Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||
Berigten.
| |||||||||||||||||||||||||
Groot-Brittannien.De Eerwaarde Heer Thomas Hardy, is, door den Koning, tot Hoogleeraar in de Kerkelyke Geschiedenis aan de Universiteit te Edinburg aangesteld geworden, en zulks in plaats van den Overledenen Hoogl. Robert Cumming.
De Heer James Clow, Emeritus Hoogleraar in de Redenkunde en Deken der Faculteiten by de Universiteit te Glasgow, is dezer dagen overleden. | |||||||||||||||||||||||||
Frankryk.Het voortreffelyk Sterrekundig Observatorium van de beroemde Heren Garipuy, Vader en Zoon; welke kort na elkander overleden zyn; is, met alle deszelfs heerlyke Werktuigen, door de Staten van Languedoc gekogt, en aan de Akademie der Wetenschappen, te Toulouse, ten gebruike geschonken.
De Heer Bertolet deelde, in de Vergadering van de Akademie der Wetenschappen, te Parys, den 24 Mey laatstleden, gehouden, ene kortlings door hem gedane aanmerkelyke ontdekking mede. Men hadde tot dus verre, alleen aan het Goud, ene soortgelyke eigenschap en kragt als die van 't Buskruid, in het zogenaamde Slag-Goud, bespeurd: dan de Heer B. heeft die zelfde kragt, en dat in een nog hoger graad, by het Zilver gevonden. Hy deed Zilver, in Zalpeter zuur opgelost, door Kalkwater neêrploffen: en liet dat precipicaat gedurende 3 dagen in de open lugt staan, verdunde het vervolgens met vlugtig bytend Loogzout en bevond, dat het Poeder, daar uit ontstaande, gedroogd zynde, het Slag-Zilver (Argentum fulminans) geeft. Dit is zelfs sterker dan het Buspoeder of het Slag-goud; welk beiden, of vuur, of althans warmte nodig heeft, ter ontwikkeling van deszelfs kragt: daar het Slag-Zilver, enkel, door het met koude lighamen aan te raken, slaat. Wanneer het in gereedheid gebragt is, kan men het naauwlyks uit het Vat, waar in het deszelfs verschrikkelyke kragt, door de laatste uitdamping, verkregen heeft, zonder gevaar ligten. De Heer Bertolet raakte enige weinige greinen, op papier liggende, met een glazen staafje aan, en het gaf een geweldige slag. Een enkel grein daar van was genoeg, om een glas geheel en al te verbryzelen, en de stukken door ettelyke op elkanderen liggende bladen papiers heen te dryven. Een druppel waters, die van boven op het Poeder viel, deed het slaan. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||
Duitschland en Naburige Ryken.De Heer Direkteur en Superintendent Schinmeyer, te Lubeck, is tot Generaal Superintendent over Pommeren en Rugen, gelyk mede tot Opper-Kanselier en Curator der Universiteit te Grypswalde, met de daar verknogte bedieningen, benoemd geworden.
De Heer D B. Hacquet is van Laybach, waar hy tot dus verre den post van Hoogleeraar waar nam, als Professor in de Natuurlyke Historie, naar Limberg vertrokken.
Het, door het overlyden van Flögel, opengevallen Professoraat in de Philosophie, te Liegnitz, bekomt de Heer Werdermann, Regiments Kwartier Meester, by Erlach; dat van wylen den Heer Störck, in de Geschiedkunde en Welsprekenheid, is aan den Heer Schummel, Gouverneur van enen jongen Grave van Reichenback, opgedragen.
De Heer M. Raff, Lektor aan het Gymnasium, te Göttingen, is, in het begin der verlopen maand Juny, overleden. Hy was een man van zeer ingetogen zeden en enen voorbeeldigen Levenswandel, die zig, door zyn voorbeeld, tugt en onderwys, by zyne School zeer verdienstelyk gemaakt hadde. Schoon hy gene diepe denker ware, bezat hy nogthans vry algemene kundigheden, die voor het onderwys der Jeugd toereikende genoeg waren. Oude Litteratuur viel niet zeer in zyn smaak, leggende hy zig meer toe op het algemeen nuttige, waar van zyne schriften blyken dragen.
