Print Het land van Rembrand(1882-1884)–Cd. Busken HuetStudiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw Inhoudsopgave [Eerste deel] Voorrede Aan dr. J.H. Scholten, oud-hoogleeraar in de theologie te Leiden. Eerste hoofdstuk. Dertiende eeuw. - Olivier van Keulen. I [Inleiding] II [Olivier van Keulen's loopbaan] III [Angelsaksische oorsprong van het christendom in Nederland] IV [Emo, abt van Bloemhof] V [Het nederlandsch volksgeloof in de 13de eeuw] VI [Wonderverhalen. Bekeeringsgeschiedenissen] VII [Dijkwerkers en kruisvaarders] VIII [De kruistogten volgens arabische berigten. Verhaal van Ibn-Haiyân] IX [Provençaalsch berigt van Guillaume de Tudèle] X [Nederlandsche berigten. Inneming van Damiate, Santa Maria, en Cadix] XI [Byzantijnsche berigten. Nicétas] XII [Byzantijnsche berigten. Anna Komnéna. Kritiek der kruistogten] XIII [Maerlant's ‘Van den lande van Oversee.’ Prediking van Bernard van Clairvaux] XIV [Olivier van Keulen en Joinville] XV [Villehardouin] Tweede hoofdstuk. Veertiende eeuw. - graaf Jan van Blois. I [Bronnen] II [Inleiding. Oudnederlandsche staatsinstellingen] III [Het romeinsch en het karolingisch tijdvak. Folcker] IV [Het lotharingsh tijdvak. Dirk III] V [De feodaliteit en de gilden] VI [Het burgerlijk Nederland der 14de eeuw] VII [De adel. Jan en Gwy van Blois] VIII [Het hofleven te Gouda en te Schoonhoven] IX [De kruistogt tegen de Lithauers] X [De kruistogt tegen de Lithauers. Vervolg] XI [Utrechtsche bisschoppen. Graven en gravinnen uit de huizen van Holland, van Henegouwen, van Beijeren] XII [Nederlandsche edelen en nederlandsche staatslieden in de midden-eeuwen] XIII [Nederland en de riddertijd] Derde hoofdstuk. Vijftiende eeuw. - Thomas a Kempis. I [Inleiding. Mystiek en scolastiek] II [De scolastiek in de schilderkunst] III [De scolastiek in de dicht kunst. Dante] IV [De scolastiek en de wetenschappen. Keizer Frederik II] V [Nederland en de middeneeuwsche hoogescholen in het buitenland] VI [Het studenteleven in de midden-eeuwen] VII [Het studenteleven in de midden-eeuwen. Vervolg] VIII [Thomas a Kempis. Zijne verhouding tot de bisschoppen van Utrecht en de hertogen van Bourgondie] IX [Thomas a Kempis schrijver der Imitatio Christi] X [De Imitatio Christi en de mystiek] XI [Overzigt der Imitatio Christi] XII [De Imitatio Christi en het protestantisme] XIII [Dirc Potter en zijn zededicht] XV [Overzigt en kritiek van den Loop der Minne] XVI [Kritiek van den Loop der Minne. Vervolg] XVII [Hendric Mande] Vierde hoofdstuk. Zestiende eeuw. - Erasmus. I [Inleiding. Erasmus en Petrarca] II [Erasmus en Luther] III [De geloofsvervolging in Nederland] IV [De wederdoopers te Amsterdam] V [Burger-oorlogen. Pier van Heemstra] VI [Burger-oorlogen. Karel van Egmond] VII [Het hooger onderwijs in Nederland. Kritiek van Geert Groote en Wessel Gansfoort] VIII [Johannes Murmellius. Het Rome der oudheid] IX [Lotgevallen van Murmellius] X [De school te Alkmaar] XI [Het leven der filologen in de 16de eeuw] XII [Kritiek van Murmellius' werken] XIII [Erasmus en het hooger onderwijs. Erasmus' jeugd. Zijn geschrift over ‘Het vlieden der wereld’] XIV [Lijkrede van den jongen Erasmus op Bertha van Heyen. Zijn verlangen naar Italie. Erasmus en Froissart] XV [Erasmus' zelfbeheersching. Brief uit Parijs over zijne hospita en haar dienstmaagd] XVI [Erasmus en Anna van Borssele. Op Cortgene] XVII [Erasmus de Voltaire der 16de eeuw. Zijne ‘Zamenspraken’] XVIII [Erasmus' levensbeschouwing. De ‘Lof der Dwaasheid’] XIX [Albrecht Dürer over Erasmus] Vijfde hoofdstuk. Zestiende eeuw. - Lucas van Leiden. I [Noordnederlandsche kunstgeschiedenis. Het vandalisme van 1572] II [Lot der abdijen, kasteelen, en citadellen. Lot der kerken] III [De kerken en de dijken] IV [Romaansche kerkbouw. De slotkapellen te Nijmegen. Roermond's munster] V [Militaire bouwkunst. Van den leidschen Burgt tot het haagsche Binnenhof] VI [Gothische kerkbouw. De kathedraal te Utrecht. De kathedraal te 's Hertogenbosch] VII [Burgerlijke bouwkunst. Stadhuizen en andere openbare gebouwen der 14de, 15de, en 16de eeuw] VIII [Burgerlijke bouwkunst. Woonhuizen der 14de, 15de, en 16de eeuw] IX [Groot Paushuize te Utrecht. Adriaan VI] X [Het Duivelshuis te Arnhem. Maarten van Rossem] XI [De Apostolische School te Nijmegen. De Rijks-Munt van Karel V te Dordrecht] XII [Nationale kunstnijverheid in de 15de en 16de eeuw. Snijwerken, gietwerken, drijfwerken] XIII [Beeldhouwkunst. Graftomben te Roermond, te IJsselstein, te Arnhem, te Breda] XIV [Beeldhouwkunst. Klaus Sluter en de Mozesput te Dijon. Beetekenis van Sluter] XV [Noordnederlandsche miniaturen] XVI [Glasschilderkunst. Dirk en Wouter Crabeth. De Sint Janskerk te Gouda. De Oude Kerk te Amsterdam] XVII [Oudste noordnederlandsche schilderij in olieverf, 14de eeuw. Hollandsche schilders in Vlaanderen, 15de eeuw. Schilderscholen in Noord-Nederland, 16de eeuw: te Gouda, Utrecht, Haarlem, Delft, Amsterdam, Leiden] XVIII [Maatschappelijke stelling der noordnederlandsche schilders in de 16de eeuw] XIX [Vlaamsche invloeden: Cornelis Engelbrechtsen en Lucas van Leiden. Italiaansche invloeden: Jan Schoorl en Maarten van Heemskerk] XX [Overgangstijd: Karel van Mander en Hendrik Goltzius] XXI [Overgangstijd: het portret. Cornelis van Haarlem] XXII [Het portret. Antonis Mor] XXIII [Lucas van Leiden. Zijne schilderijen. Zijn graveerwerk. Zijne beteekenis] Zesde hoofdstuk. Overzigt der letteren. I [Eenheid van Holland en Vlaanderen in de letteren] II [Overwigt der vertalingen. Maerlant's Merlijn] III [Moderne europesche litteratuur der midden-eeuwen. ‘Dmeisken metten sconen vlechtken’] IV [Kenmerken der middeneeuwsche letterkunde] V [De middeneeuwsche letteren en de bijbel] VI [De middeneeuwsche heiligverklaring] VII [Kennis aan de vaderlandsche geschiedenis. Melis Stoke] VIII [Kennis aan de algemeene geschiedenis. Maerlant] IX [Kennis aan de klassieken. Dante] X [De verbeelding in de midden-eeuwen. Het diere-epos. Tristram en Ysolde] XI [Het diere-epos. Ballade van den Boer en de Edelvrouw] XII [Het diere-epos. Reinaert de Vos en de feodaliteit] XIII [Het diere-epos. Reinaert in de geschiedenis: Dirk III, Willem I, Wolferd van Borssele, Karel van Egmond] XIV [De verbeelding in de midden-eeuwen. Oudgermaansche tijd: Tacitus, de Edda, in Friesland] XV [Oudduitsche en oudfransche heldedichten: Nevelingelied, Walthariuslied, Goedroen, Roelandslied, Reinout van Montalbaan] XVI [Ridderromans. Parzival] XVII [Middennederlandsche bijdragen: Beatrijs, Tysken