Alberico Ladron, guarnecido de arcabuzeria Espan̄ola, por auerlo el pedido ansi, y luego tras el el del Conde dEbristan, tanvien de Alemanes, y el ultimo estaua el de Valones. La caualleria ligera de Ytalia estaua a la mano ysquierda de nuestro escuadron, y los herreruelos estauan en tres escuadrones, y a la mano derecha de los Valones. Las vandas de los estados de gente de armas tenian la mano derecha de los herreruelos. Estaua toda esta gente en un muy hermoso y espacioso llano; y dauadesi hermosisima vista la buena orden desta vatalla. Creyose que lhenemigo venia determinado de pelear; pero como allegaron a media pequen̄a legua de nuestro campo en una colunaGa naar voetnoot*), se alojo, sin queste dia sə hizese nenguna facion, sino fue que algunos cauallos nuestros, que fueron enbiados a rreconocer, trauaron una escaramuça ligera con otros de los enemigos. Esta mesma noche enbio el Duque algunas compan̄ias de Espan̄oles a que ocupasen una montanuela, que en frente de Mastrique esta, una milla de nuestro campo. Reuelandose que el enemigo no se sen̄orease y nos desalogase. Y luego otro dia por la man̄ana marcho con todo el campo, y se alojo alli; y estando toda nuestra gente en esquadron, por la forma quel dia antes estaua, saluo que la caualleria la teniamos de rretaguardia y cubierta, que no podia ser uista del | |
[pagina 65]
| |
trok de (Prins) van Oranje voort en kwam zich legeren twee italiaansche mijlen van ons kamp af. Dien dag stond ons geheele leger in slagorde, de geheele infanterie in vier brigaden geschaard: de eerste, dichtst bij de vijanden, was die der Spanjaarden, waarbij de Spanjaarden van de drie regimenten waren, en aan hunne rechterhand was het regiment Duitschers van den Graaf Alberico Ladron, gedekt door de Spaansche scherpschutters, omdat hij het dus verzocht had, en vervolgens aan gene zijde van hetzelve dat van de Graaf van Eberstein, ook Duitschers, en het achterste was dat van Walen. De lichte Italiaansche cavallerie stond aan de linkerhand van onze brigade, en de zware ruiterij in drie slagorden en ter rechterhand der Walen. De benden gendarmes dezer landen stonden ter rechterhand van de zware ruiterij. Al dat krijgsvolk stond in eene zeer schoone en ruime vlakte, en de goede orde der gelederen leverde een overschoon gezicht op. Men meende, dat de vijand besloten was te vechten; maar toen zij op een kleine mijl afstands van ons leger kwamen, op een' heuvel, legerde hij zich (daar), zonder dat er dien dag eenig krijgsbedrijf werd uitgevoerd, behalve dat eenige ruiters der onzen, die op kondschap uitgezonden waren, eene lichte schermutseling met ruiters van de vijanden aanvingen. Dienzelfden avond zond de Hertog eenige compagnien Spanjaarden uit om een bergje te bezetten, tegenover Maastricht gelegen, eene mijl van ons leger, toen het bleek, dat de vijand zich er niet meester van maakte; ook dreef hij ons er niet van af. En des anderen daags marcheerde hij op in den morgen met het geheele leger en sloeg zich daar neder, en terwijl al ons krijgsvolk in slagorde stond, in dezelfde orde als den vorigen dag, behalve dat wij de cavallerie hadden aan de achterhoede en bedekt, zoodat zij door den vijand niet | |
[pagina 66]
| |
enemigo. Rreparaua siempre el Duque el escuadron de Espan̄oles de unas redes Ga naar eind20), de tres pies, que seruian de trincheas muy fuertes contra caualleria, los quales ponian con facilidad los gastadores. Seria una ora el sol salido, quando el Principe con su exercitoGa naar voetnoot*), y caminando con buena orden, passo muy cerca de nos otros, dandoles el lado yzquierdo de sus escuadrones; y apartandose un pequen̄o escuadron de herreruelos vino a escaramuçar con una compan̄ia de lanças nuestras, que para solo centinela era enbiada y estaua muy propinca al camino que hazia su campo. Dispararonse en este tiempo algunas pieças de nuestro campo contra estos herreruelos, y, a lo que se entendio, sin orden del Duque, y dando una bala en medio dellos mato dos cauallos, y sin esperar mas se rretiraron a sus esquadrones. Traya el enemigo en su rretaguardia toda su caualleria, fuera de 500 cauallos, que hiuan de banguardia, y otros tantos en su batalla. Tubo el Duque diferentes y barios pareceres y auisos en el numero de la gente del enemigo, porque ubo quien dixo, que pasauan de 12 mill cauallos, y otros que heran 10,000, y algunos dixeron que solamente 8000; pero esto fue cierto, segun adelante en las ocasiones y escaramuzas se pudo juzgar; y su caualleria eramuy buena. De ynfanteria traya solamente 19 vanderas de Tudescos en dos regimientos, de que eran coroneles Balthasar Vanholt y Closanaca Ga naar eind21), y asta 3000 Gascones y Balones, parte de los quales traya a cargo el Conde de Ostrat, y de los demas eran coroneles Bismal y Malberge y | |
[pagina 67]
| |
gezien kon worden. De Hertog voorzag de slagorde der Spanjaarden altijd van eenig vlechtwerk, drie voet hoog, hetwelk tot zeer sterke borstwering diende tegen de kavallerie, en met gemak door de dwangarbeiders geplaatst werd. Het zal een uur na zonsopgang geweest zijn, toen de Prins met zijn leger in goede orde zeer dicht bij ons voorbij trok, met den linker vleugel langs de onzen, en een kleine bende ruiters, die zich van den troep verwijderd had, kwam te schermutselen met eene compagnie van onze lansiers, die alleen als wachtpost gezonden was, en zeer dicht was gekomen bij den weg dien hun leger volgde. Er werden op dat tijdstip eenige kanonnen uit ons leger tegen die ruiterij gelost, en, zooals men vernam, zonder order van den Hertog, en een kogel, die in het midden van hen neêrkwam, doodde twee ruiters, en zonder meer af te wachten, trokken zij zich naar hunne slagorde terug. De vijand voerde zijne geheele cavallerie in zijne achterhoede mede, behalve 500 ruiters, die als voorhoede marcheerden, en andere 500 te midden van hun leger. De Hertog kreeg verschillende en uiteenloopende gevoelens en berichten betreffende het getal van het krijgsvolk van den vijand; immers waren er die zeiden, dat zij meer dan 12,000 ruiters sterk waren, en anderen, dat er 10,000 waren, en eenigen zeiden, dat er niet meer waren dan 8,000; maar dit waren zij zeker, naar 't geen men later bij gelegenheid en bij schermutselingen kon oordeelen: zijne ruiterij was zeer goed. Van infanterie bracht hij (de vijand) slechts 19 vendels Duitschers te velde, en twee regimenten van welke kolonels waren Balthasar van Holt en Closanaca, en ongeveer 3000 Gaskonjers en Walen, een deel van welke de Graaf van Hoogstraten onder zijne orders had, en van de andere waren kolonels Bismal en | |