Het Keurv. Duitsch Geleerd Genootschap, te Manheim, hield, den 30 Juny laatstleden, deszelfs openbare zitting, en besloot daar mede het 13de jaar van deszelfs Vergaderingen. De voorzittende Direkteur, Profess. Klein, gaf kennis van de nieuwe Leden, die, in dit jaar, waren aangenomen. Hier op las de Heer Mieg ene verhandeling voor over de Idiotismen der Duitsche tale; en de Heer Hofgerigtsraad van Stengel de zyne over 's menschen volmaking door middel der fraaye Wetenschappen. De Hoogleeraer Klein las vervolgens de beoordeling van 't Genootschap over de in dit jaar ingekomene antwoorden op de Prysvrage: Hebben de Duitschers, in enigerhande soorten van Digtkunde en Welsprekenheid, de Grieken en Romeinen geëvenaard of overtroffen? Van de vier ingekomene Verhandelingen over dit onderwerp, heeft het Genootschap 'er een, welke in der daad een meesterstuk is, den prys toegekend: waar van de Schryver, by het openen van het Billet, bleek, te zyn, de Heer Joh. Jac. Hottinger Hoogleeraar te Zurich. De Heer Prof. Klein besloot de Vergadering met het voorlezen van de volgende Prysvrage voor het aanstaande jaar: ‘Hebben de levendige meest verbeterde Talen enige voorregten boven de Duitsche, welke ook deze eigen gemaakt kunnen worden, zonder dat zy van hare oorsprongelykheid iets verlieze?’ Voor de beste Verhandeling over deze vrage schikt het Genootschap een Gedenkpenning, ter waarde van 25 Dukaten; hebbende wyders besloten, ingevalle de vrage in gene der in te zenden Verhandelingen in allen delen mogte beäntwoord worden, als dan den prys toe te wyzen, aan die, waar by de vraag, alleen met betrekking tot ene enkele der beste, levende, vreemde Talen, grondig en uitvoerig beantwoord word. De Prysverhandelingen moeten voor het bgin van April 1789. verzeld van een besloten Billet, waar in de naam des schryvers, en waar op ene Zinspreuk staat, aan den voorzittenden Directeur van het Genootschap, den Keurvorstelyke Geheim-Secretaris en Prof. Klein, in Mannheim, toegezonden worden. | |||||||||||||||||||||||||
Nederlanden.Brussel . Zyne Keizerlyke Majesteit, misnoegd over alle Gebeurtenissen, die elkanderen te Leuven opgevolgd hebben, heeft besloten de Universiteit aldaar, voor een groot deel, te weten: de Faculteiten der Rechten, der Medicynen, en der Philosophie, in deze Stad, onder het oog der Regeringe, over te brengen: latende de Faculteit der Theologie, met het Generaal Seminarium, te Leuven.
Utrecht . De Wel Eerw. en Hooggel. Heer Philip. van Bachiene, Predikant by de Hervormde Gemeente alhier, die onlangs tot dezen post by de Gemeente in 's Hage beroepen was, dog voor dat beroep beleefdelyk bedankt hadde, is, zedert, door de Ed. Achtb. Vroedschap der Stad, als Curateuren onzer Akademie, tot Professor Ordinarius Theologiae, in primis Catecheticae et Practicae, aangesteld geworden.
Amsterdam . De Heer Pybo Steenstra, A.L.M. Phil. Doct. Lector der Wiskunde, Zeevaart en Sterrenkonst, aan het Athenaeum Illustre, en Examinateur der Zee-Officieren van de Oost-Indische Compagnie alhier, is den 21 dezer maand, alhier, overleden.
Haarlem . Volgens berichten van iemand, die volkomen in de gelegenheid is, om zulks naauwkeurig te weten, kan men verzekeren, dat het getal van Kabinetten of Verzamelingen van Physische Instrumenten, in Frankryk, thans verre over de vier honderd beloopt. Hier uit is af te nemen, hoe algemeen de smaak voor de beöeffening der Natuurkunde in Frankryk zy. Daar ten minsten, zo als ook in Engeland, word de Natuurkunde aangemerkt, als een deel te moeten uitmaken van ene goede en voorname Opvoeding.
Uit Londen heeft men, dat de beroemde Sterrekundige Herschel, om aan de begeerte van een groot getal Liefhebberen, die van zyne Telescopen verlangen, te voldoen, ene Fabriek van dezelven staat op te richten. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||
Door den Oeconomischen Tak van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen, zyn de volgende Praemien toegewezen.
In de Vergadering voor het Jaar 1787.
