Vooraf
In dit boek komen zes Nederlandse arbeiders aan het woord. Het zijn mensen die
meestal niet naar hun mening gevraagd worden, niet door journalisten en ook niet
- wat belangrijker is - door de mensen die over hun levensomstandigheden
beslissen. Ze hebben het bovendien over iets waar maar zelden aandacht aan wordt
besteed in de media en evenmin in persoonlijke gesprekken: hun werk. De meeste
mensen hebben er niet veel zin in om zich te verdiepen in eigen en andermans
arbeidsomstandigheden. Nederland is immers een modern land met eigentijdse
problemen, zoals consumptie, vrijetijdsbesteding, milieuverontreiniging
enzovoort. Wat er voorvalt tussen acht en vijf, wanneer die consumenten
producent zijn, is een beetje in de vergetelheid geraakt. De bestaande
arbeidsverhoudingen lijken immers doodgewoon en overmijdelijk: het werk moet nu
eenmaal gedaan worden en er moeten nu eenmaal leidenden en uitvoerenden zijn.
Maar tegelijkertijd is de manier waarop in een bedrijf gewerkt wordt bijna het
tegenovergestelde van de zelfontplooiing waarop onderwijs, sportbeoefening en
kunst gericht heten te zijn. En de bevelsverhoudingen in dat bedrijf staan
lijnrecht tegenover de democratie die in het politieke leven wordt gepredikt.
Misschien is het wel deze tegenspraak tussen de arbeidsverhoudingen en andere
verhoudingen waarin mensen verkeren, die verklaart waarom die
arbeidsomstandigheden maar zelden ter discussie staan. Zoals veel andere
maatschappelijke verschijnselen zijn ook de arbeidsverhoudingen niet
vanzelfsprekend maar vanzelfzwijgend.
De gespreksgenoten in dit boek vertegenwoordigen niet de
Nederlandse arbeider, als die al zou bestaan. Maar ze zijn wel zo uitgekozen dat
ze tesamen een indruk kunnen geven van wat zeer vele Nederlandse arbeiders
bezighoudt en hoe die arbeiders over de dingen denken. Net zoals in die
kinderraadsels waarin door een paar punten te verbinden met een potloodlijn toch
een tekening ontstaat, kan de lezer uit deze zes gesprekken zich een schetsmatig
beeld vormen van wat leeft onder grote aantallen arbeiders. De gespreksgenoten
wonen in verschillende delen van het land, ze werken in verschillende
bedrijfstakken en het