[pagina 68]
| |
Mos de Obreual; traya por tiniente desto exercito Almariçal de Hesen, y era General de la artilleria el Conde Ludobico Nasao, ques hermanoGa naar voetnoot*) y Maese de Campo General Ginenberje. Con este numero de gente, confiado en el fauor destos estados, tubo osadia de pasar la Mosa, y venir este dia, que fue 9 de Otubre, a nos representar la batalla. Camino de la manera ya dicha, y fuese alojar a Tongo, villa de Brauante y de la juridicion de los obispos de Liexa, adonde le rreciuieron y prouyeron de uituallas. Otro dia, como el enemigo paso, camino nuestro campo y vinose alojar a CoseltGa naar eind22), village cerca de Tonger, dedonde ya el enemigo se auia leuantado, y caminado la buelta del Zeltron. El Duque mando al Maese de Campo Julian con algunas compan̄ias de arcabuzeros Espan̄oles, para que se entrasen en Tonguer; pero auisandoles a los propios de la tierra la conciencia por auer auierto al Principe y dadole uituallas, dudaron de la abrir, temiendo ser saqueados en castigo de su culpa; y asi deseauan primero ser asegurados, en viendose a desculpar con el Duque; mas entendiendo que, no sin grande enojo contra ellos por lo que hauian hecho, el Duque les imbiaua a mandar, que luego a la ora sin dilacion abriesen las puertas, sino que hazian que mandase executar luego contra ellos, lo que su mucha culpa auia bien merecido, no osaron hazer otra cosa sino obediendo abrir. Entro la gente; hallaronse dentro algunos | |
[pagina 69]
| |
Malberg en de Heer van Obreval. Hij had tot luitenant van dit leger Almariçal van Hessen, en generaal van de artillerie was Graaf Lodewijk van Nassau, die een broeder is van den Prins en de veldmeester Generaal Ginenberg. Met dit getal krijgsvolk, steunende op de toegenegenheid dezer landen, had hij de stoutmoedigheid de Maas over te trekken, en dien dag den 8sten October, ons slag te komen bieden. Hij marcheerde op de voorschreven manier, en legerde zich te Tongeren, eene stad van Brabant er van het rechtsgebied der bisschoppen van Luik, waar men hem onthaalde en van levensmiddelen voorzag. Den volgenden dag, daar de vijand verder trok, marcheerde ons leger en kwam zich legeren te Coninxheim, een dorp bij Tongeren, van waar de vijand opgetrokken en naar St. Truien voortgemarcheerd was. De Hertog gelastte den veldmeester Julian met eenige compagniën Spaansche busschieters Tongeren binnen te rukken. Doch daar het geweten de inwoners der stad waarschuwde, omdat zij ze voor den Prins geopend en hem mondbehoeften gegeven hadden, aarzelden zij haar te openen, vreezende geplunderd te worden tot straf van hunne schuld, en alzoo begeerden zij vooraf gerustgesteld te worden, door te trachten zich bij den hertog te verontschuldigen. Maar vernemend, dat de Hertog, niet zonder groote verstoordheid op hen om hetgeen zij gedaan hadden, hun liet gelasten, dadelijk van stonde aan zonder uitstel de poorten te openen, zoo niet, dat zij hadden (te verwachten), dat hij dadelijk tegen hen liet ten uitvoer brengen wat hunne groote schuld wel verdiend had, zoo durfden zij niets anders doen dan gehoorzaam (de poorten) te openen. Het krijgsvolk trok de stad in. Daarbinnen werden eenige karren gevonden, met levensmiddelen en koopwaren | |
[pagina 70]
| |
carros con municiones y mercancias de los que seguian el campo enemigo, los quales se tomaron. Paso otro dia siguiente nuestro campo junto a las murallas de la tierra, y fue alojar a un lugar auierto, media legua adelante; y teniendose auiso quel enemigo estaua en Centron, tierra del obispo de Lieja y del abad de Santruden con ygual juridicion, y distante de Tonguer tres leguas, camino el Duque sobre la mano yzquierda de la derrota, que hauia hecho el Principe, con proposito, a lo que se pudo juzgar, de tomar le en uanguardia, si pudiese, por que hera opinion de muchos, y aun el camino quel Principe auia tomado lo demostraua, que yua derecho a Bruselas, segun esta mesma derrota, que hauia hecho el Principe, hasta llegar a HoruanGa naar eind23), cassar auierto, a media legua delqual supo estar el campo del enemigo aloxado, que hauiendose salido de Centron, donde no pocos rrescates y dan̄os dejo hechar, auia buelto su uiaje, dexando a la mano derecha el camino de Bruselas. Alojo el Duque en este casar, y auiendo el Maese de Campo Julian ydo a rreconocer el alojamiento del campo del Principe, y uisto que cerca del estaua un bosque y algunas casas, donde podia estar infanteria enboscada y guardando aquel paso, y para, si ocasion se ofreciese, se hallase presta aclarar al enemigo, pidio al Duque, dejase poner alli alguna infanteria; lo que siendole concedido, puso luego dos compan̄ias de arcabuzeros de su tercio. Salian los enemigos el tiempo que en este alojamiento se estubo, que fue hasta los 18, muy de ordinario a escaramuçar con los nuestros en una colina, que estaua muy cerca del bosque, aprouechandose siempre. En estas y en todas las demas escaramuças, que se ofre- | |
[pagina 71]
| |