van der Schilden, Het daghet in den Oosten] XVIII [De rederijkers. Het referein ‘Zal 't altoos neen zijn?’] XIX [De rederijkers en de boekdrukkunst] XX [De rederijkers. Anna Bijns] XXI [Verschillende klassen van rederijkers] XXII [De rederijkers. Karel van Mander] XXIII [De middennederlandsche poëzie] XXIV [Het middennederlandsch proza] XXV [Invloed van het fransch] [Tweede deel] Voorrede Eerste hoofdstuk. Het geloof. I [‘De Bijen corf der H. Roomscher Kercke’] II [De kalvinistische gedachte. - Filips van Marnix] III [Het ‘Geuzelietboeck’. - Verguizing van het katholicisme] IV [Het ‘Geuzelietboeck’. - Vergelding van kwaad met kwaad] V [Onder Karel V en onder Filips II] VI [De godsdienstoorlog en de burgeroorlog] VII [De watergeuzen. - Hunne roeping] VIII [De watergeuzen. - Hun bedrijf] IX [Het theologish karakter der 17de eeuw] X [Coornhert. - Zijne ‘Wellevenskunst’] XI [Oldenbarnevelt. - De ketter] XII [Oldenbarnevelt en het ‘cant’] XIII [Hugo de Groot. - Zijn ‘Bewijs der ware godsdienst’] XIV [Oldenbarnevelt, De Groot, en de kontra-remonstranten] XV [Johannes Bogerman, en de orthodox-gereformeerde predikanten der 17de eeuw] XVI [Johannes Bogerman. - De Staten-Bijbel] XVII [De orthodoxie en de Republiek] XVIII [Gijsbert Voetius. - Zijn strijd met Descartes] XIX [Balthazar Bekker. - Zijne ‘Betooverde Wereld’] XX [Descartes in Nederland] XXI [Spinoza. - Bayle over Spinoza] XXII [Spinoza. - Zijne staatskerk] XXIII [Het kalvinisme en de poëzie. - Het ‘Offer des Heeren’] XXIV [Het kalvinisme en de poëzie. - Constantyn Huygens] Tweede hoofdstuk. De handel. I [Zuid-Nederland en Noord-Nederland] II [Compromis der Kooplieden] III [De noordnederlandsche buurt- en de noordnederlandsche wereldmarkt] IV [Steven van der Haghen. - Zijne ‘Avonturen’] V [Steven van der Haghen. - Oudhollandsche reis- en scheepsjournalen] VI [Steven van der Haghen. - Zijn katholicisme.] VII [De Zeven-Provincien koloniale mogendheid geworden. - Kaap de Goede Hoop] VIII [De Zeven-Provincien en de O.I. Compagnie] IX [Verloopen noordnederlandsche kolonien: Mauritius, Formosa, Brazilie, Nieuw-Amsterdam] X [De O.I. Compagnie in den Maleischen Archipel. - De Nederlanders en de Portugezen] XI [Het specerij-monopolie der O.I. Compagnie. - Strijd in de Molukken en op Celebes] XII [De staatkunde der O.I. Compagnie] XIII [De verovering van Java. - Java's voorgeschiedenis] XIV [De verovering van Java. - Adipati Anom] XV [De verovering van Java. - Adipati Anom] XVI [De verovering van Java. - Zeestrijd van Wolfert Hermansz, 1601-1602] XVII [De verovering van Java. - Batavia. - Nederlaag van Sultan Ageng, 1628-1629] XVIII [De verovering van Java. - Batavia. - Nederlaag van Sultan Ageng, 1628-1629] XIX [De verovering van Java. - Nederlag van Toreno Djojo, 1676-1682] XX [De verovering van Java. - Nederlaag van Troeno Djojo, 1676-1682] XXI [De verovering van Java. - Nederlaag van Soerapati, 1706-1707] XXII [De verovering van Java. - Nederlaag van Soerapati, 1706-1707] XXIII [De gouden dagen der Republiek] XXIV [De strijd met Duinkerken] XXV [De slag bij Duins, 1639] XXVI [Vóór en na den vrede van Munster] XXVII [Cromwell] XXVIII [Colbert] XXIX [Lodewijk XIV] XXX [Amsterdam en Antwerpen] XXXI [Amsterdam. - Haar bodem. - Haar