Karst Woudstra: ‘Hofscènes’, v.l.n.r. J. Prinsen, G. de Lange, N. Blanken, N. Kretz
op het repertoire genomen, die het dan in een modern jasje van decor, belichting en speelwijze heeft gestoken. Dat wil niet zeggen dat die bijzaak zijn - ze zijn zo goed als de hoofdzaak van het theater in het algemeen -, maar wel dat Het Publiekstheater de klassiciteit van stukken niet in twijfel trekt. Er is een apriori dat het de moeite waard is toneel als
Don Carlos te spelen. Er wordt wel geëxperimenteerd, maar het experiment blijft binnen de grenzen van het traditionele theater.
Globe, winnaar van de Prijs van de Kritiek 1981, durft die klassiciteit wel aan te vatten. In het geval Don Carlos doet de groep dat op een bijzondere wijze via Hofscènes. Hofscènes is in principe een statisch stuk. Het kent nauwelijks ontwikkeling en de scènes hebben slechts minimaal een causaal verband. Er is geen echt verhaal en er ontwikkelt zich nauwelijks een intrige. De enige feitelijke gebeurtenis in Woudstra's stuk is het gevangenzetten van Carlos. Woudstra's thema is op allerlei manieren in het stuk aanwezig, wordt in iedere scène opnieuw aan de orde gesteld, maar is geen stuwend element. Het staat als het ware buiten, boven Hofscènes en maakt van alle losse einden een eenheid, zonder dat die einden één lang touw worden.
Hofscènes bestaat uit twaalf tonelen en speelt zich af aan het hof, zonder dat de plaats van dat hof (Madrid) exact bepaald is. De aankleding van de ruimte door Globe is bijzonder neutraal met grote witte doeken, die van plaats kunnen veranderen, al naar gelang het vertrek aan het hof verandert. Alleen de requisitering is af en toe opvallend: stoelen, tafels en katheders zijn bij tijd en wijle te groot voor de personages die er gebruik van moeten maken.
Bijna alles en iedereen is gevangen in Woudstra's stuk, van de nachtegaal in het kooitje die door Filips wordt vertrapt, via de Azteek die zich door middel van een haarspeld van de koningin van het leven berooft, en Carlos, die letterlijk gevangen wordt gezet, tot aan Filips zelf toe. De stevigste tralies zijn de orde en de tucht van het hof, die de menselijk uiterst zwakke Filips wel moet handhaven om zichzelf als ‘sterke’ koning te kunnen handhaven. Dat ook Filips slachtoffer is van een situatie, zoals alle mensen in het stuk, wordt zeer beeldend gemaakt in een kaartscène met de koningin en Carlos aan een te grote tafel, op te grote stoelen, met te grote kaarten, die door bedienden worden overgebracht. De situatie, de omgeving beheerst de mensen. Filips wordt beheerst door het beeld dat hij en men heeft van zijn vader Karel V. In zo'n situatie is directe communicatie niet mogelijk. Alleen Carlos probeert in Hofscènes daaraan iets te doen. Feitelijk door op of onder de tafel te kruipen, minder feitelijk door zijn rebellie, maar eigenlijk in zijn poging zichzelf te kunnen zijn na zichzelf gezocht te hebben. Carlos' homosexualiteit, die zelfs naar het bisexuele of het androgyne tendeert, heeft niet zoals bij Schiller een taboedoorbrekende werking, maar wordt het symbool voor die poging: herhaaldelijk vraagt Carlos zich af wat hij is, ervaart hij ook zijn lichaam als een kerker - omdat zijn omgeving niet toestaat dat zijn lichaam en ziel harmoniëren - om tenslotte die scheiding van lichaam en ziel dan maar te accepteren en het lichaam te laten sterven teneinde de ziel te bevrijden. Carlos doet hetzelfde als de Azteek, maar heeft er meer moeite mee.
Woudstra laat in Hofscènes zien hoe de autoritaire omgeving tenslotte de mens zelf vernietigt: er is een direct verband tussen Carlos' innerlijk conflict en zijn uiterlijke strijd met zijn omgeving. Motieven als de vaderhaat en de moederliefde laat hij terecht als te voorspelbaar en inmiddels platvloers terzijde liggen. Ook de kwestie met de Nederlanden komt in Hofscènes nauwelijks ter sprake. Ingewikkelde intriges zijn natuurlijk voor de twintigste eeuw helemaal uit den boze; spanning zoeken wij op een andere manier. Woudstra en met hem Globe hebben zich geconcentreerd op de menselijke verhoudingen en met name op de ruïnes van dat soort verhoudingen, niet in