van hen, die het vijandelijk leger volgden: deze eigenden zij zich toe. Den volgenden dag marcheerde ons leger voorbij de muren der stad, en ging zich nederslaan op eene opene plaats, eene halve mijl verder, en daar men bericht kreeg, dat de vijand te St. Truien was, eene stad van den bisschop van Luik en van den abt van St. Truien met gelijk rechtsgebied, en drie mijlen van Tongeren afgelegen, trok de Hertog links van den weg, die de Prins gegaan was, met het voornemen, voor zoover men oordeelen kon, hem zoo mogelijk voor te komen omdat het veler meening was, en ook de weg, dien de Prins was ingeslagen, het bewees, dat hij recht op Brussel afging, (zoo trok de Hertog) denzelfden weg, dien de Prins gegaan was, tot hij te Heure aankwam, een open dorp, op eene halve mijl van hetwelk hij wist dat het leger van den vijand gecampeerd was. Deze was uit St. Truien vertrokken, waar hij niet weinig losprijzen en brandschattingen liet opbrengen en had zijnen weg rechts van ons gewend naar Brussel. In dat dorp legerde zich de Hertog, en toen de Veldmeester Julian het leger van den Prins was gaan verkennen en gezien had, dat in de nabijheid een bosch en eenige huizen waren, alwaar zich infanterie verschuilen kon en dien weg gadeslaande, zoo de gelegenheid zich opdeed, zich gereed kon bevinden om den vijand te verrassen, verzocht hij aan den hertog, dat hij aldaar eenige voetknechten liet plaatsen. Toen hem dit vergund was, plaatste hij er dadelijk twee compagniën van zijn regiment. In den tijd, dat hij in dat kwartier was, dat is tot den 18den, kwamen de vijanden gewoonlijk met de onzen schermutselen op een' heuvel, die in de nabijheid van het bosch was, steeds voordeelen behalend. Bij die en al de andere schermutselingen, waarbij zich meer | |
[pagina 72]
| |
cieron mas de su caualleria que no de su infanteria, houo estos dias de ambas partes algunos muertos; y fue herido a un braço el Maese de Campo Julian de un arcabuçazo. Y subcedio un dia destos un caso harto estran̄o, pues se puede decir que un muerto mato dos vibos; y fueque, hauiendo derriuado de un arcabuzazo a un herreruelo de los enemigos, salieron dos soldados de los nuestros a el, a le querer tomar o acauar de matar; y el herreruelo, que caydo estaua deuajo del cauallo, viendo venir los soldados para el, tomo dos arcabuzetes, que del arzon colgauan, y con el uno tiro que mato al primero que llego; el segundo soldado, que creyo no quedarle ya con que poder le ofender, cerro con el, y de la mesma manera le mato el que caydo estaua con el otro arcabuzete, que le quedo. Y acudiendo cauallos de los suyos en su fauor le saluaron y lleuaron, dejando con no pequen̄a admiracion a los presentes y ensen̄ando nos semejante caso, quan uixilantes y recatados deuen ser siempre los hombres de guerra, y como jamas deuen menospreciar a sus enemigos, pues se uio claro, que el descuydo, con que fueron, y el menosprecio, en que tuuieron a aquel cauallo caydo, los dos soldados, les suscedio a ambos perder neciamente las vidas. Partiose deste alojamiento a los 18, y a los 19, sin que lun campo fuese cierto del camino que hazia el otro, se vinieron a topar las vanguardias. Auia partido este dia el Principe delgemontGa naar eind24), y caminaua la buelta de Lin, con disin̄io de acercar | |
[pagina 73]
| |
van hunne ruiterij dan van hunne infanterie opdeden, vielen er op die dagen van beide zijden eenige dooden, en aan den arm werd de Veldmeester Julian gewond door een busschot. En er viel een van die dagen een zeer vreemd geval voor, van dien aard dat men zeggen mag dat een doode twee levenden doodde. Het droeg zich dus toe, na een ruiter der vijanden met een busschot geveld te hebben, liepen twee soldaten van de onzen naar hem toe, om hem gevangen te nemen of voor goed te dooden en de ruiter, die van zijn paard gevallen was, de soldaten naar hem toe ziende komen, greep twee pistolen, die aan zijn zadelknop hingen, en daarmede deed hij een schot, dat den eersten, die aankwam, doodde; de tweede soldaat, die meende dat hem nu niets overbleef, waarmede hij hem kwaad kon doen, raakte met hem handgemeen, en op dezelfde wijze doodde hem degeen, die gevallen was, met het andere pistool, dat hem overbleef. En ruiters van de zijnen, tot zijn behoud tijdig aankomend, redden hem en namen hem mede, de tegenwoordigen niet weinig verbaasd doende staan, terwijl ons een dergelijk geval leerde, hoe waakzaam en behoedzaam krijgslieden moeten zijn, en hoe zij hunne vijanden nimmer gering moeten achten, omdat men klaarlijk zag, dat hunne onachtzaamheid en de geringachting, die de soldaten voor dien gevallen ruiter gehad hadden, hun beiden er op te staan kwam dat zij door een geweldigen dood het leven lieten. Men vertrok uit die legerplaats den 18den op den 19den. Zonder dat het eene leger zeker was van den weg, dien het andere had ingeslagen, kwamen de voorhoeden elkander te ontmoeten. Dien dag was de Prins van ..... vertrokken, en marcheerde hij naar Lin met het doel om zooveel mogelijk zijn leger den | |
[pagina 74]
| |
todo lo que podia su campo al camino, que tenia auiso traya el socorro, que le venia de Francia. El Duque yba derecho el camino de Lobayno, de manera, siguiendo cada exercito de su derrota, venian derechamente a cruçar. Ansi vino nuestra vanguardia a tomar por el lado yzquierdo el campo enemigo, mando cl Duque hazer alto a nuestros esquadrones, hizo mejorar gran golpe de arcabuzeria Espan̄ola y Valona para armar un bosque, que estaua muy cerca de donde el enemigo auia de pasar; pero llegando los esquadrones de caualleria de la vanguardia del Principe, y viendo el Duque que, por auer ya descubierto a nuestros arcabuzeros, no se les podia dan̄ar, mando se rretirasen da colina, do estauan nuestros escuadrones. Los enemigos se mejoraron en otra colina, que estaua en frente, y poniendo alli su artilleria, se tiraron de un campo al otro algunas pieças sin que se hizese aquel dia otra facion. Dixose quel Conde de Ostrat auia hechado grande ystancia con el Principe, persuadiendole a que pelease, y quel se escuso, diziendo que hera tarde; y a la berdad auia poco mas de una ora de sol, y antes quel Principe pudiera venir a ensen̄orearse de una colina, que estaua a nuestra mano yzquierda y era superior a la nuestra, por do nos pudiera obligar a pelear, se acauara el dia. El Duque se alojo en aquel mesmo sitio, do auia hecho alto con sus esquadrones; y el Principe passo media legua adelante, junto al rio de Guete, con disin̄io de passar otro dia de la otra parte. | |
