Drie grote scholen, Ieper 1289
De verzameling rentebrieven (Ancl. Bisd. y 103) bevat een afschrift van overeenkomst tussen advocatus en scabini van Ieper en de religiosi viri van het St.-Martinsconvent. Onderwerp was de vraag drie i.p.v. de twee bestaande Latijnse scholen - scholen waar Donatus en ultra Donatus wordt geleerd (grammatica en logica) - toe te laten. Hierbij werd teruggekeerd naar het reglement uit 1253 (A. Warnkonig-Gheldolf, Histoire de la Flandre, V, 370) waarbij elkeen een lagere school kon openen - usque ad Cathonem - en na onderzoek gezegd dat de Latijnse school bij de St.-Martins en de St.-Pieterkerk voldoende leken; en wie dit wilde ook een clericus onderricht aan huis aan de eigen kinderen (masculi) en familie, niet aan buitenstaanders mocht laten geven. Beide partijen beloven dit pact na te leven tot blijkt dat het niet voldoet; merkwaardig in elk geval (Ibid., fol. 2-2v), 11 juni 1289. Wellicht verdedigde St.-Maarten zijn scholaster-recht, zoals St.-Donaas dat naast de eigen school scholen had op St.-Kruis, in Blankenberge en in Diksmuide. Grote scholen.
A.D.