Aria(ca. 1810)–Anoniem Aria– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een nieuw lied, Laat ik eens een klugt vertellen, Myn schatje woond gy hier U wil ik my tot bruid verziezen, Myn Kind wat deerd u hier; Dat hy niet eens voldoet myn lust, En my niet eenmaal vriendlyk kust, Ach schatje wat heb ik gedaan Zie my toch vriendelyk aan. 2[regelnummer] Liefje uwe blanke borst, En ook u git zwart haar, Dat noodzaakt my tot liefde lust, U schone oogjes klaar Als gy nu mynen wens betragt, U hart vol liefde, my toelacht. Ach geef my toch u suikermond Dan ben ik weer gezond 3.[regelnummer] Myn kind u bidden brengt me in ley Myn hart voelt smart van binnen, Zet u wat neder van myn zy, Dan wil ik u beminnen Wy willen nu wat wandelen gaan In tuinen daar de bloemen staan, Daar lieve vogels juichend slaan, zie ik u vriendschap aan. 4.[regelnummer] De beide verliefden besteden de tyd In Tuinen gansch alleen, En hoorden de Vogels zeer wyd, En stemden daar met hun Tween; zy omhelsden elkander regt lief en teer Frits sprak myn engel nu gaan wy weer, Na de Herberg daar moeten wy zyn En drinken een glaasje wyn. 5.[regelnummer] U dienaar hospes wy treden hier in Hebt gy goede wyn en bier, zo schenkt eens in na onze zin, Voor myn en myn liefje hier. De flikring der ogen vernoegen het hart zy kusten zig beyde vol liefde en smart En wensten te samen in een bed te zyn, Want het kan niet beter zyn. 6.[regelnummer] Ach schatje en engel sprak Frits tot Lizet Genees toch myn minnepyn, Laat ik u omhelzing genieten in 't bed Het kan toch niet anders zyn Myn wyfje te worden smeek ik van u af Vergun my toch eenmaal en zyt niet te straf, Te rusten in uwe tedere arm Op dat ik door liefde word warm. [pagina 2] [p. 2] en trad weer na zijn juffrouw. De schoorsteenveger die ging roepen Tot voor zijn deur al op de stoepen en hij schelde aan de deur, Dat de dienares kwam voor, Die zei wat wilt gij hier hebben, Maar de Schoorsteenveger stout Zei ik moet mijn vrouw wat zeggen Die ik gister heb getrouwt. De juffrouw stond zeer verslagen Als zij hem zag, en zei wat plagen, Laat ik nu maar zwijgen hot, Want ik zie ik ben bedot, Laat ik hem maar kopen kleren, Want ik ben nu toch getrout, en laten hem bij andere heeren, Mee slegts gaan in roder gout. Vorige Volgende