[pagina 75]
| |
weg te doen naderen, die, naar dat hij bericht had, de hulp aanbracht, welke hem uit Frankrijk toekwam. De Hertog volgde recht toe recht aan den weg naar Leuven, zoodat, daar elk leger zijne richting volgde, zij rechtstreeks elkaar kwamen te kruisen. Toen nu onze voorhoede het vijandelijk leger aan zijne linkerzijde kreeg, beval de Hertog onze troepen halt te houden, maar hij deed een' grooten troep Spaansche en Walen-busschieters zich opmaken om den vijand een gunstige kans af te winnen door partij te trekken van een bosch, zeer dicht bij den weg, dien de vijand voorbij trekken moest. Maar toen de troepen ruiterij van 's Prinsen voorhoede aankwamen, en de Hertog zag, dat men hen, omdat zij onze busschieters reeds ontdekt hadden, niet kon schaden, beval hij, dat zij zich van den heuvel zouden terug trekken waar onze troepen waren. De vijanden brachten zich op een anderen heuvel, die daar tegenover gelegen was, in gunstiger stelling, en aldaar hun geschut in batterij stellend, werden er van het eene leger tegen het andere eenige stukken gelost, zonder dat er dien dag eenig ander wapenfeit uitgevoerd werd. Men zeide, dat de Graaf van Hoogstraten bij den Prins grootelijks er op aangedrongen had, dat hij een gevecht aangaan zou, en dat deze zich verontschuldigde, zeggende dat het te laat was, en inderdaad was het weinig meer dan een uur vóór zonsondergang, en voordat de Prins zich meester zou kunnen maken van eenen heuvel, die aan onze linkerhand lag en hooger was dan de onze, vanwaar uit hij ons tot het gevecht had kunnen dwingen, liep de dag ten einde. De Hertog legerde zich op de plaats zelve, waar hij halt gehouden had met zijne troepen, en de Prins trok eene halve mijl verder, bij de rivier de Geete met het doel om den volgenden dag naar den anderen oever over te steken. | |
[pagina 76]
| |
El siguiente dia, que fueron rredelmesGa naar voetnoot*), sauiendo el Duque que los enemigos pasauan el rrio, y quel passo era estrecho y dificultosso, de manera que se les podia hazer mucho dan̄o, antes que pasasen, ordeno que del tercio de Lonbardia saliesen 600 arcabuzeros, y del tercio de Cicilia 400, y de la coronelia de Mos de Belli otros quatrocientos Balones, y que se adelantasen, siguiendolos la caualleria de Ytalia, y tras ellos el rresto del campo, segun la orden, que tenia dada cerca del alojamiento, que la noche antes auia tenido el Principe. Rreconociose ser ya passada la mayor parte de su exercito de la otra parte del rrio, aunque a la guardia de aquel passo, que muy estrecho era, auian quedado buen numero de ynfanteria, y ansimesmo estaua por pasar en la rretaguardia un pequen̄o escuadron de caualleria, en elqual se entendio despues estaua la persona del Principe y el Conde de Ostrate y otros principales personajes. Diuidiose nuestra arcabuzeria en dos partes; con los 600 del tercio de Lombardia fue don Gonzalo de Bracamonte por la mano yzquierda; con los Balones, que lleuaba Mos de Villi, y con los 400 arcabuzeros del tercio de Sicilia fue don Fernando Henriquez de Toledo y Sancho dAuila por la mano derecha. Y començando a trauar la escaramuça con la ynfanteria, que estaua a la guardia de aquel passo, les fueron poco a poco ganando parte de aquel sitio, que guardauan, y sin passar mucho entreualo dieron los nuestros un Santiago por danbas partes y le ganaron su fuerte, que tal con rrazon se puede llamar un lugar cercado de muchos bestiones, valados altos quanto un ombre; de los quales | |
[pagina 77]
| |
De volgende dag was een Woensdag. Toen was het, dat de Hertog, wetende, dat de vijanden de rivier overstaken, en dat die passage nauw en moeilijk was, zoodat men hun veel schade kon toebrengen, voordat zij overgestoken waren, - beval, dat van het regiment van Lombardije 600 busschieters, en van dat van Sicilie 2000, en van het kolonelschap van den Heer de Billy ook 400 Walen zouden optrekken, en dat zij zich zouden haasten, terwijl hen de cavallerie van Italië en achter hen de rest van het leger volgde, volgens de orde, die hij met het oog op het kampement, dat de Prins den vorigen nacht had betrokken, gegeven had. Men bespeurde dat reeds het grootste gedeelte van zijn leger aan den anderen oever der rivier was gekomen, ofschoon zij ter bewaking van dien weg, welke zeer nauw was, een goed deel van de infanterie hadden gelaten, en ook was in de achterhoede nog niet overgestoken een kleine brigade kavallerie, waarbij, zoo als men later vernam, de persoon van den Prins zich bevond en de Graaf van Hoogstraten en andere voorname personaadjes. Onze busschieters verdeelden zich in twee partijen; bij de zeshonderd van het regiment van Lombardije was don Gonzalo de Bracamonte aan de linker hand; bij de Walen, die mijnheer de Billy aanvoerde, en bij de 400 busschieters van het regiment van Sicilie was don Fernando Henriquez de Toledo, en Sancho d'Avila, aan de rechterhand. Toen de schermutseling met de infanterie begon, die dezen pas bewaakte, wonnen zij hun van lieverlede een deel af van de plaats, welke zij bewaakten, en zonder veel tijd te laten voorbijgaan, hieven de onzen den strijdkreet aan aan de beide zijden en wonnen hun het fort af: want zoo kon men met reden een plaats noemen, omgeven van vele bastionnen, met wallen van manshoogte; | |
[pagina 78]
| |
