[Jan Boer Knottnerus]
KNOTTNERUS (Jan Boer) werd den 2en Juli 1864 geboren te Vriezenveen uit het huwelijk van Ds. Jan Boer Knottnerus, pred. ald. (in datzelfde jaar overleden) en Johanna Cramer (zuster van Prof. Dr. Jacob Cramer, hoogl. te Utrecht). Hij studeerde te Leiden, waar hij den 27en Sept. 1883 werd ingeschreven. Na in Nov. 1889 door het Prov. Kerkbestuur van Groningen tot de Ev. bediening te zijn toegelaten bevestigde Ds. S.H.J. de Wolff, pred. te Leiden, hem den 23en Febr. 1890 te Cothen (cl. Wijk bij Duurstede) (m. Hand. XX:28; intr. m. 2 Cor. V:20). Den 4en Juni 1893 preekte hij aldaar afscheid (m. Hand. XX:32) wegens vertrek naar Rhoon en Pendrecht, waar hij den 11en Juni d.a.v. intrede deed (m. Jes. XL:6-8). Den 29en Nov. 1896 verbond hij zich aan de gemeente van Vriezenveen (m. Hand. X:29b), na bevestigd te zijn door zijn zwager Ds. L.M. v. Noppen, pred. te Scheveningen (m. 1 Cor. IV:1; afsch. te Rhoon 22 Nov. met denzelfden afscheidstekst als te Cothen). Te Vriezenveen bleef hij werkzaam, hoewel op het laatst geruimen tijd belemmerd door de kwaal, die hem had aangetast, waarbij straks nog een ernstige krankheid kwam, die zijn laatste krachten sloopte. Hij overleed den 26en Sept. 1904. Bij zijn uitvaart hield Ds. L.M. v. Noppen een toespraak over Openb. XXII:3b, 4 in dezelfde kerk, waar de overledene eenmaal gedoopt was.
In de gemeenten, waar hij met kennelijken zegen arbeidde, was hij zeer bemind zoowel om zijn eenvoudige hartelijke omgang als om zijns werks wil. Zijn besluit om voor een beroep naar Amsterdam te bedanken werd te Vriezenveen met groote blijdschap vernomen niet het minst door zijn catechisanten. Zijn vrienden, ook buiten zijn gemeenten, bezaten in hem een vriend, op wien het woord van toepassing was: ‘Een vriend heeft ten allen tijde lief.’
Pal staande voor de beginselen der Gereformeerde belijdenis en voor de Ned. Her-