Des landmans vreugd Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van Des landmans vreugd, welke wordt geschat tussen 1870-1880. p. 1: de kop ‘Des landmans vreugd’ is tussen vierkante haken toegevoegd. 7 _lan011land01_01 DBNL-TEI 1 2010 dbnl scans Koninklijke Bibliotheek Den Haag, exemplaar Gemeentebibliotheek Rotterdam Des landmans vreugd. A. Tjaden, Deventer 1870-1880 Wijze van coderen: standaard Nederlands Des landmans vreugd Des landmans vreugd 2010-11-12 EB colofon toegevoegd Verantwoording Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org) Bron: Des landmans vreugd. A. Tjaden, Deventer 1870-1880 Zie: https://www.dbnl.org/tekst/ques002lauw01_01/colofon.php In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1: Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<} {==1==} {>>pagina-aanduiding<<} [Des landmans vreugd] {==2==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} 't Is een lust de groene landouwen In den zomertijd te aanschouwen, Als het vee in weelde leeft, Emmers vol met melk geeft. {==3==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Voor dag en dauw dan opgestaan, Vol lust aan 't karnen dan gegaan. Wanneer de room zich daarna scheidt, Wordt hiervan lekkre kaas bereid. {==4==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Als de lente is aangebroken, Wordt de spa in den grond gestoken, En onderwijl de vogels zingen, Zaait men erwten en andere dingen. {==5==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} De hen, die nooit haar kroost verzaakt, De haan, die over allen waakt, - Al kosten zij den boer wat graan. Zijn hoenderhof brengt voordeel aan. {==6==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} De knecht, hier met dien zak belaân, Moet naar den korenmolen gaan. Het brood zou wis niet te eten zijn, Maalde de molen 't graan niet fijn. {==7==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} O wat zijn Piet en Klaartje in hun schik: Moe kneedt het meel voor een heerlijken mik. De vrouw van den landman bakt zelve 't brood. Zijn voordeel wordt daardoor niet weinig vergroot.