vestiones estauan rodeados los jardines; y no se les podia entrar sino por solos dos caminos estrechos; faborescioles tanvien a este sitio una yglesia, quel enemigo delGa naar voetnoot*) estaua en lugar alto y superior, cercada de un muro como baruacana, laqual seruia para contra anbos caminos como de cauallero o plataforma de un passo, de la manera que digo; a la guardia delqual estauan, como se supo, 3000 ynfantes Gascones y Balones y algunos Alemanes. Les hecharon los nuestros, siguiendoles hasta de la otra parte del rrio y llegarGa naar voetnoot†) muy cerca de los esquadrones suyos y de su artilleria, matando muchos dellos, segun los yban alcançando. Murieron de su parte los coroneles Bismal y Malbergue y dos mill ombres, como despues cierto se entendia de algunos presos, que de su campo se tomaron, y tanbien de los villanos del pays, que los enterraron; los quales dizian auer enterrado diez y ocho cientos, sin otros muchos que en el rrio se haogaron; algunos de los quales el agua los lleua hasta Dist, que esta 5 leguas de este passo. Fue preso Mos de Obieral, coronel de Balones, al qual despues en Bilborde el cortaron la cabeza. Fue herido el conde de Ostrate de una bala de arcabuz en un pie, y desta erida, antes que della enteramente sanase, al cauo de muchos dias le rrecreçio mas mal, y murio. De nuestra parte serian los muertos menos de doze, y los heridos poco mas. En el entretanto questo passaua, auiendo puesto los dos exercitos su artilleria en dos colinas, se tiraron de un campo a otro muchos tiros, sin que de nuestra parte se rrecibiese algun dan̄o; pero en sus escuadrones se supo auer la nuestra artilleria hecho mucho. Ya casi se ponia el sol, quando obo fin en esta facion; y el | |
[pagina 79]
| |
van welke bastionnen de tuinen omringd waren, en men kon er niet in doordringen, dan alleen langs twee enge wegen: ook begunstigde hen in die stelling eene kerk, die midden in stond op eene hoog en meer verheven plaats, omgeven van een muur zoo goed als met schietgaten; die tegen de beide wegen als tot batterij diende bij het oversteken op de manier als ik zeg. Ter verdediging waren, gelijk men vernam, 3000 man voetvolk, Gaskonjers en Walen en eenige Duitschers. De onzen verjaagden en vervolgden hen tot den anderen oever der rivier en tot zij zeer dicht bij hunne troepen en hunne artillerie kwamen, velen van hen doodend, al naar dat zij hen bereikten. Aan hunne zijde sneuvelden de kolonels Bismal en Malbergen en twee duizend man, zooals men later als zeker van eenige gevangenen vernam, die zich uit hun leger wegmaakten, en ook van de landlieden, die hen begroeven, welke zeiden, dat zij er tien of achthonderd hadden begraven, behalve vele anderen, die de stroom tot Diest medesleepte, 5 mijlen van die plaats gelegen. Gevangen genomen werd de Heer van Louverval, kolonel van de Walen, dien men later te Vilvoorden onthoofde. De Graaf van Hoogstraten werd aan den voet gewond door een kogel van eene buks, en van die wond, voordat zij geheel genezen was, en zij na vele dagen zeer veel erger werd, stierf hij. Aan onze zijde zouden er minder dan twaalf gesneuveld, en een weinig meer gewond zijn. Terwijl dat voorviel, daar de twee legers hun geschut op twee heuvels geplaatst hadden, werden van het eene leger tegen het ander vele schoten gelost, zonder dat er van onze zijde eenige schade geleden werd; maar onder hunne troepen vernam men dat ons geschut veel schade had aangericht. Reeds ging de zon nagenoeg onder, toen dit krijgsfeit een einde nam, en de Prins sloeg | |
[pagina 80]
| |
Principe con su campo se alojo en Elen, que cerca estaua, y el Duque paso esta noche a LoreGa naar eind25). Otro dia siguiente passando por Tirilimon fue el alojamiento en BoesenGa naar eind26); dedonde no se partio hasta los 24, que vino a ponerse junto a la muralla de Louayna en una badia de frayles, que se dize Porche. Este mesmo le llego al Principe el socorro, que le venia de Francia, del qual era condutor y caueza principal Mos de MoyGa naar eind27); pero venian con el otros dos capitanes particulares, de quien se hazia mucha quenta, que se llamauan Janli y Biquebena; fue el numero de la gente que vino, segun la mas general opinion, 4000 ynfantes y 1000 cauallos. Disparose mucha artilleria en el campo del Principe por el alegria de su llegada, y creyose que venia luego a buscar nuestro campo: no esperando jamas fauor del llegado, pero si lo subcedidoGa naar voetnoot*) a los 20 deste, al passar del rrio de Guete, donde perdio la mejor ynfanteria, quedaron los suyos tan rrotos de animo que no solo (no) vino a buscar al Duque, como se penso, mas auiendo estado en este alojamiento firme hasta los 28, y viendose frustado de su esperança, pues ninguna alteracion ni mouimiento auian hecho los pueblos destos estados, antes ni despues de venido el socorro, ni menos ningun fauor al campo suyo auia acudido, partio este dia la buelta de Liexa, con proposito de salir destos estados. Como lo hiziera, si el venir ya la Musa muy crecida, causa de las grandes llubias....Ga naar voetnoot†) maderaGa naar eind28). no se podia pasar, negaron le | |
[pagina 81]
| |
zich met zijn leger neder, te Elen, daarbij gelegen, en de Hertog bracht dien nacht te Loor door. Den volgenden dag Thienen doortrekkende legerde men zich te Boesen, vanwaar hij niet vertrok vóór den 24sten, toen hij zich kwam neêrslaan voor den muur van Leuven in een klooster van broeders, Porche genaamd. Dienzelfden dag kwam voor den Prins de hulp, die hem uit Frankrijk gezonden werd, van welke aanvoerder en voornaamste hoop was de Heer de Moy. Maar met de anderen kwamen twee bijzondere kapiteins, die men zeer hoog schatte, met name Genlis en Biquevena. Het getal der aangekomenen, bedroeg naar het meest algemeene gevoelen, 4000 voetknechten en 1000 ruiters. Er werden veel kanonnen gelost in het kamp van den Prins uit blijdschap om hunne aankomst, en men geloofde, dat hij dadelijk ons leger zou kunnen opzoeken. Maar voor zich zelven geen voordeel van de aankomst hopende, liet wat den 20sten bij den overtocht over de rivier de Geete gebeurd was, waar hij de beste infanterie verloor, de zijnen zoo ontmoedigd, dat hij niet alleen den Hertog niet kwam zoeken, zooals men dacht, maar tot den 28sten onbewegelijk in dat kwartier gebleven zijnde, en zich van zijne hoop verstoken ziende, daar de ingezetenen dezer landen geenerlei beroerte (onlust) of beweging aangericht hadden, noch vóór noch na de komst van de hulpbende, en evenmin eenig voordeel door zijn leger tijdig behaald was, vertrok hij dien dag naar Luik met het voornemen om deze landen te verlaten. Zoo zou hij gedaan hebben, zoo de Maas niet zeer was komen te wassen, wegens de erge regens, zoodat zij niet door waad kon wordenGa naar voetnoot*), en die van Luik den doortocht weigerden | |