bouwen] XXXII [Amsterdam. - Haar rijkdom. - Droogmakerijen] XXXIII [Amsterdam. - Hare magt in den Staat] XXXIV [Amsterdam. - Winzucht harer kooplieden] XXXV [Amsterdam. - Cornelis Pieterszn Hooft] XXXVI [Amsterdam. - Mr. Hendrik Hooft] [Tweede deel (tweede helft)] Derde hoofdstuk. De wetenschappen en de letteren. I [Het protestantisme en de wetenschap] II [De wiskunde. Paulus van Middelburg, Gemma Frisius, Simon Stevin] III [Stevin en Maurits] IV [Stevin en Maurits] V [Stevin en Hugo de Groot] VI [Stevin en Hugo de Groot] VII [Beteekenis van Stevin] VIII [De sterrekunde. Christiaan Huygens] IX [De sterrekunde. Christiaan Huygens] X [Het natuuronderzoek. Jan Swammerdam] XI [Het natuuronderzoek. Jan Swammerdam] XII [De ontleedkunde. Nicolaas Tulp] XIII [Het mikroskoop. Antony van Leeuwenhoek] XIV [Het mikroskoop. Antony van Leeuwenhoek] XV [Natuuronderzoekers in de kolonien. Jacobus Bontius, Wilhelm Piso, Engelbert Kämpfer, Van Rheede, Rumphius] XVI [De geneeskunde. Joan van Beverwyck] XVII [De geneeskunde. Boerhaave] XVIII [De geneeskunde. Boerhaave] XIX [De metafysica. Spinoza] XX [De metafysica. Spinoza] XXI [De metafysica. Spinoza] XXII [Het volkeregt. Hugo de Groot] XXIII [Het volkeregt. Hugo de Groot] XXIV [Hugo de Groot en het staatsregt] XXV [Hugo de Groot en de staathuishoudkunde. Willem Usselincx] XXVI [Leven van Hugo de Groot] XXVII [Latijnsche dichters. Martinus Dorpius, Ianus Secundus, Ianus Gruterus, Josephus Scaliger, Hugo de Groot] XXVIII [De filologen. Lipsius, Scaliger, de Vossiussen, Nicolaas Heinsius] XXIX [De filologen. Lipsius, Scaliger, de Vossiussen, Nicolaas Heinsius] XXX [P.C. Hooft. De geschiedschrijver] XXXI [P.C. Hooft. De geschiedschrijver] XXXII [P.C. Hooft. De briefschrijver] XXXIII [Vondel en de klassieken] XXXIV [Vondel en de Franschen] XXXV [Beteekenis van Hooft en Vondel] Vierde hoofdstuk. Zeden en personen. I [De zeden van het tijdyak: tucht, onafhankelijkheid, liefdadigheid, weelde, de burgers, de aanzienlijken, afgunst van het buitenland, Albrecht Haller's nederlandsche reisherinneringen, de vrouwen, de mannen, nationale karaktertrekken] II [Het geslacht Oranje-Nassau. Willem de Zwijger] III [Maurits] IV [Frederick Hendrik] V [Willem de Tweede] VI [Willem de Derde] VII [François van Aerssen] VIII [Johan de Witt] IX [Michiel de Ruyter] X [Cornelis Speelman] XI [Adriaan Pauw, Balthazar de Moucheron, Isaac Lemaire, Sommelsdijk, Lodewijk de Geer, Nederlanders te Venetie] XII [Nicolaas Witsen] XIII [Cornelis van Bynkershoek] XIV [De joodsche kolonie te Amsterdam] XV [Anna Roemers en Maria Tesselschade] Vijfde hoofdstuk. De kunsten. I [De welsprekendheid] II [De tooneelspeelkunst] III [De muziek] IV [De beeldhouwkunst] V [De bouwkunst] VI [De schilderkunst. Oordeel der tijdgenooten] VII [Hollandsche schilders in Italie. - Delftsche plateelbakkunst. - De prenten in Cats] VIII [De hollandsche school en het lager leven] IX [De hollandsche school en de bijbel] X [Portretten, Doelenstukken, Schuttersmaaltijden] XI [Het Landschap. Stads-, Rivier-, Zeegezigten] XII [Vermeer, Dou, Ter Burg, Cuyp, Ruysdael, Potter. - Rembrand aan het hoofd der hollandsche school] XIII [Besluit] Algemeen alfabetisch register der behandelde of vermelde historische personen.