Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– AuteursrechtvrijStemme: Je voudris bien ô Cloris,
ICk mach met recht my over u beklaghen,
O tijdt, die my mijn vreughde hebt berooft,
Een Minne-vlam was haer om ’t hert geslagen,
Die ick by haer noyt hadt te zijn gelooft;
Sy liet my toe, een vreught; O tongh wilt swijghen,
Een vreught, daer ick haer niet weer toe kan krijgen.
Mijn hoop is uyt, ten sy de Min sijn krachten,
Op nieus te werck stelt aen mijn tweede Ziel:
Maer hoe kom ick te weten haer ghedachten;
Genomen het al na mijn wensch uytviel:
Sy liet my toe, een vreught: O tongh wilt swijgen
Een vreught, daer ick haer niet weer toe kan krijgen.
|
|