Aan Thomas Tonkins , voor het maken van Metalen Lepels en Vorken, 10 Ducaten, om, onder opzigt van het Departement Delft, ten nutte van dit Werk geemployeerd te worden. Aan ..... Jusener , Zilversmit in 's Hage, Maker van zekere Monsters Pletzilver, tot een Encouragement 25 Ducaaten. Aan den Heer G.W. Wittehouw , wegens het inzenden van Wasch, Foely en Baboentry Noten, uit Surinamen, een Zilveren Medaille. Aan de Linnenredery te Alkmaar, een Zilveren Schietspoel, met het Wapen des Oeconomischen Taks daar op gegraveerd, wegens de buitengewone bevordering der Vlas Spindery enz. aldaar. Aan Johan Wilhelm Koch , woonachtig in de Wildervank, voor een byzonder soort van ingezonden Glasraam in lood, dat met veel voordeel zoude kunnen gebruikt worden tot een leggend Glas, 6 Ducaten. Aan J. Bletz te Amsterdam, voor zyn Winkel, ter waarde van ƒ16000:- een Praemie van ƒ200:- voor het vierde Jaar. Aan A.J. Verhoef te Utrecht, voor zyn Winkel, ter waarde van ƒ20000:- een Pramie van ƒ400:- voor het zesde Jaar: beide conform Prysvr. No. 256. bladz. 132. Aan Teunis van der Heiden te Amsterdam, voor zyn Winkel ter waarde van ƒ3000:- een Praemie van ƒ90:- voor het eerste Jaar, conform Prysvrage No. 491. bladz. 332. Aan Terhoeven en van Davelaar te Scherpenzeel, een Praemie van 50 Ducaten voor het derde volgende Jaar van de Instandhouding hunner Carsaay Fabriek, Prysvr. No. 132. bladz. 56. Aan J. Bronkhuysen te Leyden, dewyl gebleken is, dat dezelve (zo als toen gemeld is) van 1785 tot 1786, niet 45 ellen, maar 4500 ellen Carsaay, aan Godshuizen in dien tyd verdebiteerd heeft, daar voor de Praemie van een halve stuiver voor hem van ieder el, en dito voor de Godshuizen. Voorts aan denzelfden voor Carsaayen van 1786 tot 1787, verdebiteerd, bedragende 7602 ½ el, bovengemelde Praemie van een halve stuiver per el. Als snede aan Corn. Maas , Pz. te Delft, van 1786 tot 1787, dezelfde Praemie van een halve stuiver per el voor hem, en dito voor de Godshuizen, voor 2473 ½ el Carsaay. Aan de Gebroeders Reyn te Hilversum, voor van primo Mey 1786, tot ultimo April 1787, verdebiteerde nagemaakte Schotsche Tapyten, bedragende 8396 ¼ ellen, een stuiver per el, conform Prysvr. No. 461. Aan Willem van Bergen te Breda, wegens het maken van Gemarmerd Papier, gedurende 3 Jaren, elk Jaar 10 Ducaten, mits blyke dat zyn Fabriek met succes blyft continueeren. Aan den Heer P.J. Kasteleyn te Amsterdam, uit aan merking van de informatien omtrent het stuk over het Misverwen der Blaauwkuipen, aan de Vergadering gegeven, en het licht door zyne Nederduitsche Vertalinge van de Prysverhandeling des Heren Dionval , met eigen Aanmerkingen en Aanhangsels verrykt, over dit voor de Nederlandsche Fabrieken zo gewigtig stuk verspreid, waarmede hy de pogingen van den Oeconomischen Tak byzonder had ondersteund, enz. de tweede Gouden Medaille. Ann de Gebroeders Reyn , Fabrikeurs te Hilversum, voor het fabriceren van zogenaamde Doornikse Tafelkleeden, gedurende drie Jaren, 10 Ducaten voor elk Jaar, zo hun Fabriek daar van met succes blyft continueren. Aan den Schilder du Pree , de Praemie van 50 Ducaten, in 1786, hem by Resolutie toegezegd, ten einde zich buiten 's Lands in zyn Konst te volmaken. Aan C. Vonck , Schout en Secretaris te Streefkerk, de Zilveren Medaille voor zyne Verhandeling, ingeleverd op de Vraag wegens de vermindering der Zalm in de Rivieren. Aan den Graveur Jonxis , wegens zyne bekwaamheden in deze Konst, tot aanmoediging de kleine Gouden Medaille of 25 Ducaten. Aan de Wel-Edel geborene Jonkvrouwe S.S. van der Hoop , op Dykerwaal by 's Gravezande, wegens eene nieuwe behandeling van Inlandsch Vlas, waar door het zelve verfynd word, de Gouden Medaille. Aan den Rietmakers Baas, zynde H. Bavink, Hendriksz. te Almelo, de Praemie, Prysvr. N. 163. uitgeloofd, 50 Ducaten, en aan de twee Leerlingen ieder 10 Ducaten. Aan Catarina Heering in 's Hage, wegens het onderwyzen van Kinderen in het Spinnen enz. vier Ducaten. Aan J. Bronkhuysen te Leyden, wegens zyne Pyelaken-Fabriek, een Praemie van 100 Ducaten. Aan den Schryver der Verhandeling over het zuiveren der Bouwlanden van Hoefbladen, onder de Zinspreuk: Om tot nut te zyn; - indien vryheid tot opening van zyn Billet geeft, de Zilveren Medaille en 10 Ducaten. Aan den Schryver der Verhandeling over het Rossement, onder de Zinspreuk: Al weder in hoop van Triumph; - indien voldoende Getuigschriften levert, en vryheid tot het openen van zyn Billet geeft, 25 Ducaten. Aan den Schryver der Verhandeling over het Kankeren der Bomen; - wyl zyne Verhandeling vele goede Zaken behelst, indien vryheid tot opening van zyn Billet geeft, de Zilveren Medaille. Aan den Schryver van zekere Verhandeling, over Proeven, om op de voordeligste en zekerste manier de hooge Zand- en Geest-gronden te beplanten met Hout; - wanneer vryheid tot opening van zyn Billet geeft, de Zilveren Medaille. | |||||||||||||||||||||||||
