Amsterdams minne-beekje. Deel 1
(1637)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– AuteursrechtvrijStemme: Vaert wel gekrulde vlecht.
ALwaerde Nimphelijn,
Ghy doet mijn herte pijn,
Wilt my doch ees troost geven
Voor al mijn swaer verdriet,
Dat ick alle mijn leven
Gehad hebben geniet.
2 Gy weet en kent mijn smart
Ghy weet ick heb mijn hart
En ziel aen u gegeven,
Waerom zijt ghy so wreed?
Wat heb ick u misdreven?
Segt deedt ick u oyt leet?
3 Laes 't schijnt ghy acht my niet
Dies mijn hert in verdriet
En rouwe schijnt te sterven,
Ey overschoone vrouw
Sal 'k dit van u be-erven
Door myne liefd en trouw?
4 Schoon lief ick sweer u dat
Ick u lief heb gehadt,
Nu gae 'k mijn liefde toonen
Aen een die my meer acht,
Die mijn trouheyt gaet loonen,
Meer als ick had gedacht.
| |
[pagina 183]
| |
5 Princes de goede God
Die geef u tot u lot
Een Jonghman die u minne
En liefde meer als ick,
Kan krygen en verwinne,
In een kort oogenblick.
I. Piloor. Ick leer eerst. |
|