Het eerste deel van de Amsterdamse mengel-moez(1658)–Anoniem Eerste deel van de Amsterdamse mengel-moez, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] Verlooren Arbeidt. Toon: La nouelle Princesse. ALtoos is het weeraan, trouwt, Dus in 't lange-pak te loopen Past u niet; ghy word al out; Wilt aan een Maaght u dienst bie'n, Schoon, en rijck verzien, Want ghy zyt sulck eene waard Alsoo wel, als een op aard. 2. Dus, soo breecktmen my het hooft Met veel hondert lammeryen, (Pas, de helleft waard gelooft) [pagina 95] [p. 95] Ia: voorwis ghy zyt een quant Volkennis; schoon van stand; Dus al, domme-krach-men op Myn gezwichte zeil in top. 3. Wordmen oud, men kan geen vreugd' Dan, beleven aan zyn kind'ren, Teemen zy. Denk wat geneugd Dat ghy u zellefs onthoud! Dus tast maer toe, en trouwt; Nu ghy doch geen trouwen haat Och hoe zalich is die staat! 4. Maar peins ick om Helicon Eens te rugh: off om myn snaaren, [pagina 96] [p. 96] En Poeeten hoeve-bronn, Oft om mijn moedich paart Strax word ik weêr bedaart, En bewaar hunn goude les. In een bodemlooze-fles. D. Questiers Vorige Volgende