[pagina 82]
| |
los de Liexa el pasaje por el puente de la villa, no le constrin̄iera hazer muy diferente camino, como se dira. Llegado el auiso al Duque, como el enemigo era partido de Leni y entendiendo el camino que hazia, partio deste alojamiento de Louayna, y dexando a Terlimon derecha, no lejos del camino que primero al venir auia hecho, boluio en busca del Principe, alqual vino a topar a los cinco de Nouiembre, junto a RreminguenGa naar eind29), casar de Liexa, que aviendo estado algunos dias a tiro de canon de Liexa alojado y tiniendo con los de tierra algunas escaramuças de poco momento, y visto que no auia podido alcançar de los de aquella villa el transito de la Musa por dentro de la tierra, aunque mucho se lo obiese rogado, ofresciendole rreners seguridadesGa naar voetnoot*), ni por fuerça le podia tomar, auia partido este dia, y caminaba dejando la Musa a la mano yzquierda, y dandonos el lado direcho por sus escuadrones passo a una milla ytaliana de nuestro exercito, quen batalla estaua, esperando ver su disin̄io; pero siendo passado la buelta de BalduqueGa naar eind30), se alojo en este mismo lugar, donde tanbien el dia siguente estubo. Y aviendo visto la derrota y camino, quel enemigo lleuaua, probeyo que fuesen compan̄ias de Balones caminando de noche en gran delixencia, armaGa naar voetnoot†) algunas tierras, por do el Principe auia de passar; ynuio asimismo a don Lope de Acun̄a, teniente de general de la caualleria ligera, con sietecientos cauallos, asi para que fuese dando calor a los lugares, por do el campo del enemigo pasaua, como para que procurase, si ocasion se le ofreciese, hazer todo dan̄o en la gente que se desmandase de su exercito. Mas el Principe camino siempre tan junta su caualleria, cubriendo con ella | |
[pagina 83]
| |
over de brug der stad, en dit een en ander hem niet gedwongen had een gansch verschillenden weg in te slaan, zooals gezegd zal worden. De Hertog bericht gekregen hebbende, dat de vijand van Luik? was vertrokken, en den weg vernemend, dien hij ging, verliet hij dat cantonnement bij Leuven, en Thienen ter rechter zijde latend, wendde hij zich den Prins achterna, en hij ontmoette hem den vijfden November, bij Remingen, een Luiksch dorp, vanwaar (de Prins) eenige dagen op een kanonschot afstands van Luik gebleven zijnde en met het volk van het land eenige schermutselingen van weinig aanbelang geleverd hebbend, ofschoon hij het zeer gevraagd had, met aanbod van gijzelaars en hij het niet met geweld kon dwingen (van waar, zeg ik), de Prins dien dag vertrokken was, en de Maas aan zijne linkerhand latend, en ons met zijne troepen den rechterflank toekeerend, trok hij op eene Italiaansche mijl afstands van ons leger, dat in slagorde geschaard stond, in afwachting van hetgeen hij van zijn plan zien zou; maar zich naar Balduque gewend hebbend, legerde hij zich op dezelfde plaats, waar hij ook den volgenden dag bleef. En den weg gezien hebbend, waar de vijand langs kwam, verordende hij, dat compagniën Walen in den nacht met groote vlugheid zouden trekken naar de streek, waarlangs de Prins moest komen; desgelijks zond hij don Lope de Acun̄a, luitenantgeneraal van de lichte ruiterij met 700 ruiters, deels om die oorden waar het leger des vijands doortrok moedig te maken, deels dat hij, zoo de gelegenheid zich aanbood, aan het krijgsvolk, dat zich van 's vijands leger afzonderde, alle schade zou zien toe te brengen. Maar de Prins trok steeds zoo dicht bij zijne cavallerie, met deze de infanterie dekkende, dat | |
[pagina 84]
| |
su infanteria, que poco le pudo dan̄ar. A los siete partio el Duque en su seguimiento, lleuando siempre el propio camino que el enemigo hacia, elqual dejaua de su uiaje harto rrastro, quemando todos los lugares que hallaua tres millas y quatro entorno a la una y otra mano, no perdonando ningun monesterio ni yglesia de los que topaua; lo qual hasta su retirada no auia hecho, mas entonces, casi como en bengança del poco acogimiento y fauor, que en los estados hauia hallado, hacia el dan̄o que podia. Fue su derecho camino por el pays de Lieja y Anamur; atrauesando despues el condado de Unault, dejando a Mons en la mano derecha, bino a salir al Artues; a los xi llego a Vinz, tierra del condado de Unault; ado quemo una muy hermosa auadia, que se dize Buenaesperança, que estaua fuera de la muralla. Este dia adelantandose algunos de nuestros cauallos toparon con numero de soldados infantes de los enemigos desmandados, a los quales acometieron y degollaron, aunque no sin dan̄o de la persona de Sancho de Avila, que con una alauarda de uno de aquellos infantes fue mal herido en un muslo. Otro dia paso el Principe a Babe, villa tan vien del pays de Henas; a laqual como llegase una compan̄ia de Valones de los nuestros primero con quatrocientos arcabuzeros, y la hallase desamparadaGa naar voetnoot*) de sus moradores, pareciendole que no le vastaua a defender con tam poca inffanteria, paso adelante; y llegado el Principe alojada dentro della aquella noche, y al partirse por la man̄ana la quemo. El propio dia el Principe llego a esta tierra: alcanço caualeria de nuestra vanguardia su rretaguardia, y ubo entre | |
[pagina 85]
| |