Voor 1788. toegeweezen:Aan den Heer N. van der Meulen te Purmerend, die zich, ingevolge de Prysvr. N. 37. bladz. 21. na de Ecole Vétérinaire [zynde het School, opgericht ter onderzoeking en genezing der ziekte van het Vee) in Frankryk heeft begeven, en behoorlyk zyne Studien vosbracht heeft, 200 Ducaten; zo dra, ingevolge gemelde Prysvraag, drie Jaren zullen verstreken zyn, en behoorlyke bewyzen van 't met succes voortzetten zyner Konst zal hebben ingeleverd. Aan A.J. Verhoef te Utrecht voor zyn Inlandschen Winkel, ter waarde van ƒ22800:- de Praemie van ƒ400:- ingevolge de Prysvraag N. 256. bladz. 132, voor het zevende Jaar. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||
Aan Teunis van der Heide te Amsterdam, voor zyn Inlandschen Winkel, waardig ƒ3810: - de Praemie van ƒ90: - ingevolge de Prysvraag N. 491* bladz. 332. voor het tweede Jaar. Aan C. Torenberg , Orgelmaker te Amsterdam, voor zy ne Inventie aan een Piano forte, waar door men een agt voets geluid, door ene kleine Verandering, kan brengen tot dat van zestien voet, en het zelve ook aan andere Piano fortes kan appliceren; ene Remuneratie van de Zilveren Medaille en 20 Ducaten, en vergoeding der Onkosten van het Transport daarenboven. Aan J. Bronkhuysen te Leyden, voor het Verdebiteren van 485 ½ el Carsaay aan diverse Godshuizen. - Als mede aan Corn. Maas te Delft, voor 3656 ¼ elle; aan ieder, voor ieder el, een halve stuiver, en een dito halve stuiver aan de Godshuizen, aan welke dezelve geleverd zyn. Aan J. Vonck , Schout en Secretaris te Streefkerk, wegens zekere uitgevondene Toevoegsel tot de Brandspuiten, het welk by zommige gelegenheden van nut kan zyn, een Zilveren Medaille. De Schryver der Verhandeling Provida Mater, over het Spasmus Cynicus, in het Jaar 1786, bekroond, word verzogt zich binnen een Jaar aan den Algemeenen Secretaris te melden, of vryheid tot opening van zyn Billet te geven, zullende anders zyne Verhandeling worden gedrukt.
* * *
Ook zal de Oeconomische Tak dit Jaar eene Somme van Vier duizend Guldens afzonderen, om daar voor, ten dienste der Koopvaardye en Visscheryen dezer Landen, alle Jaren uit te rusten één bonderd behoeftige Jongelingen, boven tien en beneden zestien Jaren oud, binnen de Republiek geboren, en tot de Zeevaart genegen, mits dezelven nooit gevaren, en reeds by den enen of anderen Schipper dienst genomen hebben. Deze Uitrusting zal voor eens gegeven worden, ter Somme Van Agt-en twintig Guldens aan elk Jongeling, en van Zes Guldens tot een Praemie na volbragte Reize, wanneer hy zig wel gedragen heeft, en ten minsten Negen Maanden in dienst is geweest. Daar en boven zal aan de Ouders, Voogden, Armbezorgers of Godshuizen, (des begerende) voor het aangeven van elk zodanig Jongeling, gelyke Somme van Zes Guldens vereerd worden. Men zal zich in alle Plaatsen van deze Republiek kunnen aandienen, hy den Secretaris van het Departement des Oeconomischen Taks, indien aldaar een Departement is gevestigd, en anderzints aan enen der naast by gelegene Departementen; zullende, wanneer het getal van honderd Jongelingen voltallig is, de overschietenden, indien dezelve in een volgend Jaar word gecontinueerd, praeserabel zyn. Hier mede zal een aanvang gemaakt worden na primo September eerstkomende.
* * *
By deze Algemene Vergadering is ook geresolveerd, om de Praemien op het Spinwerk, te vinden by hare Prysvraag bladz. 73 en volgende, en 261. nog voor een Jaar te continueeren. En Praemien uitgeloofd voor het Breijen van de meeste en beste Buis- Haringnetten, zo als in de gedrukte Prysvragen breder zal te zien zyn. | |||||||||||||||||||||||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Italien . Aurelii Prudentiee Clementis V.C. Opera omnia, primum cum cod. Vaticanis Collata, praefatione, variantibus Lectionibus, notis, ac rerum verborumque locupletissimo Indice, aucta & Illustrata. Ex regio Typographio, vol. I en II. [Deze nieuwe uitgave overtreft, in velen opzigte, die van Heinsius, de beste, welke tot nog toe van dezen Dichter voorhanden was.]
