Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt om hoogh vlieghende
(1686)–Daniel Bellemans– AuteursrechtvrijStemme: Sarabande Robertine. (oft) Hoe liggh' ick hier in dees ellende.O Adam Vader van myn leven,
O Adam Vader van myn doodt,
Ghy die my't leven hebt ghegeven
| |
[pagina 145]
| |
1. Hebt my gebroght in stervens noodt.
Het leven dat wy van u erven
Dat is een doodt, oft levend'sterven.
2. Myn Moeder baerden my in pijnen,
Om dat ghy quaed'genuchten socht,
Haer leven quam schier te verdwynen
Als sy my in het leven brocht,
Den dagh moet eeuwigh gaen verloren
Daer ick arm mensch was in geboren.
3. Soo haest als ick quam in het leven,
Soo haest begonst ick sieck te zyn,
Mijn leven quam hem schier begeven,
Eer ick pijn kende, led'ick pyn,
Ick hebb' den noodt des doodts verdragen
Eer dat ick, mijnen noodt kost klagen.
4. Ick leerde van mijn jongheydt weenen,
Mijn tranen waren dagelijcks broodt,
O Heer wie sal my troost verleenen,
| |
[pagina 146]
| |
Wie sal my helpen uyt den noodt;
O JESU wilt my troost verjonnen,
Eer mijn patienti wordt verwonnen.
5. Wanneer ick ouder wirdt van jaren,
Hebb' ick veel dingen stracks geleert;
Die beter niet geleert en waren,
Waer door mijn' ziele wirdt verkeert;
Mijn lichaem quam mijn' ziel'beswaren,
Als sy tot Godt wou op-waerts varen.
6. Wie sal verlossen en ontbinden
Mijn ziel'van't lichaem deser doodt,
Daer en is pijn noch wee te vinden,
Noch geen torment hoe swaer, en groot,
Dat ick niet geerne en sou'lyden;
Om my van dit doode lijft te scheyden,
7. Mezentius nam dood' lichamen;
En bondt de levende daer med',
Die door den stanck het leven namen
| |
[pagina 147]
| |
Van die hy dit torment aen ded';
Mijn doodt lichaem pynt meer mijn'ziele:
O JESU komt mijn' doodt vernielen.
8. Tot u is't dat mijn'wenschen vlammen,
Ontbindt mijn'ziel' van't sondigh vleesch,
Soo sal ick u niet meer vergrammen,
Soo sal ick leven sonder vrees;
Als ick van't vleesch sal zijn ontbonden,
Sal ick ontbonden zijn van sonde.
9 O JESU die hier zijt gekomen
Om ons te helpen uyt den noodt;
Ghy die ons vleesch hebt aen-genomen,
En voor ons stirft de bitter doodt,
Ick bidd'u dat ghy my wilt geven
Door uwe doodt, het eeuwigh leven.
|
|