men hem weinig kon schaden. Den zevenden vertrok de Hertog hem achterna, steeds den eigen weg nemende, dien de vijand ging, die erge sporen van zijnen tocht achterliet, daar hij alle plaatsen, die hij drie of vier mijlen ter eener en ter anderer hand vond, in brand stak, geen klooster noch kerk, die hij ontmoette, sparend, hetgeen hij tot zijnen aftocht toe niet gedaan had, maar toen, als tot wraak voor de min gunstige ontvangst, die hij in de landen gevonden had, richtte hij alle schade aan, die hij kon: zijn rechte weg was door het land van Luik en Namen; later het graafschap Henegouwen doortrekkend, Mons aan de rechterhand latend, kwam hij in Artois; den elfden kwam hij te Binche, eene stad van het Graafschap Henegouwen, waar hij eene zeer schoone abdij in brand stak, Goede Hoop geheeten en buiten de muren gelegen. Dien dag ontmoetten eenige onzer ruiters, die zich vooruit begeven hadden, een aantal achtergebleven vijandelijke soldaten, die zij aanvielen en afmaakten, schoon niet zonder schade van den persoon van Sancho de Avila, die met een hellebaard van eenen dier voetknechten aan de dij erg gewond werd. Den volgenden dag passeerde de Prins Bavay, eene stad evenzeer van het land van Henegouwen. Toen daar eene compagnie Walen van de onzen te voren met vierhonderd busschieters aangekomen was, en ze van hare inwoners verlaten had gevonden, daar het hun voorkwam, dat zij met zoo weinig infanterie niet te verdedigen was, trok (de compagnie) verder, en de Prins daar aangekomen zijnde, logeerde er dien nacht, en bij zijn vertrek in den morgen stak hij haar in brand. Denzelfden dag dat de Prins aan die stad aankwam, bereikte de ruiterij van onze voorhoede zijne achterhoede, en had er tusschen zijne ruiters en eenige van de onzen, die zonder | |
[pagina 86]
| |
sus cauallos (y) algunos de los nuestros, que sin orden se adtentaron, una pequen̄a escaramuça; y llegando alli Don Ruy Lopez de Aualos, cappitan de cauallos, con su compania, por orden del Duque andando rretirando nuestra gente, fue herido en la aveçaGa naar voetnoot†) de un arcabuçazo, delqual luego murio, dejando no poco lastimados a todos los que le conocian, hauiendo acauado en la flor de su juuentud: un cauallero, que el poco tiempo, que auia que seguia la guerra, con tanto valor auia procedido, que cierto se tenia de su uirtud grande esperança. Repartio el Principe a los xiii de Babe, y pasando a tiro de canon de las murallas de Canue, fue a poner sitio a Cambresi,Ga naar voetnoot*) tierra del Artues y de la juridicion del Obispo de Cambray, situado en los confines destos estados y Francia. Y estandola vatiendo un cappitan de Valones con 400 arcabuzeros rompio y atraueso por el campo enemigo harto valerosamente y se entro en la tierra; loqual fue causa quel Principe, hauiendo quemado algunos casamentos defuera, y entre ellos una hermosa casa de placer del Obispo, se leuanto y se fue caminando dentro en Francia, a se poner en los contornos de Sanquintin. Llego el Duque en su seguimiento a Cambresi a los 11, ado estuvo su persona, alogado el exercito en los casares conbecinos, y de alli no se partio hasta los x de Diziembre, hauiendo tenido primero auiso como el enemigo con todo su campo auia ya caminado muchas jornadas la buelta de Aleman̄a. Repartio en Cambresi el Duque los alojamientos a todo el campo, licenciando a los herreruelos y algunos regimientos de Valones; y pasando por Mons de Henao, | |
[pagina 87]
| |
orde dit stuk bedreven, eene kleine schermutseling plaats, en toen Don Ruy Lopez de Avalos, kapitein van de ruiterij aldaar met zijne compagnie aankwam, om op last van den hertog ons volk te doen terugtrekken, werd hij door een busschot aan het hoofd gewond, waaraan hij dadelijk stierf, niet weinig droefenis achterlatend bij allen, die hem kenden, daar hij omgekomen was in den bloei zijner jeugd: een ridder, die in den korten tijd, dat hij in den krijg gediend had, zich zoo moedig had gedragen, dat men voorzeker groote hoop van zijne dapperheid had. De Prins vertrok den dertienden van Bavay en op een kanonschot afstands van de wallen van Quesnoy marcheerend, sloeg hij zich neêr in het land van Kamerijk, gelegen in Artois in het rechtsgebied van den bisschop van Kamerijk, op de grenzen dezer landen en Frankrijk gelegen. Toen hij die stad bezig was te bestrijden, baande zich een kapitein van Walen met 400 busschieters zeer dapper een weg midden door den vijand, en kwam binnen de stad, hetgeen teweeg bracht dat de Prins, eenige woningen daarbuiten en onder andere een schoon lusthuis van den bisschop in brand gestoken hebbend, opbrak en Frankrijk binnentrok, om zich neder te slaan in den omtrek van Sint-Quentin. De Hertog kwam den elfden hem achterna in Cambresis in de naburige dorpen en vandaar vertrok hij niet voor den tienden December, eerst bericht gekregen hebbende, dat de vijand met zijn geheele leger reeds vele dagreizen had afgelegd op weg naar Duitschland. De Hertog verdeelde in Cambresis de kwartieren voor het geheele leger, de ruiters en eenige regimenten Walen ontslaande, en Mons in Henegouwen passeerend, waar hij zich eenige dagen ont- | |
[pagina 88]
| |
donde se detuuo algunos dias, entro en Bruselas a los 23 de Diziembre, vitorioso, glorioso, hauiendo con su mucha prudencia totalmente dehecho las ligas, tramas y conjuraciones de los rreueldes destos estados. Las quales, como por el discurso de lo subcedido se puede juzgar, no heran de tener en poco, pues, haviendo sido dos vezes, en Dalem y en Frisa, rrotos, tuuieron fauor y fuerça para juntar tercera vez exercito de xxm infantes y xm cauallos; con el qual no se puede negar, quel transito de la Musa y entrada del Principe en Brauante no fue muy arriscada: pues, sauia, passaua contra otro exercito, mayor que el suyo, gouernado de un cappitan de tanto valor y experiencia como el Duque; y conocio claro no hauer de tener mas vituallas para su campo de las que por fuerça pudiese tomar; aunque la esperança que hauia concebido de los pueblos y aficionados a su vando destos estados, le hacia menospreciar estas dificultades, persuadiendose que todo hauia de ser en fauor del liuertador de la patria, como por sus letras e ymaxinaciones, que en gran numero ynpresas por todo Alemania, alta y baja, sembro, procurando alterar y traer los animos y boluntades de todos los moradores de los estados a su fauor y ayuda, deuajo de tan falso y peruerso color y disimulacion, con la qual, si pudiera, pretendio profundir lo diuino y umano (que no a menos que a tan gran tracto y maldad con razon se puede dezir) y spirauan sus disinios y maluados deseos; como claramente conocera quien considerare no solo el principio de | |
[pagina 89]
| |