Examen de quelques espéces de bois de pins, de la Térébinthine, de l'huile ou larme de sapin, de la Poix noire au navalé, de la resine de pin. Proeve op enige soorten van Pynboomen hout, Terepenthyn, Oly of Harst van Dennenbomen, zwarte of Scheepspek, Harst van Pynbomen, door den Heer Scapoli, te Turin, by Briato, 4to.
Grootbrittannien . A short Description of Pyrmont &c. Korte Beschryving van Pyrmont, met waarnemingen nopens het gebruik van deszelfs wateren; getrokken uit de bredere Hoogduitsche Beschryving van D. Marcard, in deszelfs Leven Koninglyken Geneesheer aan het Hof te Hanover, groot 8vo. Londen, by J. Johnson. [Men vind op het einde van dit Werkje, ook nog enige narigten wegens de Staalbaden te Pyrmont, die nog niet in 't ligt gegeven waren: als mede ene naauwkeurige opgave van drie onderscheidene Reis-Routen van Engeland naar Pyrmont.]
Frankryk . Discours sur la necessité d'etablir a Paris une Societé pour concourir, avec celle de Londrès, a l'abolition de la traite et de l'esclavage des Negres &c. Redenvoering over de noodzakelykheid om te Parys een Genootschap op te regten, ten einde met dat van Londen mede te werken, tot afschaffing van den Neger-Slavenhandel, gehouden den 19 Febr. 1788. in een Gezelschap van enige vrienden, te Parys, op het verzoek van het Londensche Committé, by een gekomen. Parys 8vo. [Deze voordragt behelsd niet slegts veele belangryke narigten nopens 't geen hier omtrent in Engeland omgaat, maar ook de bondigste redenen, zo wel op de Zeden- als Staatkunde gebouwd, voor het doen ophouden van enen Handel, die, zo lang, een vlek voor de menschelykheid was. Dezelve word verzekerd reeds vele aanzienlyke Luiden, ook eigenaars van West-Indische Plantagien, in Frankryk, overtuigd te hebben.]
Duitschland . Angenehme und Lehrreiche Beschäftigung fur Kinder &c. Aangenaam en leerzaam onderhoud voor Kinderen, in derzelver ledige uren; 1ste en 2de drie maander voor het jaar 1788. Wenen. [Ene verzameling zo van zedelyke Vertellingen, als van onderscheiden onderrigtingen voor ene verstandige Opvoeding nuttig.]
Auserlesenen Beytragen zur Thier-Arzeneykunst. Uitgelezen Bydragen voor de Vee-Artsenykonst. 3de stuk, 262 bladz. in 8vo. Leipzig.
Epochen der Vorzuglichsten Philosophische begriffe &c. Tydvakken der voornaamste wysgerige Denkbeelden, nevens de nodige byvoegzels, 1ste deel, door Chr. Gottf. Bardili, gewoon Medelid der Keurvorstelyke Akademie, te Erfurt, | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||
van de Hoogvorstelyke Stigting der Zedekunde en fraaye Wetenschappen, te Erlangen. Halle, by P.J. Gebauer, 198 bladz. in 8vo. [De schryver bepaald zig in dit stuk byzonderlyk tot de begrippen aangaande God, Geest en Ziel, en wyst de veranderingen en verbeteringen aan, die daar omtrent, van tyd tot tyd, plaats gegrepen hebben. De Hoofdtydperken, tot aan de invoering der Krist. Lere, onderscheid hy in een Dichterlyk en een verstandig redenkavelend.
De Heer Prof. Junghaus, te Halle, in den Saalkreits, heeft kortlings, de eerste honderd stuks van zyne Icones Plantarum ad vitam impressae, in folio uitgegeven. Hy heeft voor eerst alleen zulke Planten gekozen, die of tot nog toe in 't geheel niet, of niet naauwkeurig, zyn afgebeeld. Hy heeft voor, om voortaan jaarlyks 50 te leveren. De gedrukte aantekeningen, die 'er by uitkomen, behelzen de namen, volgens Linnaeus, en het Vaderland der Planten, nevens berigten aan gaande de reeds voor handen zynde aftekeningen daar van met ene beoordeling van dezelven.]
[Het volgend breder Berigt aangaande een, by onze vorige, reeds aangekondigd Inlandsch stukje, is ons zedert van ene vriendelyke hand toegezonden]
Raad voor den Landman, wegens de Inënting der Kinderpokjes, door S.A. de Moraaz , Med. Doct. te Sommelsdyk. Tweede vermeerderde en verbeterde druk. Te Amsterdam, by W. Holtrop, 1788.
