Apollo's kermis-gift aan de Amsterdamsche Juffers. Derde deel
(1746)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijWyze: 't Muysje.1.
PRonk-Paarl aan Amstels Kroon!
Als ik 't allokb're schoon,
Van uw gezigt bestraal, voel ik ô groote kragt!
Door 't schieten van een Lonk, myn Ziel in Cypris magt!
2.
Was ooyt de God Apoll'
Door minnend' yver dol
| |
[pagina 118]
| |
Om Dafnis schoonheid? is het wonders dat myn Ziel
Op d'alverwinb're Burg van uwe schoonheid viel?
3.
Al waar Natuur haar schoon,
Zo zegenryk vertoond;
Dat, wien het Zonneligt van uwe glans bestraalt,
Verwonnen en gewond, voor uwe voeten daalt.
4.
Myn Jeugdig Brein verkracht,
Opoffert klacht op klacht,
Op 't Autaar uw's gehoor, op hope dat myn Beê,
De Diamante Rotzen van uw' Zinnen Kneê.
5.
Laat 't goude woordje, vlot
Ontrendelen het slot
Van uw gekluysde Ziel, op dat myn jagend hert,
Van 't lang gewilde wit, gelukkig winnaar werd!
|
|