Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen
Beeld van het Kunstbezit1
door dr. Luc Devliegher.
Het eerste deel van de serie ‘Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen’ is verschenen. Het kwam tot stand onder de redactie van dr. Luc Devliegher, wetenschappelijk attaché bij de Provinciale Culturele Dienst, en is getiteld ‘Beeld van het Kunstbezit’.
Zoals de titel laat vermoeden, ligt de nadruk werkelijk op het ‘beeld’. Het boek bevat inderdaad de mooiste en grootste reeks foto's over het Westvlaamse kunstpatrimonium, die wij ooit onder ogen kregen. Doch het werk is niet zomaar een fotoboek alleen.
In 1960 werd Dr. Luc Devliegher door de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen opgedragen een inventaris te maken van het kunstbezit van onze provincie, met het doel een beter en vooral een meer wetenschappelijk inzicht te verkrijgen in dat patrimonium. Vijf jaar gingen eroverheen, maar nu blijkt zonneklaar, dat deze tijd zeer nuttig en vruchtbaar werd besteed, want wie niet van het vak is, kan zich wellicht moeilijk indenken welke enorme arbeid het samenstellen van een boek als ‘Beeld van het Kunstbezit’ vergt. Tijdens de persconferentie, waarop het boek werd voorgesteld, haalde de auteur zeer gevat de pogingen aan, die in het verleden ondernomen werden om een dergelijke inventaris op te maken. Ongeveer 120 jaar lang liep alles spaak, niettegenstaande men een bepaald ogenblik zelfs tot 21 commissies oprichtte, met het inzicht het doel te bereiken.
Dat Dr. Luc Devliegher en zijn medewerkers van de Culturele Dienst erin geslaagd zijn, na 5 jaar werk, het eerste resultaat van hun opzoekingen te publiceren - en dan in een schitterende vorm! - pleit voor hun werkkracht en hun onderlegdheid. Zij verdienen allen een hartelijke gelukwens.
Het boek zelf werd zeer mooi uitgegeven, vollinnen band en een geslaagde stofwikkel (natùùrlijk van Boudewijn Delaere!); er zijn een ‘Ten geleide’ van de heer Gouverneur, Ridder van Outryve d'Ydewalle, een ‘Voorwoord’ van G. Gyselen, Hoofd van de Provinciale Culturele Dienst, waarin de genese van het boek wordt geschetst, een inventaris, waarin elke afbeelding nauwkeurig en streng wetenschappelijk wordt beschreven, verder registers van persoonsnamen, plaatsnamen en iconografie en een zakenregister en eindelijk, als lijvigste deel, de 220 afbeeldingen, die beter dan elke tekst aantonen, hoe rijk onze gouw wel is aan oude kunstschatten. Vanzelfsprekend kijken wij met heel veel belangstelling uit naar de volgende delen, die in de reeks zullen verschijnen.
Julien Van Remoortere