Dit stukje, 66 bladz. groot, is door den kundigen Geneesheer de Moraaz enkel geschreven, met het pryswaardig oogmerk, om den Landman van de geöorlofdheid en nuttigheid ener Konst-bewerking te overreden, welke, blykens alle de proesnemingen, in de daad de allergewigtigste diensten aan een voornaam gedeelte des Menschdoms bewezen heeft. Een kort berigt daar van achtten wy, uit hoofde van het belang des Onderwerps, niet ondienstig, mede te delen. Na ene korte Inleiding over de allereerste verspreiding van de Inënting der Kinderpokjes, geeft de Schryver berigt van de verschriklyke slagtingen, welken de natuurlyke Kinderpokjes, in onderscheidene Landen, hebben aangericht, en van de kwalen en gebreken, aan welken dikwerf nog die lyders onder hevig blyven, die hun leven daarby nog hebben behouden. Tegen die tafereel der jammerlykste verwoesting stelt de Schryver over de ongemene voordelen der Inënting door enen reeks van voorbeelden aangewezen, die allen door het getuigenis en gezag van beroemde Mannen zyn bevestigd; terwyl hy hier by verscheide betedeneerde gronden aanvoert, waaruit wederom het ongemene voordeel der Inenting is op te maaken, daar zy den geschiktsten tyd, plaats, gelegenheid en ouderdom kan in acht nemen, welken de oordeekundige Geneesheer daar toe verkiest, en dus oneindig verkieslyker boven de gevaaren der natuurlyke Kinderpokjes, welker onverwachte aanval dikwyls ene menigte van Lyderen wegrukt, zonder dat enige, hoe zeer by tyds aangewendde, geneesmiddelen kunnen baaten. Vervolgens houdt zich de Schryver bezig met de oplossing der tegenwerpingen, welke den voortgang dezer Konst oefening, zo onder den gemenen Burger, als den Landman, tot nog toe zo jammerlyk hebben verhinderd. De eerste is: ‘Door de Inenting stelt men zyn gezondheid ‘of zyn leven in de waagschaal.’ - De Schryver toont, dat de Inenting niet meer, dan een voorbehoed middel is, zo als men in duizend andere gevallen bezigt, terwyl het zelve bykans zeker werkt.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||
De Schryver besluit dit Werkje met enige gepaste aanmerkingen, by welken hy zyne Lezers byzonderlyk tracht te waarschuwen tegen het denkbeeld, welke zy, na deszelfs lezing, mogelyk zouden opvatten, als of ieder mensch deze konst-oefening gemakkelyk zelf werkstellig zou konnen maken. - Wenschelyk is het, dat deze Verhandeling, van wegens hare kortheid, duidelykheid en belangrykheid, door regtschapen Vrienden van het Menschdom, tot kennis van den Landman gebragt worde, en op hem en zeer vele anderen onzer Landgenoten den bedoelden invloed maake! | |||||||||||||||||||||||||
Tekeningen en prenten.De Konstverkopers Yver en Smit, te Amsterdam, leveren thans weder een Konstplaat af, tot de by hen van tyd tot tyd uitkomende Afbeeldingen van de nederlandsche Havens , behorende, en verbeeldende de Haven van Vlissingen , in Zeeland; zeer naauwkeurig naar 't leven getekend, door D. de Jongh, en extra uitvoerig in 't koper gebragt, door M. Sallieth. De prys is ƒ1:10: - lett. proefdr. ƒ2: - De reeds te voren in 't licht gegeven, bestaan in Afbeeldingen, door dezelfde Meesters getekend en graveerd; van Rotterdam, de Maas, Schiedam, Delfshaven, Amsterdam, in 2 Platen, Medenblik, Enkhuizen, Edam, Hoorn, De Nieuwe Haven van Texel, Goeree, Maaslandsluis, Den Briel, Texel op het Nieuwe Veer te zien, Dordrecht, de Merwe, Staveren, Harlingen, Zierikzee, Kust van Friesland, enz. | |||||||||||||||||||||||||
Nieuw uitgevonden werktuigen en konstgevaarten.De volgende beschryving van een nieuw uitgevonden allerkonstigst Werktuig, briefswyze uit Erlangen medegedeeld, in enigen der laatste No's. van de Hollandsche Zeitung, die te Amsterdam gedrukt en uitgegeven word, hebben wy wel waardig geoordeeld, om, vertaald, over te nemen, en in dit ons Blad ene plaats te geven.