hield, deed hij zijne intrede in Brussel den 23sten December, zegepralend, roemrijk, daar hij met zijn groot beleid de verbonden, aanslagen en samenzweringen der rebellen dezer landen ganschelijk te niet had gedaan. En dezen waren, zooals men naar het verloop van hetgeen is voorgevallen oordeelen kan, niet gering te schatten; immers hadden zij, nadat zij twee malen, te Dalem en in Friesland, waren geslagen, toch invloed en kracht om ten derden male een leger bijeen te brengen van 20,000 voetknechten en 10,000 ruiters, met welke men niet ontkennen kan, dat de overtocht der Maas en de intocht van den Prins in Brabant, zeer gewaagd was, omdat hij wist een leger tegenover zich te krijgen, grooter dan het zijne, aangevoerd door een veldheer van zulk eene dapperheid en ervaring als de Hertog. En hij wist klaarlijk, dat hij geen levensmiddelen kon krijgen voor zijn leger behalve die hij met geweld zou kunnen nemen, ofschoon de hoop, die hij had opgevat van het volk en van de voorstanders zijner partij in deze landen, hem die moeielijkheden gering deed achten, zich overtuigd houdend, dat alles den bevrijder van het vaderland medeloopen zou, dit bleek uit zijne brieven en voorspiegelingen, die hij in grooten getale gedrukt in geheel opperen neder-Duitschland verspreidde met het doel om de gemoederen en de genegenheden van al de inwoners dier landen ter zijner gunste en tot zijn' bijstand te misleiden en te bewegen, onder eene zoo valsche en boosaardige kleur en geveinsdheid. Daarmede dacht hij, zoo mogelijk, het goddelijke en menschelijke te vermengen (want van niets minder dan van zulk een stouten toeleg en boosheid, kan hier met reden sprake zijn). Dat ademden zijne voornemens en booze bedoelingen, gelijk duidelijk erkennen zal al wie niet alleen het begin der beroerten | |
[pagina 90]
| |
los rrumores y sidiciones destos estados, de los quales fue el Principe uno de los autores mas principales, pero ultimamente su salida y rretirada con el exercito, no rrespectando a yglesia ni casa sagrada, que no profanase y quemase. Alfin sin auer podido auer otro efecto, mas que mostrar su dan̄ado animo, lleno de confusion y verguença de lo mucho que por sus publicaciones hauia prometido y de lo poco que hauia hecho, salio destos estados, constrenido y forçado de mucho valor y singular prudencia del Duque: la qual, aunque en todas las actiones, que en la paz y en la guerra en tantos an̄os que a gouernado Reynos y exercitos, a ya siempre rresplandescido, en esta ultima jornada mas particularmente se mostro y rresplandescio; pues contra la unibersal opinion de los mas de su exercito y consejo, que dejauan y eran de parescer que se conuatiesen con el enemigo, considerando lo mucho que auenturaua, y quan varios y ajenos de toda razon suelen ser los subscesos de las vatallas, no quisso acometer, ni fiar cossa alguna al aruitrio de fortuna, si no prudentisimamente siguiendo siempre a la cola del exercito enemigo, y eligiendo de ordinario tales sitios para su campo, y aquellos con marauillosa presteça fortificando, de manera que no pudiese ser constrin̄ido a pelear sin gran ventaja suya; proveyendo asimismo con grandisima vigilancia de los presidios y guarniciones hordinarias de infanteria y caualleria en todas las tierras, ado el enemigo endereçaua su campo, ympidiendo por todas las uias pusibles, que no se ensen̄orease de alguna dellas, vino, como e dicho, a forçarle saliese destos estados bergonçosa- | |
[pagina 91]
| |
en opstanden dezer landen, van welke de Prins een der voornaamste aanleggers is geweest, in aanmerking nemen zal, maar ten slotte zijne komst en aftocht met het leger, noch kerk noch heilig huis ontziende, die hij niet schond en verbrandde. Eindelijk zonder anderen uitslag te hebben kunnen verkrijgen, dan zijn verdoemden geest aan den dag te leggen, vol van schaamteloosheid en beschaming van het vele, dat hij met zijne openbare verzekeringen had beloofd, en het weinige dat hij uitgevoerd had, verliet hij deze landen, genoopt en gedwongen door de groote dapperheid en het buitengemeen beleid van den Hertog, hetwelk, ofschoon het in alle handelingen. in vrede en oorlog gedurende zoovele jaren, dat hij koningrijken en legers bestuurd heeft, altijd heeft uitgeblonken, toch in dezen laatsten krijgstocht zich meer bijzonder betoonde en uitblonk, daar hij tegen het algemeen gevoelen der meesten van zijn leger en krijgsraad, die zeiden en oordeelden, dat zij met den vijand vechten moesten, het weinige dat hij waagde, in aanmerking nemend, en hoe verscheiden en onverklaarbaar de uitkomsten der veldslagen plegen te zijn, niet begeerde aan te vallen, of iets aan het goedvinden van het toeval over te laten, maar met het meeste beleid altijd het vijandelijk leger op den voet volgend, en gewoonlijk zoodanige gelegenheden voor zijne legering uitzoekende, en ze met wonderlijke vlugheid versterkend, dat hij niet gedwongen kon worden om zonder zijn groot voordeel te vechten, tevens met de grootste vaardigheid van de bezettingen en gewone garnizoenen van infanterie en cavallerie al de steden overziende, waar de vijand zijn leger heen richtte, bij alle mogelijke wegen belettend, dat hij zich van eene derzelven meester maakte, kwam hij, gelijk gezegd is, hem te dwingen met schande deze landen te verlaten. | |
[pagina 92]
| |
mente. A la bondad diuina se den ynfinitas gracias, cuya suma probidencia fue seruido tomar por instrumento para el rremedio destos estados un cappitan de tantas y tales partes, quales se rrequerian tener quien auia de probeer a tantas eregias y tantos pueblos reuelados contra su principe, y todos los aquieto y remedio. | |
[pagina 93]
| |
Men zegge der goddelijke goedheid oneindigen dank, wier hoogste voorzienigheid goed vond tot werktuig te nemen ter genezing dezer landen eenen veldheer van zoo groote en zoodanige talenten, als degeen noodzakelijk moest bezitten, die voorzien zou in zoo erge ketterijen en zooveel opstandelingen tegen hunnen vorst, en ze allen tot rust bracht en herstelde. |
|