Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
2707. Aan J. Greshoff: Parijs, 2 november 1935Parijs, Zaterdag. Beste Jan, Hierbij een stukje over Ducroo van je vriend Campert, meen ik (dat is toch de man van De Nieuwsbron?)Ga naar voetnoot1. Het is een prettig stukje, bulkend van intelligentie en ‘fair’-heid, - waar zoo'n pissebed zich dan nog op beroept natuurlijk! De Oubliette vond ik hier opeens terug, in een kist uit Holland van mijn schoonvader (wijlen). Maar De Bruine Vriend zou ik graag spoedig hebben. En eigenlijk kan ik mijn stuk niet goed schrijven - beëindigen althans - alvorens het laatste of voorlaatste brok van Else Böhler gezien te hebben.Ga naar voetnoot2. Het stuk van Campert graag terug. Als je hem eens spreekt, zeg hem dan dat Arthur Ducroo - die geen smaak vinden kon, of kan, voor Willy Corsari's - er niet toe te brengen is zijn vrouw in het openbaar te zoenen. - Er waren nog andere stukken, mij door Querido gezonden, waaronder werkelijk amusante. Ik heb de Anthologie Russe gisteren bij Malraux gehaald, zoodat ik het gekochte ex. nog onopengesneden, aan Malbosse (de juffrouw) kan teruggeven. Dus dat wordt weer frs. 13.50 minder voor jou, en 160 frs. totaal. Hartelijke groeten, ook van Bep en voor Atie, van je E. |
|