‘- Op welke aangename wyze, de Heer Dokt. Muller, die voor enige dagen; over Regensburg uit Wenen herwaarts kwam, ons met zyn bezienswaardig zelfsbewegend Konsttuig verrascht heeft, hebt gy reeds uit de publieke papieren kunnen vernemen. Gy zult ook wel het kort berigt gelezen hebben, 'tgeen hy, aangaande de werking van zyn Konstgevaarte, in druk heeft uitgegeven. Hier uit weet gy dus, dat het spreekt, zingt en schryft: - van het laatste hadde ik de eer, U een staal, in deszelfs net Latynsch afschrift, toe te zenden. ‘Dat dit alles, zonder bedrog, en enkel door de kragt van het Konsttuig geschied, hier van zal men zig ligtelyk overtuigd vinden, zo dra men de Machiene ziet, en men zal gaarne toestaan, dat hier geen bedrog mogelyk is: wat ook luiden, die het niet zagen, dromen of praten mogen. - Op welke wyze is dan de inwendige zamenstelling des Konsttuigs ingerigt? Welke Werktuigen zyn 'er ingebragt, waar door het dat geen verrigt, 't geen het doet? En op welke wyze gaat deze werking toe? - Ik kan op deze vragen, die des te natuurlyker zyn, hoe meer in 't oog lopende en verwonderlyk, de werkingen der Machiene zig opdoen, voor elken aanschouwer, die het niet in 't hoofd krygt, om meer van haar te vorderen, dan een Konstgevaarte kan doen, - voor al daar dit Werktuig, eerst onlangs vervaardigd zynde, nog niet genoeg bekend is, - slegts een, onvolkomen antwoord geven. Wie zou ook ene volledige ontdekking van het geheim der toestelling, en den aart der werking, van den Heer Uitvinder, hoe verpligtend en openhartig hy ook moge wezen, billyker wyze verlangen, en, binnen het kort bestek enes Briefs, zonder enige aftekening, geven kunnen? Buiten dien, verneemd men, dat iemand in Neurenberg bezig is, met aan ene meer uitvoerige beschryving, met koperen platen versierd, te arbeiden. - Zie hier, intusschen, enig kort narigt aangaande dit Konsttuig. ‘Het zelve heeft deze byzondere eigenschap, dat het onderscheiden Geluiden voortbrengt. Dezelve schynen door twee fraay gewerkte menschelyke Beelden, levensgroot, het een ene Mans- en het andere ene Vrouwe gedaante voerende, uitgesproken te worden: alhoewel dezen toch meer als sieraadjen, dan wel als wezenlyke delen der Machiene, zyn aante merken. Eigentlyk vormen zig de Geluiden in het binnenste van een sierlyke Kast, die 3 voet 6 duim lang, en 2 voet 5 duim breed, van voren met een deur toegesloten, is: en aan welker beiden kanten, de Beelden, het een aan de regter- en het ander aan de linkerzyde, staan, in dier voege, dat zy 'er de hand op houden. Een weinig agter de Beelden ziet men op de Kast een kleine verhevenheid, ter lengte van 1 voet 10 ¾ duim, ter breedte van 1 voet 4 ¼ duim, en by de 11 duim houg. In de Kast bevinden zig twee dezelve geheel opvullende Laden, die over elkanderen schuiven, waar van ieder 2 voet 9 duim Rhynl. in lengte, 2 voet in breedte, en bij de 10 duim in hoogte, beslaat. Dezen zyn de Hoofd-delen des Konsttuigs. Binnen in het zelve bevinden zig, - behalven 10 Blaasbalken, een menigte van Spillen, Rollen, Raders en Uurwerken, - 82 Spraakwerktuigen, benevens derzelver Windladen, die het hoofdwerk der Geluidmaking bevatten. Van dezen zyn 'er 34 in de kleine boven verdieping, en dezelven hebben ene soortgelyke gedaante als Orgelpypen. De overige 48, die in de beiden schuifladen verdeeld zyn, kunnen niet wel omschreven worden, daar dezen, van twee tot twee, steeds ene andere en onderscheidene gedaante hebben. - Aan de agter zyde van de Kast kan insgelyks ene deur geopend worden. Deze sluit een afzonderlyk vak af, van hoogte en breedte als de Kast, dog in diepte slegts 2 duim bestaande. In dit Vak beschouwd men, in 4 Reyen, 16 kleine parabolische Spiegels, en tusschen dezelven 2 agt dubbelde Communica- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||
tie buizen. Dezen dienen tot een Echo, die 3 tot 4 woorden, herhaald. - Boven op de Kast en het Opzetzel, is ene menigte van Registers, nevens een Klawier, door middel van welken het Konsttuig bestierd word. Tot de Hoofdrigting behoort een twaalfdubbeld Register, naar de Plaat van een Zak-uurwerk gelykende: zo als tot het spreken alleen 151 enkele Registers vereischt worden.
‘De Hoofdverrigtingen des Konsttuigs zyn de volgende:
‘Zie daar, 't geen het Konsttuig uitvoerd, - en, zo als gy bespeurd, meer dan de Uitvinder in zyne gedrukte aankondiging beloofd; meer, konde men 'er byvoegen, dan van ene Machiene, zonderling van die hoegrootheid, kan verwagt worden. Hier uit egter volgt geenzins, dat het Konstgevaarte een louter gochelwerk is, en het geluid, 't geen men geloofd uit het zelve te horen, door iemand, die den Dokter ten dienste staat, van elders word voortgebragt. In de Machiene zelve kon zig geen mensch verschuilen, daar zy rondom gesloten is, wanneer zy werkt, en de beiden schuifladen haar geheel en al, tot op een duim na vullen, en zelfs nog dit Vak niet ledig is. Veel weiniger zou het geluid, langs verborgen buizen, uit ene kamer, naast aan die, in welke het Konsttuig staat, konnen gevoerd worden. Zodanig iets kon tog niet lang geheim blyven: ook kon het, ten minsten, zo dra iemand de Machiene aan zyn huis liet brengen, niet in praktyk gebragt worden. Alle vermoeden van dien aart word geheel weggenomen, zo dra men opmerkt, dat de Heer | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||||||
Muller zig de opgaven van 't geen de Machiene moet beäntwoorden, schriftelyk, laat voorstellen, - Waar op dus een verholen helper onmogelyk zou kunnen antwoorden, - en dat hy, wanneer zulks begeerd word, op het einde van 't Gezang of wel op enigen anderen tyd, de Beelden van de Machiene doet afnemen, en haar zelve van plaats doet veranderen. Zo dra het eerste geschied is, kan men duidelyk ontwaar worden, dat het geluid, 't geen dan nog helderder klinkt, uit de Machiene zelve voorkomt: - in welke het gevolglyk moet ontstaan zyn, naardemaal, door de verplaatsing, alle derwaarts lopende buizen, die men zig enigzins kon verbeelden, onbruikbaar zouden gemaakt zyn geworden. Zo zeker het, na dit alles, is, dat het Konsttuig, 't geen het doet, zelve uitöeffend; even zo onredelyk zou het zyn, meer van het zelve te vorderen, dan het kan verrigten. By aldien dus hier of daar een Aanschouwer zig mogte opdoen, die, op ene onberaden wyze, van het zelve meende te kunnen verlangen, dat het, naar zyn goeddunken, nu eens scheller, dan eens doffer, harder of zagter moest spreken, zig met hem in gesprek inlaten, of op vragen, van allerleyen aart, die men konde goedvinden het zelve voor te leggen, op staanden voet, naar eisch antwoorden; zoude zoodanig een, daar zulks niet geschied, alleen de schuld hier van aan zyne eigen buitensporige verwagtingen moeten wyten. Dog, de Heer Muller, die in 't algemeen met ene edelaartige bescheidenheid van zyn Konstwerk gewoon is te spreken, is verre af, van tot enigerhand bedrog de geringste aanleiding te geven. - Ene manier van denken, welke hem, buiten kyf, by het weldenkend Algemeen, ene dubbele goedkeuring moet doen verwerven.’ | |||||||||||||||||||||||||
Toneel- en ander konstvermaak
| |||||||||||||||||||||||||
Geboorte Trouw- en Sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 180: in 's Hage 17: en te Haarlem 14, waar onder 8 beneden de 12 jaren. Te Selkirk, in Engeland, is onlangs overleden zekere William Ridley, in den ouderdom van 116 jaren: ene byzonderheid des te aanmerkelyker, daar hy reeds van zyne jeugd af een liefhebber van veel drinken was. Hy trouwde in zyn 95 jaar voor de derdemaal, behield zyn geheugen en oordeel tot aan zyn einde, en leefde, gedurende zyne twe laatste jaren, voornamelyk van zwaar Bier en sterke Dranken, met een weinig broods vermengd.
Een ander voorbeeld van hogen ouderdom, heeft Rusland opgeleverd, in den Brigadier van Resen, te Bergen, in Noorwegen, den 26 Mai 1680 geboren, en den 28 April dezes jaars te Petersburg gestorven; een van wiens nagelaten Zonen reeds 72 jaren bereikt heeft; terwyl zyne Zuster, die in Kroonstad nog in leven is, reeds tot den ouderdom van 110 jaren geklommen is. | |||||||||||||||||||||||||
Openbare verkopingen van boekeryen en konstverzamelingen.Op Maandag den 4 Augustus 1788. en volgende dagen, zal men te Alkmaar, in de Langestraat, naby de groote Kerk, Verkopen: Een fraaye Verzameling, Ontleed-, Heel-, Vroed- en Geneeskundige, Wysgeerige en andere Boeken, Heelkundige Instrumenten, Anatomische Praeparaten, Rariteiten en Zieke Beenderen; Verzameld en Nagelaten door Wylen den Wel-Ed. zeer Geleerden Heer Cornelius Hoefman Jansz., in Leven Stads Medicinae Doct. Lector in de Ontleed-, Heel- en Vroedkunde, enz. enz te Alkmaar; benevens een Appendix, van Latynsche en Nederduitsche, meest Godgeleerde, gebondene Boeken. De Catalogus word uitgegeven te Alkmaar, by J. Hand, by welken men Commissien zal hunnen geven, en is verders alom verzonden. | |||||||||||||||||||||||||
Bekendmakingen en prys-opgaven van inlandsche boeken en geschriften.De Uitgever dezes heeft in 't Nederduitsch uit het Hoogduitsch laten vertalen, en zal eerstdaags het licht doen zien: Heelkundige Mengelschriften, uitgegeven door J.L. Schmucker, 1. Deels 1. Stuk.
Verbetering van enige Misstellingen en ingeslopen Drukfeilen, in onze twee eerste No's.
Aldaar, moet desgelyks agter de woorden Phil. en Mathes. gevoegd worden het voorafgaand Professori.
Te Haarlem by A. Loosjes. |
|